W.F. Hermans versus Willem Elsschot: breuklijnen in de poëtica

In de literaire columns van de Nederlandse kranten is Elsschot al wat de klok slaat. Er is echter een artikel dat een kritisch geluid laat horen. Het is van de hand van de 25-jarige auteur W.F. Hermans. In de walm van de welige wolkende wierook, lijkt het een agressief stuk. Dat is het niet: het duidt met verfijning het talent en de beperkingen, maar ook populariteit van Elsschot.

PDF versie van deze leesproef vindt u onderaan deze pagina. Probeer de leestest online uit: W.F. Hermans, Elsschots slechte voorbeeld (1957)

In 1957 wordt het Verzameld Werk van Elsschot gepubliceerd en dat gaat vooral in Nederland met nogal wat poeha gepaard. De auteur gaat zelfs op tour door Nederland om uit zijn werk voor te lezen en de zalen zijn afgeladen vol. In Rotterdam zegt Elsschot na het voorlezen uit Kaas: “Ik geloof dat in m’n eigen stad men nooit de helft van het aanwezige publiek zou opdagen.” Uit een poll in De Standaard blijkt dat dit geen boutade is…

Standaard der Letteren, 1956

Ook in de literaire columns van de Nederlandse kranten is Elsschot al wat de klok slaat. Er is echter een artikel dat een kritisch geluid laat horen. Het is van de hand van de 25-jarige auteur W.F. Hermans. In de walm van de welige wolkende wierook, lijkt het een agressief stuk. Dat is het niet: het duidt met verfijning het talent en de beperkingen, maar ook de populariteit van Elsschot.

Te vaak wordt in het onderwijs te generalistisch, te platonisch, te abstract met literaire poëtica omgegaan. We beginnen met een definitie van ‘romantiek’, geven dan kenmerken en bekijken vervolgens teksten die klassiek onder deze noemer geklasseerd worden. Dit is een heel onnatuurlijke manier van met literatuur omgaan: het is niet hoe echte lezer en zelfs niet literatuurwetenschappers met teksten omgaan.

Alles begint met de teksten: literaire stromingen zijn rationalisaties achteraf gemaakt door wetenschappers. Deze veralgemeningen gebruiken als basis voor lectuur, doet ons de meest interessante aspecten van de tekst missen.

Dat visies op wat literatuur moet en kan zijn evolueren, is een evidentie. Deze tekst demonstreert als geen ander de breuklijnen tussen de generatie die na de oorlog hun opwachting maakt en hun voorgangers. Hermans laat echter niet na de invloed en het talent van Elsschot te benoemen: zijn meesterlijke, flegmatisch observerend schrijfstijl.

Gerard Reve en het katholieke circus: ‘Blijde Boodschap’ (1973)

Reve slaagde in wat niemand voor mogelijk achtte: hij hercontextualiseerde de oudste instelling van de Westerse maatschappij: de katholieke kerk. Het is een bij uitstek postmodernistische beweging om zo’n instituut persoonlijk te gaan invullen, maar in bepaalde mate had James Joyce dit project als uitgevoerd met de katholieke mis in Ulysses (1921).

In heel concreet opzicht werken we in deze les naar een begrip van het gedicht ‘Blijde Boodschap’. Als inleiding hierop bekijken we een fragment uit de viering n.a.v. de PC Hooftprijs 1969 en lezen we een artikel over deze beruchte uitzending. Natuurlijk zijn er twee belangrijke achtergronden:

  • atheïstische-communistische opvoeding: vader en moeder waren actief in het communistisch verzet tijdens de oorlog, broer wordt later Rusland kenner en professor Slavistiek
  • protestants Nederland: een religie die zich expliciet afzette tegen de uiterlijkheden van het geloof: beelden, schilderijen, mystiek, mysterie, Latijn als voertaal.

In ‘Blijde Boodschap’ wordt bevestigd wat Reve in 1969 al aangeeft: de katholieke kerk is het ultieme circus, de best vorm van entertainment en troost voor de mens. De paus is wel aan het razen over de ondergang van de mensheid, maar de spreker in het gedicht vindt het perfect aan de verwachtingen voldoen en is niet gealarmeerd (‘nix aan de handa’).

Het is in feite de ultieme vernedering: je staat bevlogen te speechen omdat er dringend vanalles moet veranderen en eentje achteraan klapt in de handen en roept lachend: “Kostelijke vertoning! Bis!”

Het is helemaal niet de bedoeling dat je “dit leven al geweldig” vindt: je hoort te werken voor je zielenheil. Als je veel plezier hebt elke dag, ben je zeker niet op het goede pad. Elke dag ploeteren en niet vooruit raken en toch niet opgeven (en denken aan God), dat lijkt er al meer op.

