…of zelfs voor Oxem of Ossem, maar niet voor ‘Hoksem’.
In een recente blogpost van de plaatselijke schepen van cultuur, wordt de interessante kwestie aangekaart van de dubbele spelling van de Hoegaardse deelgemeente Hoksem/Hoxem. De gemeentesecretaris, die deze gorgiaanse knoop mag doorhakken, schrijft:
Hoksem is correct (Hoxem staat nog ten onrechte op sommige signalisatieborden en wegwijzers) Hoxem is de oude schrijfwijze (…).
x in het Middelnederlands
De kaart van Ferraris
De Ferrariskaart vermeldt geen alternatieve vorm voor Hoxhem, zoals het wel doet voor Meldert (Maillard), een naam die nu nog onder exact die vorm in voege is. Door die verrassende h in de Ferraris, wordt wel onmiddellijk ook de etymologie duidelijk:
Hoksem – Hoxhem – Hoxheim – Ox-heim
 Voor de oorsprong (H)ox ben ik minder zeker dan van het feit dat het -hem suffix een oorsprong in -heim suggereert. Alleszins heeft, ook naar de reactie van de inwoners te horen, de x altijd in Hoxem gestaan. De vraag die eigenlijk moest gesteld worden is: wie heeft Hoksem uitgevonden? Want terwijl we zeker zijn dat de x-vorm doorheen de geschiedenis gebruikt is geweest, heeft er iemand op een bepaald moment ingegrepen om de spelling te vervlaamsen, terwijl dat niet nodig was. De onderliggende motivatie voor deze puristische verandering kan enkel de historische vergissing zijn dat Hoxem een Franse vorm is. Vergelijk dit met de tweetalige naamaanduiding voor Meldert.
De verdere bemerking van de gemeentescretaris, die de vergelijking maakt met Hauthem, zegt
we zouden theoretisch ook Hauthem moeten omvormen naar Houtem, maar dat doen we dus niet om verwarring met het Tiense Houtem te vermijden.
maart vergeet te vermelden dat ook Hauthem een aantal keer is aangepast sinds de Ferrariskaart van 1777: die vermeldt Hatem, zelfs zonder h achteraan.
Gelukkiger is het lot van Oorbeek: op de Ferrariskaart merken we nog de oude, vergeten spelling van de lange klinkers door toevoeging van een andere medeklinker: Oirbeeck. Dit kennen we nog in namen zoals Claes (lange a) en Van Goidsenhoven (lange o), al is deze laatse vorm minder frequent. Het is dan ook wel te betreuren dat het Tiense stadsbestuur op een bepaald moment de naam van de deelgemeente heeft veranderd naar het compleet ongefundeerde Goetsenhoven, terwijl de enige historisch correcte vorm wellicht Goodsenhoven zou zijn. Al even vergeetachtig is de Leuvenaar die denkt dat Stella iets te maken heeft met het Franse geslacht Artois, of een teken was van de verfransing in Leuven op z’n minst, terwijl dit gewoon de oude spelling van de oerbrabantse naam Artoos.
Hoge akkers
Ik vermeld deze historisch ongebaseerde oe-klank in Goetsenhoven (door onwetendheid ingevoerd) om te komen tot een conclusie over de oe-klank in Hoegaarden. Nog een blikje op de Ferrariskaart kan enig licht werpen.
Wel komen hier tot een vreemde constatatie: de naam wordt hier met ou- [au] gespeld, een tweeklank in het Nederlands, maar uitgespreken als oe [u] in het Frans. De spelling van ou vindt waarschijnlijk haar oorsprong in de dialectische uitspraak van de naam Hoo(g)gaarden. Het lokale dialect heeft de neiging te diftongeren: lange klinkers worden tweeklanken: de boowm is hoowg, of beter nog: de boum is oug. Een andere belangrijk kenmerk van het Brabants dialect in deze contreien is immers het onderdrukken van de h wanneer deze niet wordt voorafgegaan door een klinker. Dit fenomeen staat ook wel bekend als het Kwak-en-Boemel syndroom voor lezers van Jommeke. De h wordt niet uitgesproken waar ze hoort en -dit is belangrijk- wel waar ze niet hoort. Dit verklaart ook de aanwezigheid van de eerste h in Hoksem.
Er zijn echt wel dingen die je niet kunt leren op wikipedia, zo blijkt: nu weet ik tenminste dat het lokale dialect zichzelf als Oogets, [H]o(e)g(a->e)[r]ts benoemt. Dit bleek echter niet helemaal correct: het zou Ougets moeten zijn omdat het Hoegaards de lange klinkers tot tweeklanken maakt, zoals ook verder in het gazetteke blijkt:
Let vooral op de ingekowzene, dat evengoed als ingekouzene had kunnen gespeld worden. Dit proces zet zich door in alle lange o’s, dus eigenlijk ook in Ougere (Hoegaarden) en Ougets (Hoegaards). Dat de naam van het dorp in de Ferrariskaart met ou wordt gespeld is dan ook logisch, iedereen weet wel dat het van Hooggaarden komt, maar de oo wordt lokaal nu eenmaal als ou uitgespreken.
Echt Vlaams is gepokt en gemazeld in het Frans
De conclusie is nogal onthutsend voor flamofielen: als Hoegaarden nu vooraan een oe-klank heeft is een gevolg van de Franse uitspraak van de dialectische uitspraak Hougaerde. De vervlaamsing die zich van de spelling Hoegaarden is gaan bedienen, had eigenlijk Ho(og)gaard moeten promoten. Men heeft gedacht (tweede vergissing in één woord) in de eind -e ook nog eens een meervoud te herkennen. De strijd tegen de zogezegd oervlaamse oe-spelling, heeft ervoor gezorgd dat de Franse uitspraak van de naam er nu ingebakken zit. Het lijkt wel op die sticker Ik ben Vlaming en ik ben er fier op, met dat lelijke gallicisme (<fière), waar we het prachtige trots hebben – oernederlands want niet ontleend aan het Duits (stolz) of Engels (proud).
Enige trots is wel te vinden in de naamgeving van het industrieterrein Bleyveld dat de tweetaligheid een plaats durft geven binnen één woord: blé (Fr. graan) + veld = graanveld. Buitengewoon taalkundig verblijdend is ook hoe de ver-twee-klanking van het Hoegaards ook de klassieke Franse lange -ee niet onziet.