Sprookjes: Roodkapje en de weerwolf

LESMATERIAAL:

Er is in het moderne moedertaalonderwijs zeker aandacht voor de sprookjes. Als het erom gaat een aanknopingspunt te vinden in de leefwereld van de jongeren, dan is dit onderwerp gefundenes fressen. Disney nu wel populairder dan toen ik jong was, zelfs bij oudere tieners. Hiervan wordt echter veel te weinig gebruik gemaakt om de leerlingen iets fundamenteels bij te leren over literatuur, maatschappij, geschiedenis, opvoeding en seksualiteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meeste handboeken vestigen enkel nog de aandacht op de verwerkingsniveau’s, de aanpassingen nagaan tussen verschillende versie en hebben weinig oog voor de tekstfunctie. Soms durft men wel verwijzen naar de seksueel-pedagogische ondertoon van de oorspronkelijke volksverhalen, maar er wordt niet op de tekst gewerkt of aangeduid hoe dat in de tekst verweven zit.

Aan de hand van een vergelijking van het sprookje van Perrault met een middeleeuwse, mondelinge variant, wordt duidelijk dat het oorspronkelijke volksverhaal een duidelijke maatschappelijke functie vervult, terwijl het bij Perrault om amusement gaat. De aanpassingen in het verhaal, met het vervangen van de oorspronkelijke weerwolf (geen dier maar een mens, een man) door een gewone wolf (een dier) op kop, vormen een cruciale breuklijn tussen volksverhaal en ‘literatuur’.

Concrete werkvormen of taakmateriaal voor deze les zijn nog niet beschikbaar. Ik heb wel enkele ideeën, maar die wil ik eerst uitproberen: tekstvergelijking laten maken, verhalen doorvertellen en registreren welke elementen verdwijnen, … Voorlopig enkel een ruw achtergrondartikel voor de leerkracht.

Detectives II: Sherlock Holmes

LESMATERIAAL:

Deze lessenreeks over de detective kan natuurlijk niet aan Sherlock Holmes voorbijgaan. Het leerplan is duidelijk over vertaalde literatuur en als het wereldletterkunde betreft, hoeft het volgens mij geen betoog. Er is binnen de les Engels geen tijd genoeg om zelfs maar de voornaamste auteurs aan te stippen, dus dat kan zeker in de les Nederlands aangevuld worden.

Het is ook belangrijk om op te merken dat wat de originele teksten betreft, alles van A.C. Doyle natuurlijk op het web beschikbaar is: Engelse teksten, audio books, zelfs twee integrale tv bewerkingen van exact dit verhaal zijn vrij te verkrijgen. Ik geef deze links ook altijd aan de leerlingen: wie te lui is om te lezen kan altijd het originele Engelse audiobook op de iPod afspelen. Liever zo dan dat helemaal niets te lezen.

Dit opdracht brengt noodzakelijkerwijs thuislectuur met zich mee. Deze kan getest worden aan de hand van de meerkeuzevragen. De leerlingen mogen bij het oplossen de tekst gebruiken. Zo worden zij die hun tekst bewerken, notities nemen bij de lectuur enzoverder, beloont.

Van zodra er leerlingen met de meerkeuzevragen klaar zijn, mogen worden zij in groepjes verdeeld volgens moment van het afleveren van het eerste deel van de taak. Zij mogen in groepjes van 3 aan een van de begripsvragen beginnen. Omdat de meerkeuzevragen vrij eenvoudig zijn voor zij die het verhaal gelezen hebben, zal de verdeling van de groepjes eerlijk zijn met betrekking tot indeling.

De volgende les wordt dan een rondetafelgesprek over de thema’s van het verhaal, maar geleid door de antwoorden op de begripsvragen en naar voren gebracht door de leerlingen. In het rondetafelgesprek kan de leerkracht ook de punten aanstippen die belangrijk zijn op basis van de cursustekst. De beste manier is niet hiermee te beginnen, maar deze punten aan te halen in repliek op de antwoorden van de leerlingen op de begripsvragen.

Deze tweede les zou kunnen afgerond worden met een beschouwing over “natuurlijke fysionomie” in literatuur: de goeden zijn altijd mooi, de slechten lelijk. In die context kan gewerkt worden met een extract uit Umberto Eco’s “De Taal van het Gezicht” uit Wat Spiegels Betreft.