Gerard Reve en het katholieke circus: ‘Blijde Boodschap’ (1973)

Reve slaagde in wat niemand voor mogelijk achtte: hij hercontextualiseerde de oudste instelling van de Westerse maatschappij: de katholieke kerk. Het is een bij uitstek postmodernistische beweging om zo’n instituut persoonlijk te gaan invullen, maar in bepaalde mate had James Joyce dit project als uitgevoerd met de katholieke mis in Ulysses (1921).

In heel concreet opzicht werken we in deze les naar een begrip van het gedicht ‘Blijde Boodschap’. Als inleiding hierop bekijken we een fragment uit de viering n.a.v. de PC Hooftprijs 1969 en lezen we een artikel over deze beruchte uitzending. Natuurlijk zijn er twee belangrijke achtergronden:

  • atheïstische-communistische opvoeding: vader en moeder waren actief in het communistisch verzet tijdens de oorlog, broer wordt later Rusland kenner en professor Slavistiek
  • protestants Nederland: een religie die zich expliciet afzette tegen de uiterlijkheden van het geloof: beelden, schilderijen, mystiek, mysterie, Latijn als voertaal.

In ‘Blijde Boodschap’ wordt bevestigd wat Reve in 1969 al aangeeft: de katholieke kerk is het ultieme circus, de best vorm van entertainment en troost voor de mens. De paus is wel aan het razen over de ondergang van de mensheid, maar de spreker in het gedicht vindt het perfect aan de verwachtingen voldoen en is niet gealarmeerd (‘nix aan de handa’).

Het is in feite de ultieme vernedering: je staat bevlogen te speechen omdat er dringend vanalles moet veranderen en eentje achteraan klapt in de handen en roept lachend: “Kostelijke vertoning! Bis!”

Het is helemaal niet de bedoeling dat je “dit leven al geweldig” vindt: je hoort te werken voor je zielenheil. Als je veel plezier hebt elke dag, ben je zeker niet op het goede pad. Elke dag ploeteren en niet vooruit raken en toch niet opgeven (en denken aan God), dat lijkt er al meer op.

De reactie op Reve was dan ook verwarring van alle kanten, in de eerste plaats duidelijk bij de pastoor in Amsterdam die zijn kerk te beschikking stelt. De winnaar van de PC Hooftprijs is een katholieke schrijver, werd er gefluisterd… neen, niet echt: een clown, een comediant in het theater van het leven. Een grote mijnheer.

De blijde boodschap

Ik zat met kloppend hart voor de kleurentelevisie,
en dacht: ‘Zijne heiligheid zal toch wel gewag maken
van het toenemend verval der zeden?’
En ja hoor, nauwelijks was hij begonnen, of ik hoorde al:
decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci;
influenza filmi i cinema bestiale
contra sacrissima matrimoniacale
criminale atheistarum rerum novarum,
(et cum spiritu tuo), cortomo:
nix aan de handa.
Het was jammer, dat het zo kort duurde.
Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger.
Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwig leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af:
‘Waar hebben wij het aan verdiend?’

Maak een Middeleeuwse Hypertext: Anna Bijns’ Verrassende Refereinen

Maak een laat-middeleeuwse tekst leesbaar links naar het Woordenboek der Nederlandse Taal te integreren in je tekst.

Ter voorbereiding van de lessen over de rederijkers, kwam ik tot het besef dat ik nog nooit Anna Bijns (1493-1575) gelezen had. Gelukkig is er dbnl.org waar een prachtige bloemlezing van prof. Herman Pleij beschikbaar is. Qua algemene inleiding op Anna Bijns, is zijn nawoord essentieel.

Het lesverloop (voorlopig ongetest) zie ik als volgt:

  • Inleidend: Leesproef: Wikipedia: Rederijkers
  • (Luisteroefening: korte inleiding over Anna Bijns en haar complexe verhouding tot de rederijkers, positie tijdens de reformatie, door prof. Veerle Fraeters. Waardevolle opname op het vlak van uitspraak, maar zwaar problematisch qua inhoud. Prof. Fraeters concludeert dat Anna Bijns niet zo past in deze tijd van verdraagzaamheid. Ook verhaalt ze de mythe dat Bijns’ uitgever wegens het uitgeven van de Lutherbijbel werd terechtgesteld, waarbij Wikipedia ons leert dat hier ondertussen serieuze kanttekeningen bij gemaakt kunnen worden.)
    • Spreken/Lezing ‘Het waar goed huwen, maar sorge is de plage’: ik lees het refrein één keer helemaal door, zonder woordverklaringen. Ik probeer er een performance van te maken zoals dit hoort bij rederijkerspoëzie: met gebaren en gepaste intonatie. De woordenschat van deze gedichten is vaak ook voor de tijd experimenteel. Ik probeer ook de leerlingen tijdens de lezing de stokregel aan te leren, d.w.z minstens te antwoorden met “maar sorge is de plage”
      • Woordverklaring eerste strofe: ik ga door de eerste strofe en toon de leerlingen via projectie, hoe ik elk woord heb opgezocht én gevonden in het WNT. Het was een persoonlijke revelatie, maar ik wist het al: de teksten van Bijns behoren tot het corpus van het WNT.
      • Opzoektaak met WNT: we lezen de tweede strofe. We stoppen bij elk moeilijk woord en de leerlingen zoeken in teams van 2 de betekenis op in het WNT
      • De leerlingen kiezen in groepjes van 2 een gedicht uit de bundel ’t Is Al Vrouwenwerk en maken een hypertekst van hun gedicht. Dat is een tekst waarin de woordverklaring minstens via een hyperlink naar het WNT gegeven wordt.
      • Schrijftaak: de leerlingen schrijven een interpretatie/hertaling/bewerking van het gedicht.

