
Twee aparte lessen rond het gedicht ‘Zeemanslied’: 1) poëzie-analyse en 2) opzoektaak met het WNT, beiden met 10 meerkeuzevragen. Inhoud: 2 rekenbladen met elke 10 meerkeuzevragen, tekst in PDF, geannoteerde tekst in PDF en een afbeelding.
Het kan een leuk beginpunt zijn om met het WNT aan de slag te gaan, maar voor de poëzie van Hans Dorrestijn en de rest van het echte leven, heeft een mens geen woordenboeken nodig, enkel een realistische, authentieke context. In het licht van deze zeemanswoordenschat is het gedicht misschien geen echt authentieke context voor de woorden, maar de dichter slaagt er wel in te schatten hoe een lezer hiermee omgaat.
Taak 1: poëzieanalyse zonder woordenboek, voor de 10 meerkeuzevragen over dit gedicht. Zoals alle vragen op dit blog zijn deze ontworpen om de leerling te laten ervaren dat hij of zij alles eigenlijk al weet. Je hoeft geen voorkennis over de hoogduitsche klankverschuiving om te herkennen dat klip en klif niet alleen hetzelfde betekenen, maar bijna allomorfen zijn. Of je nu de ene of de andere vorm gebruikt, geen enkele moedertaalspreker zal een wenkbrauw doen rijzen.

Taak 2: woordbetekenis a.d.h.v. WNT woordenboek: 10 meerkeuzevragen over woordbetekenis en betekenisrelaties.

Formele analyse van poëzie vind ik nooit relevant als er geen betekenisduiding in verwerkt wordt.
In dit gedicht nochtans, zit de betekenis bijna geheel in de vorm, die al aangekondigd wordt met een genreaanduiding als titel: zeemanslied. Dit laat ons toe sommige van de kreten en fragmentarische zinnen in een context te plaatsen. Het is meer een sfeerschepping dan een duidelijk schilderij, meer flitsen dan een verhaal.
Scheepsgedichten, dan komt onvermijdelijk Slauerhoff in gedachten en het zou interessant zijn de twee dichters te vergelijken.