De fictionaliserende mens: over herinnering en fictie

In het onderstaande fragment illustreert Herman Pleij op prachtige wijze het belang van fictie voor de mens. Zelfs wat we denken dat onze dierbaarste herinneringen zijn, is een verzameling van elementen die we hier en daar onbewust ontleend hebben, zodat het voor ons betekenisvol wordt.

Wat de romanschrijver op bewuste wijze doet, doen wij allemaal elke dag met onze herinneringen. We willen allemaal leven in een verhaaltje dat ergens toe leidt.

Lesverloop:

  1. Eerst wordt het onderwerp ingeleid
  2. Als schrijfoefening aan de leerlingen gevraagd hun eigen vroegste herinnering te noteren.
  3. Er wordt de leerlingen gevraagd hun vroegste herinnering voor te lezen.
  4. We beluisteren en bekijken het fragment met Herman Pleij (7min.)
  5. We proberen gezamelijk tot een conclusie op basis van het filmpje.
  6. De leerlingen proberen op basis van hun herinnering, toetspunten aan te geven: mensen die in de herinnering voorkomen, plaatsen die je opnieuw kunt bezoeken.
  7. De leerlingen proberen hun herinnering te toetsen en rapporteren later in de klas over hun bevindingen.

Spellinghysterie anno 2017

Het idee was om naar aanleiding van de recente hysterie omtrent uitspraken van de nieuwe voorzitter van de Taalunie, een les te maken over spelling. Het onderwerp behoort in feite tot ‘taalbeschouwing’, meestal de meest slaapverwekkende lessen Nederlands, maar dat wil niet zeggen dat het niet vaardigheidsgericht is: we willen dat de leerlingen tijdens deze les 1) lezen, 2) luisteren 3) schrijven en 4) spreken. Wat er in deze les over spelling zal worden opgestoken, zal niet het gevolg zijn van het memoriseren van informatie of en inoefenen van iets. Het doel is om door op intensieve wijze met dit materiaal bezig te zijn, bij de leerlingen een visie op spelling bij te brengen, waar ze iets mee kunnen. Ten eerste, taal is communicatie: hoe moet ik spellen/schrijven/spreken? Daarop is maar een antwoord: dat is relatief, m.a.w. kijk naar de context, andere partij, boodschap en het bijhorend register. Ten tweede: het is 2017, het tijdperk van de zoekopdracht. Vergis u niet: als het op Wikipedia staat, wordt het waar.

In een eerste stap is het verzamelen van het materiaal. Dat was op zicht geen evidentie. Het interview met Taalunie-voorzitter dr. Hans Bennis bleek niet zo makkelijk te grijpen en de krantenartikels waar de controverse gevoerd werd stonden achter de betaalmuuur. Ook probeerde ik het radioprogramma te contacteren, maar kreeg zelfs geen kopie van mijn bericht. Zucht!

Interview met prof. dr. Hans Bennis

Krantenartikels

De te trage dood van het koordschrift

We denken dat het onderwijs evolueert, maar op sommige vlakken is er duidelijk een stagnatie van de orde als zouden alle pedagogen een herseninfarct gekregen hebben. Dat hebben ze natuurlijk niet echt, pedagogen hebben simpelweg amper nog invloed op het leerproces, zeker in vergelijking met 50 jaar geleden.

ernestclaesDe jaren ’50

Mijn vader leerde in 1947 aanvankelijk schrijven met een griffel en een lei, later met pen en inktpot. Het geschrift dat werd aangeleerd was het koordschrift, want met die oude pennen kun je gewoon geen rechte hoeken maken. De linkshandigen werd aangeleerd rechts te schrijven, niet omdat God het verboden had, maar omdat links schrijven altijd voor vegen zorgde. Het koordschrift is de handleiding van de oude pen, die net iets beter was dan de ganzenveer: alles moet ronde vormen hebben anders verknoei je de pen/veer. Er was een reden voor het koordschrift. Schrijven was een kunst met zijn eigen meester: de klerk. Prachtig gevormd koordschrift dat we vaak zien in geboorteregisters, zijn het product van mensen die hier hun werk van maakten: mooi schrijven met de pen.