Hieronder mijn hypertekst:

Het resultaat van klassikaal werk:

Rederijkers: Wikipedia leesproef

Actieve leesproef op basis van het gedetailleerde wikipedia-artikel over Rederijkers.

Wikipedia is de eerste plaats waar de huidige leerlingen in contact komen met het wetenschappelijke discours. Het is tevens de eerste gateway naar het zelf lezen van deze teksten voor iedereen buiten het wetenschappelijke circuit.

Uiteindelijk is dit een experiment in efficiënte informatieverwerking: het uiteindelijke doel is dat leerlingen een eerste verwerking van deze leerstof actief in de klas doen. Het lijkt een evidente keuze om dit soort leerstof ex cathedra aan te bieden, een tekst uit te delen en te verwachten dat leerlingen de informatie thuis memoriseren.

Deze opdracht bestaat uit:

  • Focuspunten: sociale, geografisch en historische situering van rederijkers
  • Zoekopdrachten: nauwkeurig zoeken in de tekst kan digitaal altijd via CTRL+F
  • Cursorisch lezen: zich situeren in de tekst
  • Transfer: informatie overdracht tussen twee schermen
  • Woordenschat: gebruik van synoniemen in de vragen, wetenschappelijke woordenschat (heterogeen-homogeen)
  • Contradicties: de bekendste, meest getalenteerde rederijker is geen lid van een kamer: Anna Bijns.

Translinguïstische homofonie met Kees Torn

Vertaal het laatste woord naar het Engels, en vervang dat woord door het Nederlandse woord dat hetzelfde klinkt. Een leuke oefening om je multilinguïstische brein te trainen.

Vul het laatste woord van de zin aan. “Dat woord is altijd het Engelse semantische equivalent van het laatste woord, maar fonetisch de continuering van de syntax.”

Het lijkt makkelijk, maar als je het probeert zal je zien dat nog best kan tegenvallen.

Kees Torn

Met andere woorden: vertaal het laatste woord naar het Engels, en vervang dat woord door het Nederlandse woord dat hetzelfde klinkt. Een leuke oefening om je multilinguïstische brein te trainen.

Billy Collins – Inleiding in de poëzie

Ik vraag hen een gedicht
net zoals een dia
tegen het licht te houden

of een oor te luisteren te leggen op een bijenkorf

Of ik zeg: gooi een muis in een gedicht
en kijk hoe hij zijn weg eruit wriemelt

Of wandel de kamer van een gedicht binnen
en bepotel te muren op zoek naar de lichtknop

Ik wil dat ze waterskiën
over de gedichtsoppervlakte
terwijl ze wuiven
naar de auteursnaam op de kant

Maar al wat ze willen
is het gedicht vastbinden op een stoel
om er een interpretatie uit te martelen

Ze slaan het met de vliegenmepper
om de ware betekenis te vinden.

Het originele gedicht in het Engels, is hier te lezen en het is zelfs geen slecht idee om het Engelse gedicht als een vertaaloefening te gegeven. Er is geen betere manier om dieper op een tekst in te gaan als hem te vertalen. Aanvankelijk lijkt het een voor de hand liggende vertaling, maar het venijn zit ‘m zoals vaak in de staart.

Het is zeker ook een poëtica die voor literatuuronderwijs op school serieus te nemen is: het is gedicht bestaat en genereert enkel betekenis in de lezing. Een gedicht is geen wiskundige formule met een simpel te noteren oplossing.

Het plezier van het lezen is dat het gedicht verschillende betekenissen uitnodigt en we door te spreken over onze leeservaring, de andere kunnen ontmoeten. We leren de ander en onszelf kennen.

Als poëzie op school soms moeilijk ligt, is dat vaak omdat leerlingen dat zelf ook ervaren: spreken over een gedicht, is spreken over jezelf, jouw reactie op deze tekst, jouw associaties bij deze woorden.

Meer over Billy Collins: https://en.wikipedia.org/wiki/Billy_Collins