Schrijven: visuele prompts

Saul Steinberg, ‘The Cocktail Party,’ 1953

Schrijfopdrachten waar we uitgaan van een tekst of een luisterfragment, zijn nuttig en belangrijk. Voor creatieve schrijfopdrachten is het gebrek aan tekstuele input misschien zelfs een aanzet om actief met taal aan de slag te gaan: je moet alles zelf ver-woorden. Er zijn bij deze taak geen correcte of foute antwoorden: we activeren onze fantasie.

De taak bevat twee stappen: de opbouw van het achtergrondverhaal voor het personage en het toepassen van dat verhaal op een concrete context: de trigger.

Achtergrondverhaal

  • Kies een personage uit de prent.
  • Schrijf 3 adjectieven neer om de tekenstijl te beschrijven
  • Hoe heet deze persoon? Geef hem/haar een naam.
  • Hoe oud is je personage?
  • Wat is het beroep van deze persoon?
  • Single of getrouwd? Met wie? Hoeveel kinderen? Huisdieren?
  • In wat voor huis woont hij/zij? Wat doet hij/zij in de vrije tijd? Waar gaat hij/zij het liefste op vakantie en waarom? Wat is het favoriete vervoersmiddel?

Onbestaande Werkwoordenquiz: v.t.t.

/

  • Probeer de quiz zelf: 15 onbestaande werkwoorden: wat is het correcte voltooid deelwoord?
  • Lerarenlink: lanceer zelf een quiz voor je leerlingen, of kopieer en pas hem aan

U ontving een briefing. Bent u nu gebrieft of gebriefd? Beiden zijn mogelijk correct, afhankelijk van wat u als de infinitief van dit werkwoord gebruikt. Voor sommigen is het woord helemaal vernederlandst en zij spreken over ‘iemand brieven’.

inf. briefenstam: /bri:f-/v.d.: gebrieft
inf. brievenstam: /bri:v-/v.d.: gebriefd
Verschillende Nederlandse woorden op basis van het Engelse ’to brief’

Deze quiz gaat over de spelling van onbestaande werkwoorden en het doel is een absolute beheersing van alle regelmatige werkwoorden. Een overgroot deel van de nieuwe werkwoorden zijn leenwoorden uit het Engels, net zoals briefen.

Hier de resultaten van zo’n 100 leerkrachten en zelfverklaarde taalnazi’s:

We zien nu duidelijk wat het moeilijkste aspect is: de omzetting van de stemhebbend ‘v’ en ‘z’ in laatste en voorlaatste positie…

De vanzelfsprekende kritiek zou zijn: waarom oefenen we werkwoorden die niet bestaan?

  • leerlingen kunnen niet teren op hun geheugen m.b.t. spelling, ze moeten de regels toepassen
  • moedertaalsprekers worden zich bewust van een taalgevoel: in het Nederlands gaat dit om stemloos- versus stemhebbendheid
  • het is niet ondenkbaar dat we nog veel meer Engelse leenwoorden gaan gebruiken, zeker in vaktaal. Met deze les zijn de leerlingen gewapend

De basisregels voor de VOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD zijn deze:

  • De stam krijg je door de -en van het werkwoord weg te halen
  • De stam is een fonetisch concept: laten -> /la:t/ met lange klank, maar het hangt af van de context hoe we die spellen.
  • Is de laatste letter van de stam stemloos (’t kofschip), dan krijgen we de stemloze uitgang -t; is de laatste letter stemhebbend, de stemhebbende uitgang -d
  • Let op: we schrijven nooit ‘v’ of ‘z’ in de laatste of voorlaatste positie: zweven – /zwe:v-/ – gezweefd; reizen – /reiz-/ – gereisd

19e eeuwse kranten illustreren met Bing A.I.

Advertentie uit krant omstreeks 1880
Door Bing gegenereerde beelden: “een dagueriotype foto van een fabriek waarin konijnen verwerkt worden tot matrassen”

Voor 3e graads leerlingen geef ik als input krantenberichten uit de 19e eeuw, die vrij beschikbaar zijn op de BelgicaPress website van de KBR. Zo bijvoorbeeld dit bericht uit 1849, over het overlijden van een hovenier.