kalligrafieMijn moeder doorliep hetzelfde parcours in 1951, hoewel een jaar eerder een revolutie had plaatsgevonden: de lancering van de balpen door het Franse bedrijf Bic, maar uitgevonden door de Hongaar Lázlò Bíró:

Tijdens zijn werkzaamheden als journalist ergerde hij zich veelvuldig aan de tekortkomingen van de vulpen: hij moest hem regelmatig bijvullen, maakte er soms vlekken mee, en scheurde af en toe het papier. In 1938, tijdens een bezoek aan een drukkerij, viel het hem op dat drukinkt voor kranten veel sneller droogt dan de inkt van een vulpen, waardoor er geen vlekken ontstonden. Hij probeerde dezelfde inkt in een vulpen te gebruiken, hetgeen mislukte omdat de inkt een te hoge stroperigheid had en daardoor niet door de punt wilde vloeien. Samen met zijn broer Georg, een apotheker, ontwikkelde hij een nieuwe penpunt met daarin een kogeltje dat de inkt uit een patroon over het papier uitrolt, in plaats van dat de inkt uit zichzelf over het papier vloeit. Het kogeltje fungeerde tevens als afsluiter van het inktreservoir, waarmee werd voorkomen dat de inkt uitdroogde.

Mijn moeder, als lerares snit en naad, heb ik nooit met vulpen of inkt zien knoeien, die ontdekte al gauw de perfectie van balpen, stift enzoverder. Mijn vader, als landmeter, heeft tot het einde van zijn carrière met Chinese inkt gewerkt, wel met Rotring pennen, op kalkpapier, correcties met gilette mesje, belettering met lettermallen. Nogmaals: echte inkt, is vakmanschap. Iedere landmeter nu gebruikt natuurlijk de computer. Zouden die tijdens hun opleiding nog verplicht worden te werken met Chinese inkt? Natuurlijk niet. Zulke anomalieën zie je enkel in het basisonderwijs.

De jaren ’80

Ik heb in de klas mijn eerste letters geschreven met een balpen, niet met een griffel of potlood. Dit heeft verschillende voordelen: geen vegen, geen punten te slijpen en geen mogelijkheid om fouten te verbergen. Eens de basis onder de knie, moesten we met vulpen schrijven. Deze pennen waren niet vergelijkbaar met de pre-’50s pennen: ze hebben een vulling en ietwat rond punt, wat rechtere hoeken toelaat. Het begin met de balpen was bij de tijd, de introductie van de vulpen een anachronisme op dit moment. Het koordschrift was op dit moment zo relevant als de vulpen, eigenlijk dus niet.

parker_premier_deluxesilver_fpDe jaren ’10

Mijn kinderen leerde lezen door in de eerste fase een potlood te gebruiken en later een ‘pen’, al is dit geen echte pen of zelfs vulpen, maar een rollerpoint. Het koordschrift is dus al helemaal irrelevant geworden, maar erger is het feit dat de juffen zelfs niet meer weten wat een vulpen is en voorbijgaan aan het feit dat kinderen met deze rollerpoints kunnen beginnen schrijven vanaf 0. We blijven dus het geschrift gebruiken dan enkel zin heeft als je met de pennen van 75 jaar geleden schrijft.

stabiloDe toekomst

Het loont niet hier een betoog te houden voor klaviervaardigheid: als vanzelfsprekend schieten te scholen hier tekort. Ze durven gewoon de vraag naar de relevantie van hun eigen praktijk niet stellen. Ze doen echter gewoon maar wat ze willen, de kinderen blijven verplicht te gaan, het is alleen zo zonde van de tijd en erg dat de kinderen alle vaardigheden die een modern mens nodig heeft, buiten school moeten leren. De school tekent zijn eigen doodsvonnis op deze manier op vele vlakken, maar het is een slopende, trage dood…

Cursive Writing Is Obsolete; Schools Should Teach Programming Instead [Opinion]

http://www.usatoday.com/story/news/nation/2013/08/12/is-cursives-day-in-classroom-done/2642071/

http://nymag.com/daily/intelligencer/2013/08/conservatives-rally-to-defend-fancy-handwriting.html

http://www.theguardian.com/world/2015/jul/31/finnish-schools-phase-out-handwriting-classes-keyboard-skills-finland

Verenkelen en verdubbelen: open en gesloten lettergreep

Deze blogpost is enkel bestemd voor ouders die met de handen in het haar zitten bij verwarrend huiswerk bij hun kinderen.

