Sprookjes: Roodkapje en de weerwolf

LESMATERIAAL:

Er is in het moderne moedertaalonderwijs zeker aandacht voor de sprookjes. Als het erom gaat een aanknopingspunt te vinden in de leefwereld van de jongeren, dan is dit onderwerp gefundenes fressen. Disney nu wel populairder dan toen ik jong was, zelfs bij oudere tieners. Hiervan wordt echter veel te weinig gebruik gemaakt om de leerlingen iets fundamenteels bij te leren over literatuur, maatschappij, geschiedenis, opvoeding en seksualiteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meeste handboeken vestigen enkel nog de aandacht op de verwerkingsniveau’s, de aanpassingen nagaan tussen verschillende versie en hebben weinig oog voor de tekstfunctie. Soms durft men wel verwijzen naar de seksueel-pedagogische ondertoon van de oorspronkelijke volksverhalen, maar er wordt niet op de tekst gewerkt of aangeduid hoe dat in de tekst verweven zit.

Aan de hand van een vergelijking van het sprookje van Perrault met een middeleeuwse, mondelinge variant, wordt duidelijk dat het oorspronkelijke volksverhaal een duidelijke maatschappelijke functie vervult, terwijl het bij Perrault om amusement gaat. De aanpassingen in het verhaal, met het vervangen van de oorspronkelijke weerwolf (geen dier maar een mens, een man) door een gewone wolf (een dier) op kop, vormen een cruciale breuklijn tussen volksverhaal en ‘literatuur’.

Concrete werkvormen of taakmateriaal voor deze les zijn nog niet beschikbaar. Ik heb wel enkele ideeën, maar die wil ik eerst uitproberen: tekstvergelijking laten maken, verhalen doorvertellen en registreren welke elementen verdwijnen, … Voorlopig enkel een ruw achtergrondartikel voor de leerkracht.

Detectives III: Edgar Allen Poe, ‘De Gestolen Brief’

LESMATERIAAL:

Historisch beschouwd, hoort Poe natuurlijk voor Doyle behandeld te worden, maar wanneer we de moeilijkheid van de beide verhalen in rekening nemen, is het duidelijk dat Poe beter achteraf behandeld wordt. Wellicht is deze les enkel aan te raden voor 6 ASO en kan voor een deel aansluiting vinden bij lessen over de Romantiek.

 

 

 

 

 

 

Belangrijke focus moet zoals steeds, de onderzoeksmethode zijn. Dit element is voor de leerlingen grijpbaar en kan een praktisch uitgangspunt zijn om een vergelijking te maken met Doyle. Bij Poe gezien we het Romantische genie bezig, zuiver geesteswerk, terwijl Sherlock Holmes dichter bij de moderne wetenschappelijke praktijk aanleunt: hij onderzoekt sporen, empirisch bewijs.

belaruemorgue

Deze tekst is verre van af, al heb ik wel enkele meerkeuzevragen opgesteld om de lectuur te testen. Ik deze les zelf nog niet in deze vorm gegeven, daarom moet dit als Work-In-Progress beschouwd worden.

French linguist Jean-Claude Milner offered in Détections fictives , Le Seuil, collection « Fictions & Cie », 1985, supporting evidence that Dupin and D— are brothers, based on the final reference to Atreus and his twin brother, Thyestes.

http://en.wikipedia.org/wiki/The_Purloined_Letter

EXTRA MATERIAAL (ENG):

E.A. Poe, ‘The Purloined Letter’, audio book at librivox.org
E.A. Poe, ‘The Purloined Letter’, e-text at gutenberg.org

Detectives II: Sherlock Holmes

LESMATERIAAL:

Deze lessenreeks over de detective kan natuurlijk niet aan Sherlock Holmes voorbijgaan. Het leerplan is duidelijk over vertaalde literatuur en als het wereldletterkunde betreft, hoeft het volgens mij geen betoog. Er is binnen de les Engels geen tijd genoeg om zelfs maar de voornaamste auteurs aan te stippen, dus dat kan zeker in de les Nederlands aangevuld worden.

Het is ook belangrijk om op te merken dat wat de originele teksten betreft, alles van A.C. Doyle natuurlijk op het web beschikbaar is: Engelse teksten, audio books, zelfs twee integrale tv bewerkingen van exact dit verhaal zijn vrij te verkrijgen. Ik geef deze links ook altijd aan de leerlingen: wie te lui is om te lezen kan altijd het originele Engelse audiobook op de iPod afspelen. Liever zo dan dat helemaal niets te lezen.

Dit opdracht brengt noodzakelijkerwijs thuislectuur met zich mee. Deze kan getest worden aan de hand van de meerkeuzevragen. De leerlingen mogen bij het oplossen de tekst gebruiken. Zo worden zij die hun tekst bewerken, notities nemen bij de lectuur enzoverder, beloont.

Van zodra er leerlingen met de meerkeuzevragen klaar zijn, mogen worden zij in groepjes verdeeld volgens moment van het afleveren van het eerste deel van de taak. Zij mogen in groepjes van 3 aan een van de begripsvragen beginnen. Omdat de meerkeuzevragen vrij eenvoudig zijn voor zij die het verhaal gelezen hebben, zal de verdeling van de groepjes eerlijk zijn met betrekking tot indeling.

