Verbandquiz: woordbetekenis

Connections, het nieuwe taalspel op de website van de New York Times, geeft je 16 woorden die je in 4 categorieën moet ordenen. Elk kwartet is te vatten onder een enkele beschrijving. Hieronder vind je een aantal voorbeelden, maar via de website kun je zelf oefeningen aanmaken, op het niveau van jouw leerlingen.

Connections, het nieuwe taalspel op de website van de New York Times, geeft je 16 woorden die je in 4 categorieën moet ordenen. Elk kwartet is te vatten onder een enkele beschrijving. Hieronder vind je een aantal voorbeelden, maar via de website kun je zelf oefeningen aanmaken, op het niveau van jouw leerlingen.

Verbandquiz 1

Verbandquiz 2

Verbandquiz 3

Verbandquiz 4

Verbandquiz 5

Verbandquiz 7

Lezen: Spijskaart uit 1949

Een tekst omvat soms verschillende tekstsoorten: dit is een voorbeeld bij uitstek. Kritisch en diepgaand lezen vereisen niet altijd lange teksten. De quiz heeft enkel tot doel de leerlingen op de belangrijke tekstelement te focussen: is deze tekst nu een menu, gedicht of een gebed? Het heeft elementen van alle drie, maar wat is het hoofddoel van deze communicatie?

Probeer de leestest zelf!

Onbestaande Werkwoordenquiz: v.t.t.

/

  • Probeer de quiz zelf: 15 onbestaande werkwoorden: wat is het correcte voltooid deelwoord?
  • Lerarenlink: lanceer zelf een quiz voor je leerlingen, of kopieer en pas hem aan

U ontving een briefing. Bent u nu gebrieft of gebriefd? Beiden zijn mogelijk correct, afhankelijk van wat u als de infinitief van dit werkwoord gebruikt. Voor sommigen is het woord helemaal vernederlandst en zij spreken over ‘iemand brieven’.

inf. briefenstam: /bri:f-/v.d.: gebrieft
inf. brievenstam: /bri:v-/v.d.: gebriefd
Verschillende Nederlandse woorden op basis van het Engelse ‘to brief’

Deze quiz gaat over de spelling van onbestaande werkwoorden en het doel is een absolute beheersing van alle regelmatige werkwoorden. Een overgroot deel van de nieuwe werkwoorden zijn leenwoorden uit het Engels, net zoals briefen.

Hier de resultaten van zo’n 100 leerkrachten en zelfverklaarde taalnazi’s:

We zien nu duidelijk wat het moeilijkste aspect is: de omzetting van de stemhebbend ‘v’ en ‘z’ in laatste en voorlaatste positie…

De vanzelfsprekende kritiek zou zijn: waarom oefenen we werkwoorden die niet bestaan?

  • leerlingen kunnen niet teren op hun geheugen m.b.t. spelling, ze moeten de regels toepassen
  • moedertaalsprekers worden zich bewust van een taalgevoel: in het Nederlands gaat dit om stemloos- versus stemhebbendheid
  • het is niet ondenkbaar dat we nog veel meer Engelse leenwoorden gaan gebruiken, zeker in vaktaal. Met deze les zijn de leerlingen gewapend

De basisregels voor de VOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD zijn deze:

  • De stam krijg je door de -en van het werkwoord weg te halen
  • De stam is een fonetisch concept: laten -> /la:t/ met lange klank, maar het hangt af van de context hoe we die spellen.
  • Is de laatste letter van de stam stemloos (‘t kofschip), dan krijgen we de stemloze uitgang -t; is de laatste letter stemhebbend, de stemhebbende uitgang -d
  • Let op: we schrijven nooit ‘v’ of ‘z’ in de laatste of voorlaatste positie: zweven – /zwe:v-/ – gezweefd; reizen – /reiz-/ – gereisd

Structurerend Lezen: Remco Campert, ‘De Tafelschikking’

LESMATERIAAL:

Lesdoelen: deze taak doet beroep op het vermogen van de leerlingen om ordenend een tekst aan te pakken en tracht ook de aandacht te vestigen op het literaire gehalte van nieuw realistisch proza.

Quizizz Pro: digitaal blijft deze taak altijd overzichtelijk: je sleept de naambordjes

Doelgroepen: de structurende leestaak kan zelf in een 3e jaar gegeven worden, het literaire deel past eerder in 5e en 6e en is niet evident. Natuurlijk kan ook de tijd van de proef gevarieerd worden om te diversifiëren in niveau.