U dacht dat u de open en gesloten lettergreep wel begrepen had?

verenkelenverdubbelenDe pegagogie denkt als volgt:

  1. het woord POTEN is een verenkeling, want er is een o weggevallen (OPEN lettergreep)
  2. het woord POTTEN is een verdubbeling, want er is een t bijgekomen (GESLOTEN lettergreep)

Maar: niet alle open lettergrepen zijn een geval van verenkeling:

  1. BOTER is een open lettergreep, maar geen verenkeling: het is niet afgeleid van BOOT ofzo…
  2. ROMMEL is een gesloten lettergreep, maar geen verdubbeling: het is niet afgeleid van ROM ofzo…

De meeste (!) gesloten lettergrepen zijn wel afgeleid van andere woorden en hebben inderdaad verdubbeling van de medeklinker. Er zijn wel een boel uitzonderingen: dapper, dubbel, rommel, babbel.

In het woord avonturen heb je twee lange klanken. De lange a is geen gevolg van verenkeling, de lange u is dat wel. Krokodillen bevat twee lange o’s, open lettergrepen maar geen verenkeling.

‘Bomen’ komt van ‘boom’, in die zin is de regel correct, maar het leert de kinderen niet hoe om te gaan met een woord als ‘temperaturen’. Die laatste lange u, dat is duidelijk een gevolg van verenkeling, maar de lange e en lange a? Nochtans zijn dit voor ons alle drie hetzelfde fenomeen: een open lettergreep.

In de vorige blogpost over taalkundige problemen in het basisonderwijs werd gelijkaardige problemen gevonden: de pedagogie heeft de linguïstiek helemaal losgelaten. Creativiteit in het maken van lesmateriaal bij de gekende uitgeverij bestaat erin de grammatica overboord te gooien en zelfs regeltjes te beginnen verzinnen.

En trouwens: wat hoort er in de derde kolom? wat is er geen lange en ook geen korte klank? Doffe e? De -oe?

De verwarring heeft ook te maken met een andere, eerder aangestipt feit: huidige Vlaamse schoolboeken beschouwen ‘banaan’ onterecht als een uitzondering op de spelling omdat ze uitgaan van de Brabantse neiging dit kort uit te spreken: /bana:n/ i.p.v. /ba:na:n/.

De teloorgang van Vlaams onderwijsmonument Uitgeverij Van In

Uit eigen ervaringen en uitsluitend met betrekking tot het lagere onderwijs, zijn er mij de afgelopen jaren een aantal zaken duidelijk geworden.  Er is iets veranderd in het lager onderwijs: de boeken die wij (pre-1992) onder ogen kregen, waren, hoe saai ook, altijd ook wetenschappelijk solide en pedagogisch consistent. Dit zijn twee duidelijk onderscheiden aspecten van een schoolboek.

  1. Wetenschappelijk soliditeit: wat de kinderen aangeleerd wordt, hoe beperkt ook, is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten die algemeen aanvaard worden.
  2. Pedagogische consistentie: er is een duidelijke visie op hoe aangeleerd zal worden en die visie wordt altijd en overal correct toegepast.

De reeks artikels die ik in de afgelopen twee jaren heb geschreven, zijn concrete analyses van leerinhouden, voornamelijk bij uitgeverij Van In, die op die vlak zondigen. Heel concreet gaat het om de volgende kwesties:

