Reve slaagde in wat niemand voor mogelijk achtte: hij hercontextualiseerde de oudste instelling van de Westerse maatschappij: de katholieke kerk. Het is een bij uitstek postmodernistische beweging om zo’n instituut persoonlijk te gaan invullen, maar in bepaalde mate had James Joyce dit project als uitgevoerd met de katholieke mis in Ulysses (1921).
In heel concreet opzicht werken we in deze les naar een begrip van het gedicht ‘Blijde Boodschap’. Als inleiding hierop bekijken we een fragment uit de viering n.a.v. de PC Hooftprijs 1969 en lezen we een artikel over deze beruchte uitzending. Natuurlijk zijn er twee belangrijke achtergronden:
atheïstische-communistische opvoeding: vader en moeder waren actief in het communistisch verzet tijdens de oorlog, broer wordt later Rusland kenner en professor Slavistiek
protestants Nederland: een religie die zich expliciet afzette tegen de uiterlijkheden van het geloof: beelden, schilderijen, mystiek, mysterie, Latijn als voertaal.
In ‘Blijde Boodschap’ wordt bevestigd wat Reve in 1969 al aangeeft: de katholieke kerk is het ultieme circus, de best vorm van entertainment en troost voor de mens. De paus is wel aan het razen over de ondergang van de mensheid, maar de spreker in het gedicht vindt het perfect aan de verwachtingen voldoen en is niet gealarmeerd (‘nix aan de handa’).
Het is in feite de ultieme vernedering: je staat bevlogen te speechen omdat er dringend vanalles moet veranderen en eentje achteraan klapt in de handen en roept lachend: “Kostelijke vertoning! Bis!”
Het is helemaal niet de bedoeling dat je “dit leven al geweldig” vindt: je hoort te werken voor je zielenheil. Als je veel plezier hebt elke dag, ben je zeker niet op het goede pad. Elke dag ploeteren en niet vooruit raken en toch niet opgeven (en denken aan God), dat lijkt er al meer op.
De reactie op Reve was dan ook verwarring van alle kanten, in de eerste plaats duidelijk bij de pastoor in Amsterdam die zijn kerk te beschikking stelt. De winnaar van de PC Hooftprijs is een katholieke schrijver, werd er gefluisterd… neen, niet echt: een clown, een comediant in het theater van het leven. Een grote mijnheer.
De blijde boodschap
Ik zat met kloppend hart voor de kleurentelevisie, en dacht: ‘Zijne heiligheid zal toch wel gewag maken van het toenemend verval der zeden?’ En ja hoor, nauwelijks was hij begonnen, of ik hoorde al: decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci; influenza filmi i cinema bestiale contra sacrissima matrimoniacale criminale atheistarum rerum novarum, (et cum spiritu tuo), cortomo: nix aan de handa. Het was jammer, dat het zo kort duurde. Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger. Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog het eeuwig leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af: ‘Waar hebben wij het aan verdiend?’
om met digitale tekstdatabases (delpher.nl) werken
om empirisch taalkundig onderzoek te doen naar de inburgering van neologismen
om hun onderzoeksgegevens te rapporteren
De leerlingen ontwikkelen kennis over…
wat false positives zijn en hoe ze te vermijden tijdens onderzoek
het invloedrijke comedy duo Koot en Bie
hoe nieuwe woorden (neologismen) de taal binnenkomen
Groepswerk lijkt aangewezen, maximaal 6 groepen. Hieronder heb ik 6 neologisme opgesomd die kunnen onderzocht worden. Ze bestaan allemaal uit één woord, wat het digitaal zoeken in het archief makkelijker maakt.
Demonstreer hoe de Delpher zoekmachine werkt en hoe je navigeert in de zoekresultaten, door voor de klas een woord zoals smurrie of oelewapper op te zoeken. De grafische weergave van de resultaten is essentieel om ze goed te interpreteren.
De distributie van de zoekresultaten geven al aan wanneer een woord in gebruik genomen wordtDe knoppen voor grafische, lijst een voorbeeldweergaveDistributie voor smurrie: het woord komt pas in de 20ste eeuw in de mode.