Alles is mogelijk met computers, maar de enige manier om dit artikel te verbeelden met A.I., is het te lezen, en relevante informatie voor het beeld te selecteren. Waar speelt dit zich af? Wie is er aanwezig? Wat staat er te gebeuren? Wat kunnen we sowieso niet tonen? Wat moet onmiddellijk duidelijk zijn uit de foto? Hier een afbeelding die ik zelf genereerde…

Hier een ander voorbeeld, uit Vooruit, midden 19de eeuw. Als ik deze opdracht geef en ze zou evalueren, heb je beter het woord vigilant opgezocht.

11 juli 1914, Sportwereld

Hoe maak je afbeeldingen met Bing A.I.?

Ga naar Bing.com. Klik op ‘Sign In’.

Klik dan op ‘Create one!’

Geef een geldig emailadres in (school of werkmail wordt niet aanvaard); ga naar je mailbox om de bevestiging te klikken. Als je ingelogd bent, zie je dat rechts bovenaan.

Om gericht te gaan prompten, gebruik je best de rechtse modus…

De fictionaliserende mens: over herinnering en fictie

In het onderstaande fragment illustreert Herman Pleij op prachtige wijze het belang van fictie voor de mens. Zelfs wat we denken dat onze dierbaarste herinneringen zijn, is een verzameling van elementen die we hier en daar onbewust ontleend hebben, zodat het voor ons betekenisvol wordt.

Wat de romanschrijver op bewuste wijze doet, doen wij allemaal elke dag met onze herinneringen. We willen allemaal leven in een verhaaltje dat ergens toe leidt.

Lesverloop:

  1. Eerst wordt het onderwerp ingeleid
  2. Als schrijfoefening aan de leerlingen gevraagd hun eigen vroegste herinnering te noteren.
  3. Er wordt de leerlingen gevraagd hun vroegste herinnering voor te lezen.
  4. We beluisteren en bekijken het fragment met Herman Pleij (7min.)
  5. We proberen gezamelijk tot een conclusie op basis van het filmpje.
  6. De leerlingen proberen op basis van hun herinnering, toetspunten aan te geven: mensen die in de herinnering voorkomen, plaatsen die je opnieuw kunt bezoeken.
  7. De leerlingen proberen hun herinnering te toetsen en rapporteren later in de klas over hun bevindingen.

Spellinghysterie anno 2017

Het idee was om naar aanleiding van de recente hysterie omtrent uitspraken van de nieuwe voorzitter van de Taalunie, een les te maken over spelling. Het onderwerp behoort in feite tot ’taalbeschouwing’, meestal de meest slaapverwekkende lessen Nederlands, maar dat wil niet zeggen dat het niet vaardigheidsgericht is: we willen dat de leerlingen tijdens deze les 1) lezen, 2) luisteren 3) schrijven en 4) spreken. Wat er in deze les over spelling zal worden opgestoken, zal niet het gevolg zijn van het memoriseren van informatie of en inoefenen van iets. Het doel is om door op intensieve wijze met dit materiaal bezig te zijn, bij de leerlingen een visie op spelling bij te brengen, waar ze iets mee kunnen. Ten eerste, taal is communicatie: hoe moet ik spellen/schrijven/spreken? Daarop is maar een antwoord: dat is relatief, m.a.w. kijk naar de context, andere partij, boodschap en het bijhorend register. Ten tweede: het is 2017, het tijdperk van de zoekopdracht. Vergis u niet: als het op Wikipedia staat, wordt het waar.

In een eerste stap is het verzamelen van het materiaal. Dat was op zicht geen evidentie. Het interview met Taalunie-voorzitter dr. Hans Bennis bleek niet zo makkelijk te grijpen en de krantenartikels waar de controverse gevoerd werd stonden achter de betaalmuuur. Ook probeerde ik het radioprogramma te contacteren, maar kreeg zelfs geen kopie van mijn bericht. Zucht!

Interview met prof. dr. Hans Bennis

Krantenartikels