  1. Het aanbieden van een woord zoals weg vanaf het 1e leerjaar i.p.v. een woord als lach.
  2. Het opstellen van valse spellingsregels voor aspecten van de taal waar geen regels voor zijn: zoals de spelling van au/ou of ij/ei
  3. Spellingsregels verzinnen omdat men niet weet dat ‘banaan’ twee lange a’s heeft en geen regel behoeft.
  4. Complete verwarring omtrent het gezegde in de zinsontleding bij de auteurs, wat leidt tot letterlijke absurde opgaven.
  5. Stellen van compleet onrealistische eisen: zoals het niet dicteren en eind -n of van leestekens, terwijl dat laatste zelfs ook in het Groot Dictee gebeurt – het is immers een keuze van de schrijver.
  6. Bij werkwoordspelling niet de correcte regels aanbieden, maar enkel op taalgevoel rekenen. Bij dat taalgevoel hoort dan wel een enorm schema en de leerlingen wordt verplicht het te gebruiken: bij elke oplossing moet het nummertje van het schema gezet worden.
  7. Bij de werkwoordspelling worden
    1. tijden niet benoemd;
    2. vtt (ik heb gespeeld) soms bij (o)tt en soms bij vt gerekend;
    3. systematiek vtt niet uitgelegd;
    4. van werkwoorden afgeleide adjectieven (de vermoorde agent) niet apart behandeld, maar gewoon tussen oefening op vt gezet (hij vermoordde)

Al deze kwesties betreffen niet gewoon onnauwkeurigheden, maar fouten (noem ze ‘pedagogische keuzes,’ zoals de uitgeverijen graag doen) die tot leerproblemen leiden. Meer dan eender welke, toont het probleem met de g/ch aan dat het al een tijdje aan de gang is.

Opmars als educatieve uitgeverij

Joseph Van In & Cie bouwde zijn bedrijf uit tot een van de belangrijkste Vlaamse pedagogische uitgeverij in het zog van de in 1843 opgerichte Nederlandstalige normaalschool (onderwijzersopleiding) in Lier.

Rechtestraat te Lier omstreeks 1914. Het ouderlijk huis Van In en papierhandel 'De Gespoorden Haan' is het huis rechts, waarvan enkel de gevel zichtbaar is.
Rechtestraat te Lier omstreeks 1914. Het ouderlijk huis Van In en papierhandel ‘De Gespoorden Haan’ is het huis rechts, waarvan enkel de gevel zichtbaar is.

vaningeschiedenis01Echte verandering komt er pas in 1973 wanneer Van In Uitgeverij nv wordt overgenomen vaninhistoriek02

Sanoma, een Finse educatieve uitgeverij?

Sanoma ontstond slechts in 1999 als groep rond de Finse krant Helsingin Sanomat die teruggaat tot 1889 maar dan nog steeds meer dan 50 jaar jonger is Van In. Sinds in 2004 het Nederlandse Malmberg en Van In onder Sanoma terecht kwamen, heeft het zijn educatief marktaandeel proberen vergroten door het aankopen van andere lokaal verwortelde educatieve uitgeverijen, waarbij het Poolse Digital Young Planet uiteindelijk het ontwikkelingsplatform lijkt te worden voor alle digitale ontwikkelingen binnen de groep. De schoolboekenuitgeverij in Polen is Nowa Era.

sanoma2004De complexe structuur van Sanoma maakt het mogelijk oplossing die op het niveau van de lokale uitgevers ontwikkeld worden, op hoger niveau opnieuw te marketen. Zo werd het online oefenplatform Bingel.be , ontwikkeld onder leiding van Van In, vanaf het begin gepromoot via de commerciële magazine van Sanoma zoals Libelle en opnieuw verkocht aan het Zweedse en Finse publiek sinds einde vorig jaar.

CEO van Sanoma Learning John Martin promoot het platform met de volgende indrukwekkende cijfer over Bingel:

This platform is currently used by 75% of pupils in primary education in Flanders and on average each pupil has done more than 1000 exercises on Bingel since it was launched.

Een snelle check m.b.t. het verkeer op de bingel website leert ons dat er per dag 270.000 pageviews per dag heeft. Dat zijn volgens mijn berekeningen toch maximum maar zo’n 1500 leerlingen. Een heleboel, maar niet 3/4 van de Vlaamse basisschoolkinderen. Trouwens wordt Bingel ook niet als apart product verkocht, maar samen met de ouwe, getrouwe boeken.

bingeltrafficDe grafiek toont ook mooi aan dat het pakket bij de scholen verspreid is geworden van september 2012 met beperkte testgroep die gestadig werd uitgebreid de volgende schooljaren. Een eerste stap naar digitalisering van de klas? Is Vlaanderen daar wel klaar voor? Een computerinterface voor elke leerling… niet om de leraar overbodig te maken, maar te ontlasten van nutteloos verbeterwerk, diversifiëren en opvolgen zodat hij de handen om aan elke leerling elke dag tenminste 1-op-1 te werken.

