Kootenbie-ismen: lexicaal onderzoek in de klas

Lesconcept: lexicaal onderzoek

De leerlingen leren in deze les vaardigheden…

  • om met digitale tekstdatabases (delpher.nl) werken
  • om empirisch taalkundig onderzoek te doen naar de inburgering van neologismen
  • om hun onderzoeksgegevens te rapporteren

De leerlingen ontwikkelen kennis over…

  • wat false positives zijn en hoe ze te vermijden tijdens onderzoek
  • het invloedrijke comedy duo Koot en Bie
  • hoe nieuwe woorden (neologismen) de taal binnenkomen

Groepswerk lijkt aangewezen, maximaal 6 groepen. Hieronder heb ik 6 neologisme opgesomd die kunnen onderzocht worden. Ze bestaan allemaal uit één woord, wat het digitaal zoeken in het archief makkelijker maakt.

Instructie

Demonstreer hoe de Delpher zoekmachine werkt en hoe je navigeert in de zoekresultaten, door voor de klas een woord zoals smurrie of oelewapper op te zoeken. De grafische weergave van de resultaten is essentieel om ze goed te interpreteren.

De distributie van de zoekresultaten geven al aan wanneer een woord in gebruik genomen wordt
De knoppen voor grafische, lijst een voorbeeldweergave
Distributie voor smurrie: het woord komt pas in de 20ste eeuw in de mode.

Taalkundig onderzoek hoeft niet heel complex te zijn en is eigenlijk veel meer gepast voor het middelbare onderwijs dan literatuuronderzoek. Het gebeurt vaak op basis van een corpus: een verzameling teksten die representatief moeten zijn voor een periode of gebied. Zulke corpora zijn tegenwoordig digitaal beschikbaar voor iedereen: een uitgelezen kans om taalkundig wetenschappelijk onderzoek te doen in de klas. In 1999 had auteur Ewoud Sanders nog een heel team nodig om voorbeelden te zoeken voor zijn boek Jemig de Pemig: de invloed van Kooten en Bie op het Nederlands. En dan nog zijn de voorbeelden meestal uit de periode van vroege digitale kranten (1992-1999). Hieronder toon ik onomstotelijk aan dat de regelneef na zijn tv-verschijning in 1977 onmiddellijk wordt opgenomen in de Nederlandse taal, dankzij het Delpher corpus.

Wat in 1999 nog een heel team journalisten vereiste, kun je nu zelf thuis doen

Kees van Kooten (°1941) en Wim de Bie (1939-2023)

Kotenbi-ismen

We zouden ze kotenbiïsmen kunnen noemen…

Het belang van dit duo voor de Nederlandstalige comedy kan niet onderschat worden: met hun absurde humor zijn ze vergelijkbaar met Monty Python, maar zijn ze op veel directere wijze een maatschappijkritische stem, reed in de jaren ’70.

Het boekje Jemig de Pemig! De Invloed van Koot en Bie op de Nederlandse taal van Ewoud Sanders uit 1999 beweert niet alleen van Kooten en Bie dat ze nieuwe woorden in de Nederlandse taal geïntroduceerd hebben, er is zelfs een vrij uitgebreide lijst waaruit dit de meest verspreide zijn:

  • positivo
  • krommunicatie
  • regelneef
  • demonstructie, demonstratie en instructie
  • doemdenken, fatalisme
  • kneukfilm, een film waarin niet alleen geknokt wordt
  • natuurleuk

De lijst geeft zelfs data wanneer de neologismen in gebruik zouden zijn gekomen, nadat ze eerst gebruikt werden in Koot en Bies tv-programma.

Het boekje van Sanders moet het echter (geschreven in 1999) nog stellen met manueel opzoekwerk en bevat daarom bijna geen voorbeelden uit de media van voor 1990.

Dankzij de prachtige tekstdatabank Delpher kunnen we, samen met de leerlingen zelf onderzoek doen. Omdat deze databanken digitaal doorzoekbaar zijn op basis van trefwoorden, kunnen we op zoek naar deze neologismen. In België is er enkel de KBR.be, maar dit krantenarchief zeer beperkt (tot 1919).

Positivo

Bij dit woord komen al bij een eerste probleem: er zitten een heleboel Spaanse teksten in de databank uit Nederlands-Indië. Die moeten we via de resultatenselectie links uitschakelen. Zelfs daarna moeten we kritisch omspringen met een woord dat in andere talen bestaat, maar de hypothese dat K&B de oorsprong zijn van de populariteit van dit woord sinds de jaren ’80, wordt al bevestigingen door de numerieke resultaten:

In de jaren ’70 slecht 4 resultaten, in de jaren ’80 bijna 200 — dat is een stijging van 100%. In de jaren ’90 blijkt dit gebruik van het woord positivo geconsolideerd: het heeft een vast plaats verworven in het Nederlands. Hier enkele voorbeelden:

Volkskrant in oktober 1982 over Cliff Richard
Het vrije volk in december 1982: een jonge student neemt het woord in de mond.

Regelneef

Bij regelneef ervaren we een andere probleem: de zoekmachine geeft resultaten uit vroeg 19de eeuw, die geen echt treffers zijn: vaak wordt ‘regel — heeft’ onterecht als onze zoekterm herkend. Hier moeten we ook weer de resultaten beperken en uitgaan van een realistische tijdsperiode: dat is best na 1945. Als we echt veel regelneven uit 1945 vinden, kunnen we nog verschuiven.

startpagina van delpher.nl

zoekresultaten – kies hier voor krantenartikelen
Krantenartikelen waarin ‘regelneef’ zou voorkomen, volgens de zoekmachine.

Hierboven zien we alle gevonden krantenartikelen in lijstweergave. Links zien we gedeeltelijk al de distributie van de resultaten, maar deze zijn duidelijker in de grafische weergave:

Attestaties van regelneef in delpher vanaf 1972

Als een woord 2 keer per eeuw voorkomt, zoals voor regelneef in de 19de eeuw het geval is, kunnen we die buiten beschouwing laten. Het zijn false positives zoals deze uit 1918:

Als we ons dan richten op de jaren ’70 dan is het eerste artikel al een voltreffer: het artikel bevat zelfs een expliciete verwijzing van Van Kooten en De Bie:

Het Parool, 29 april 1977: hier nog met de hoofdletter, als eigennaam
Het Vrije Volk, 11 november 1977: het is een zelfstandig naamwoord geworden, maar krijgt nog aanhalingen “zoals men zegt”
De Volkskrant, 2 oktober 1979: de regelneef is nu een aanvaard lid van de Nederlandse taalfamilie: geen hoofdletters, aanhalingen of verwijzingen naar Koot & Bie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.