Taalkundig onderzoek hoeft niet heel complex te zijn en is eigenlijk veel meer gepast voor het middelbare onderwijs dan literatuuronderzoek. Het gebeurt vaak op basis van een corpus: een verzameling teksten die representatief moeten zijn voor een periode of gebied. Zulke corpora zijn tegenwoordig digitaal beschikbaar voor iedereen: een uitgelezen kans om taalkundig wetenschappelijk onderzoek te doen in de klas. In 1999 had auteur Ewoud Sanders nog een heel team nodig om voorbeelden te zoeken voor zijn boek Jemig de Pemig: de invloed van Kooten en Bie op het Nederlands. En dan nog zijn de voorbeelden meestal uit de periode van vroege digitale kranten (1992-1999). Hieronder toon ik onomstotelijk aan dat de regelneef na zijn tv-verschijning in 1977 onmiddellijk wordt opgenomen in de Nederlandse taal, dankzij het Delpher corpus.
Wat in 1999 nog een heel team journalisten vereiste, kun je nu zelf thuis doenKees van Kooten (°1941) en Wim de Bie (1939-2023)
Kotenbi-ismen
We zouden ze kotenbiïsmen kunnen noemen…
Het belang van dit duo voor de Nederlandstalige comedy kan niet onderschat worden: met hun absurde humor zijn ze vergelijkbaar met Monty Python, maar zijn ze op veel directere wijze een maatschappijkritische stem, reed in de jaren ’70.
kneukfilm, een film waarin niet alleen geknokt wordt
natuurleuk
De lijst geeft zelfs data wanneer de neologismen in gebruik zouden zijn gekomen, nadat ze eerst gebruikt werden in Koot en Bies tv-programma.
Het boekje van Sanders moet het echter (geschreven in 1999) nog stellen met manueel opzoekwerk en bevat daarom bijna geen voorbeelden uit de media van voor 1990.
Dankzij de prachtige tekstdatabank Delpher kunnen we, samen met de leerlingen zelf onderzoek doen. Omdat deze databanken digitaal doorzoekbaar zijn op basis van trefwoorden, kunnen we op zoek naar deze neologismen. In België is er enkel de KBR.be, maar dit krantenarchief zeer beperkt (tot 1919).
Positivo
Bij dit woord komen al bij een eerste probleem: er zitten een heleboel Spaanse teksten in de databank uit Nederlands-Indië. Die moeten we via de resultatenselectie links uitschakelen. Zelfs daarna moeten we kritisch omspringen met een woord dat in andere talen bestaat, maar de hypothese dat K&B de oorsprong zijn van de populariteit van dit woord sinds de jaren ’80, wordt al bevestigingen door de numerieke resultaten:
In de jaren ’70 slecht 4 resultaten, in de jaren ’80 bijna 200 — dat is een stijging van 100%. In de jaren ’90 blijkt dit gebruik van het woord positivo geconsolideerd: het heeft een vast plaats verworven in het Nederlands. Hier enkele voorbeelden:
Volkskrant in oktober 1982 over Cliff RichardHet vrije volk in december 1982: een jonge student neemt het woord in de mond.
Regelneef
Bij regelneef ervaren we een andere probleem: de zoekmachine geeft resultaten uit vroeg 19de eeuw, die geen echt treffers zijn: vaak wordt ‘regel — heeft’ onterecht als onze zoekterm herkend. Hier moeten we ook weer de resultaten beperken en uitgaan van een realistische tijdsperiode: dat is best na 1945. Als we echt veel regelneven uit 1945 vinden, kunnen we nog verschuiven.
startpagina van delpher.nlzoekresultaten – kies hier voor krantenartikelenKrantenartikelen waarin ‘regelneef’ zou voorkomen, volgens de zoekmachine.
Hierboven zien we alle gevonden krantenartikelen in lijstweergave. Links zien we gedeeltelijk al de distributie van de resultaten, maar deze zijn duidelijker in de grafische weergave:
Attestaties van regelneef in delpher vanaf 1972
Als een woord 2 keer per eeuw voorkomt, zoals voor regelneef in de 19de eeuw het geval is, kunnen we die buiten beschouwing laten. Het zijn false positives zoals deze uit 1918:
Als we ons dan richten op de jaren ’70 dan is het eerste artikel al een voltreffer: het artikel bevat zelfs een expliciete verwijzing van Van Kooten en De Bie:
Het Parool, 29 april 1977: hier nog met de hoofdletter, als eigennaamHet Vrije Volk, 11 november 1977: het is een zelfstandig naamwoord geworden, maar krijgt nog aanhalingen “zoals men zegt”De Volkskrant, 2 oktober 1979: de regelneef is nu een aanvaard lid van de Nederlandse taalfamilie: geen hoofdletters, aanhalingen of verwijzingen naar Koot & Bie