Van In heeft nog steeds een stevig marktaandeel in Vlaanderen, maar dat is dankzij de boekenverkoop. De magazineverkoop, waarin Sanoma Media vooral actief is, slonk –3.24% in 2012 en 2.14% in 2013 en nog eens bijna 5% in 2014. Ook de koers van Sanoma’s aandeel dat in 1999 nog zo’n €15 waard, maar nu slechts zo’n €5,95, bevestigt deze tendens.

sanomastock

Van In & Cie op Boot Camp!

Sanoma haalt nu alle hens aan dek om te proberen zijn lezer zoveel mogelijk mee te nemen naar het digitale platform… en hier voor te betalen. Dit is ook het probleem met onderwijs via een digitaal platform: hoe krijg je de klant zover om hiervoor te betalen. De competitie die uitgeverijen hebben is dan eindeloos: duizenden website met rekenoefenetjes die gratis zijn. Ik kom hier later op terug.

Om de lokale Finse, Poolse en Nederlanse educatieve uitgeverijen zover te krijgen om het Bingel-product te gaan verkopen, was een vrij uitgebreid circus van bedrijfsynergie nodig. In 2014 werd het Sanoma Language Lab georganiseerd, een reizende conferentie tussen de verschillende lokaties waarop verschillende digitale oplossingen werden voorgesteld, besproken en beoordeeld door de deelnemers.

https://www.youtube.com/watch?v=ysc2jL8SfNU

Inschrijven? Samenwerken met professionals van andere landen? Bootcamp?

Dit is nog eens wat anders dan een baas die brult dat je de archiefkast moet opruimen, maar in feite kom het op hetzelfde neer. Er wordt gekeken wat er bruikbaar is bij de lokale uitgeverijen, dat op een hoger niveau opnieuw door Sanoma Pro kan verkocht worden. Heel het toneeltje van het Learning Lab dient om een veilige omgeving te creëren waarin Sanoma Pro de technologie van Van In kan overnemen, zonder dat er formeel om gevraagd wordt.

Natuurlijk kan Van In hier niets tegen doen – Sanoma is volledig eigenaar van Van In. Het is werkelijk choquerend hoe verfijnd bedrijfsaneringe in z’n werk kan gaan. De personeelsleden, die anders Antwerpen ook amper buitenkomen, moeten nu plots hun Zumba afzeggen, want ze moeten “voor het werk naar een congres in Helsinki. En volgende week Gdanks. Drukdruk!”…

https://www.youtube.com/watch?v=akiLp1RCxas

Ze zijn dus op zoek naar de perfecte digitale oplossingen? En iedereen is daar aanwezig: leraars, Sanoma-personeel, ondernemers. Geen pedagogen, wiskundigen of taalkundigen? Welke zijn die ondernemers die gratis hun ideeën ter beschikking van Sanoma willen stellen? Dat kunnen toch enkel maar de ondernemers zijn die door de lokale uitgeverij onder de arme zijn genomen om hun digitale oplossingen te realiseren, of niet? Waar komen de geweldige vondsten vandaan? Gebrainstormde vage projecten zoals Magibib?

Laat er ook geen twijfel bestaan over de betekenis van het woord ‘Bootcamp’. Wie niet toegelaten wordt tot het bootcamp is eigenlijk gewoon “afgekeurd”. En dan nog is het niets voor watjes. Het is groentjes klaarstomen voor de commerciële vikingoorlog:
bootcampVan In heeft het corrigeren opgegeven, ze hebben ze toch geen fondsen meer ontvangen voor het herwerken van de tekst, want bij Sanoma zitten we ondertussen met de vinger aan de tablet. U toch ook?