De volgende les wordt dan een rondetafelgesprek over de thema’s van het verhaal, maar geleid door de antwoorden op de begripsvragen en naar voren gebracht door de leerlingen. In het rondetafelgesprek kan de leerkracht ook de punten aanstippen die belangrijk zijn op basis van de cursustekst. De beste manier is niet hiermee te beginnen, maar deze punten aan te halen in repliek op de antwoorden van de leerlingen op de begripsvragen.

Deze tweede les zou kunnen afgerond worden met een beschouwing over “natuurlijke fysionomie” in literatuur: de goeden zijn altijd mooi, de slechten lelijk. In die context kan gewerkt worden met een extract uit Umberto Eco’s “De Taal van het Gezicht” uit Wat Spiegels Betreft.

Detectives I: Oedipus en Hamlet

LESMATERIAAL:

Deze les is nog op geen enkele manier uitgewerkt in werkvormen, hoewel mijn ervaring in verscheidene klassen van verschillend niveau is dat gewoon het verhaal van Oedipus brengen voor de leerlingen, heel wat aandacht opwekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is niet onbelangrijk en daar moet ook gebruik van gemaakt worden, zeker als het een van de absolute klassiekers van de wereldliteratuur betreft. Onlangs zag ik in een college in de gang een oude bank staan met daarop enkele oude schooledities. Oedipus Tyrannos was erbij. Ik denk dat zelfs de leerlingen in de richtingen Grieks niet allemaal tot deze tekst toekomen. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de leerkracht Nederlands om zulke teksten te behandelen.

Inleiding:

Dikwijls begin ik een les waarin Grieks theater ingeleid moet worden over de Olympische spelen. Je polst bij de leerlingen wat ze erover weten en probeert ze geleidelijk te laten nadenken waar die spelen vandaan komen. Als ze geen idee hebben, wijs hen dan op het de eigennaam Olympisch, verwijzend naar de berg. Waarom een berg? Daar woonden de goden en ter ere van de Griekse goden zijn de Olympische spelen ontstaan.

Het Westers theater is ontstaan als een integraal deel van een godsdienstcultus. Hierbinnen was er en competitief aspect dat zowel gold voor wat wij nu sporten plachten te noemen (fysieke prestaties) en kunsten (mentale prestaties). Dit aspect is altijd een deel geweest van de artes tot voor de romantiek en als de Olympische spelen zoals wij ze nu kennen nieuw leven worden ingeblazen in de 19de eeuw, dan is het ook typisch voor die periode of voor het eerst de scheiding tussen sport en kunst te maken.

Shakespeares Hamlet kan hierna ook aan bod komen en het perspectief is interessant. Door deze invalshoek zullen de leerlingen beseffen hoezeer de zogezegd belangrijkste tekst uit de moderne letterkunde bijna een calque is van een Grieks toneelstuk.

hamletcl-3-2b-2

Anderzijds verdient de research techniek van Hamlet enige aandacht: voor het eerst wordt waarheid (over de misdaad) gepuurd op basis van psychologie. Hamlet spiegelt de moordenaar zijn misdaad voor en gebruikt diens reactie om de misdaad op te lossen.

Ik hoop er later nog toe te komen om concretere werkvormen voor deze les (of lessen) op te zetten, voorlopig enkel de Nederlandse tekst van ‘De Muizenval’ uit Hamlet.

taalanderwijs.org

Oorspronkelijk was ik niet van plan een aparte url op te zetten voor dit project. Omstandigheden buiten heet onderwijs hebben ertoe geleid dat deze url mij gratis in de handen is gevallen.

Reflectie over onderwijs is meer dan eens nodig als het onderwijs zoals we het nu kennen een toekomst wil hebben. Eveneens kan dit ondertussen omgedraaid worden: het secundair onderwijs zit al jaren in een neerwaartse spiraal, niet door eigen toedoen, maar tegen de achtergrond van exploderende informatiemaatschappij. Het gaat er al lang niet meer om massa’s informatie in je hoofd te kunnen proppen, maar om met die storm van gegeven te kunnen omgaan.

Complexer is het nog gesteld met het moedertaalonderwijs, waarnaar mijn speciale aandacht gaat. Er wordt wel gelezen, maar geen ‘echte’ teksten, er wordt wel gesproken, maar niet genoeg, er wordt veel geschreven, maar het zijn allemaal vormoefeningetjes waar de meeste mensen niets aan hebben. Woordenschat uitbreiden door middel van lijstjes met lekker moeilijke woorden, daar breidt je je actieve woordenschat nooit mee uit. Om complexe woordenschat aan te leren moet een context gecreëerd worden waarin die echt van pas komt. In zo’n situatie leert een taalgebruiker echt iets bij.

Veel van deze stokpaardjes zullen terugkeren, maar pedagische betogen zullen niet de hoofdbrok van dit blog uitmaken.  Het is bij uitstek gericht op andere leerkrachten Nederlands. Daarom zal ik altijd alle materiaal en werkdocumenten hier online delen, enkel en alleen omdat andere ze zouden kunnen uitproberen, testen, verbeteren, bekritiseren en misschien verfijnen. Veel aandacht zal vooral gaan naar evaluatietechnieken. Veel leerkrachten weten best wel hoe ze interessant kunnen bezig zijn en welke teksten ze willen behandelen, maar slagen er niet in daar evaluatiemomenten aan vast te hangen.

Daarom zal er ook enige uitleg moeten gebeuren over het evaluatiesysteem, wat nogal afwijkt van wat men gewoon is, maar volledig conform het leerplan werkt en objectieve resultaten geeft en werkt op basis van een geïntegreerd testen van de vaardigheden en het kennisdomein.

meer later,

J