De reactie op Reve was dan ook verwarring van alle kanten, in de eerste plaats duidelijk bij de pastoor in Amsterdam die zijn kerk te beschikking stelt. De winnaar van de PC Hooftprijs is een katholieke schrijver, werd er gefluisterd… neen, niet echt: een clown, een comediant in het theater van het leven. Een grote mijnheer.

De blijde boodschap

Ik zat met kloppend hart voor de kleurentelevisie,
en dacht: ‘Zijne heiligheid zal toch wel gewag maken
van het toenemend verval der zeden?’
En ja hoor, nauwelijks was hij begonnen, of ik hoorde al:
decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci;
influenza filmi i cinema bestiale
contra sacrissima matrimoniacale
criminale atheistarum rerum novarum,
(et cum spiritu tuo), cortomo:
nix aan de handa.
Het was jammer, dat het zo kort duurde.
Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger.
Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwig leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af:
‘Waar hebben wij het aan verdiend?’

Heb jij al eens geonlyfanst? Onbestaande Engelse leenwerkwoordenquiz

Misschien hebt u nog getwitterd, de wereld was toen simpeler. Iedereen kon het spellen en het bekt ook lekker. Nu hebben we ‘X’, dus nu zijn we aan het x-en?

Probeer ‘m zelf uit!

Misschien hebt u nog getwitterd, de wereld was toen simpeler. Iedereen kon het spellen en het bekt ook lekker. Nu hebben we ‘X’, dus nu zijn we aan het x-en? Ik zet maar intuïtief een liggen streepje om de uitspraak ‘ksen’ ter vermijden. Ondertussen zijn we terug gewoon informatie aan het delen (to share) op dit of dat platform.

Dit neemt niet weg dat er een stroom aan Engelse woorden de Nederlandse taal blijft binnenkomen die steevast vernederlandst worden. Daarom heb ik deze oefening gemaakt, een leuke, soms ietwat absurde oefening waarin we Engelse (werk)woorden tot Nederlandse voltooid deelwoorden proberen te kneden.

We kunnen leerlingen wel trainen in de huidige Engelse leenwerkwoorden, maar hen echt wapenen voor de leenwoorden van volgend decennium, kan alleen maar op deze manier. De eerdere versie van de Onbestaande Werkwoordenquiz toonde al aan dat dit dé manier is om beheersing van de theorie te testen.

De laatste dt-fout: het onzichtbaar voltooid deelwoord

Het gebeurt iedereen. Ook bij mij is het al meermaals gebeurd dat ik, tijdens het snelle tikken, die twee vormen door elkaar haal. Hier is een databank van dertig oefeningen in pdf, met de mogelijkheid ze digitaal uit te testen in toetsjes van 5 vragen.

Het gebeurt iedereen. Ook bij mij is het al meermaals gebeurd dat ik, tijdens het snelle tikken, die twee vormen door elkaar haal. Hier is een databank van dertig oefeningen, in testjes van 5 vragen.

Hier de volledige test van 30 oefeningen in pdf:

Veel theorie is hier niet te bespreken: we moeten ons er enkel van bewust zijn dat werkwoorden met de prefixen her-, ver-, ont-, ge- geen extra ge- prefix krijgen voor het voltooid deelwoord: herenigd, verrekend, ontmoedigd, gebeurd. Dat maakt dat deze vormen slechts een letter verschillen van de tegenwoordige tijdsvormen voor tweede en derde persoon.

Arm Bloedje… krantenbericht uit 1923

Probeer de leesproef zelf uit via deze link.

Deze tekst bevat een heel aantal woorden die wij, honderd jaar later, niet meer gebruiken. Dat hoeft helemaal niet te betekenen dat we ze niet kunnen begrijpen: betekenis ontstaat door context.

Indien gevraagd naar de betekenis van woorden zoals ronken, schabeletter, teenemaal, in een grijs schieten en zonder kruis of duit op zak, zonder de context van het artikel, zal het voor velen moeilijk zijn. In de context van dit bericht over een kind dat van huis is weggelopen, wordt alles wel duidelijk.

Naar welk object is de Damberdstraat vernoemd? Kijk eens op Google maps waar in Brussel die straat ligt en ontdek met welk vervoersmiddel hij gereisd heeft.

We kunnen stilstaan bij het voltooid deelwoord van spijzen, dat net zoals reizen, ons leert dat de stam van zulke werkwoorden /spijz/ en /reiz/ is. We kunnen spreken over de objectvorm in ouder Nederlands: De agent maakt den slaper wakker.

Dan hebben we nog een bijbelse verwijzing en in deze tijd moeten de leerlingen volgens mij in 1 minuut met Google kunnen ontdekken in welk(e) evangelie(s) deze parabel verteld wordt.

Wie de moderne tijd verwijt dat we (tijdens het doomscrollen) veel overvallen worden met reclame, kan in deze afbeelding zien hoe in vroeg 20ste eeuwse kranten de advertenties gewoon tussen de nieuwsberichten kunnen staan.