Cervantes: Don Quichot (1605) en het einde van de ridderroman

LESMATERIAAL:

Het einde van de ridderroman. Cervantes’ satire maakt een finaal einde aan de middeleeuwse, gecodificeerde ridderroman. De ridder bevindt zich in een wereld waar zijn idealen en daden hooguit belachelijk gevonden worden door de eenvoudige mensen.

Psychologie. In Don Quichote lezen we geen kurkdroog narratieve opeenvolging naar een duidelijk doel. De structuur is bijna circulair: hoe Don Q het ook aanpakt, het resultaat blijft hetzelfde: hij krijgt nog meer klappen. Het verhaal drijft op fascinerende en grappige psychologie van de anti-held Don Q en dat is voor het eerst in de literatuurgeschiedenis. Ook op dit vlak opent Cervantes de weg naar de moderne roman.

Volkstaal. Het meesterwerk is ook een voorbeeld van groeiende belang van de volkstaal in de late 16e-17e eeuw. Andersom is de invloed van Cervantes boek op de Spaanse taal evenmin te onderschatten. Het was immers van bij de publicatie een hit.

jean-rochefort-en-don-quichotte

Lesverloop:

Een korte inleiding over de gefaalde militaire carrière van Cervantes is een mooie aanloop diens uitgangspunt, de clash tussen droom en werkelijkheid, over te brengen. Er kan ook gepeild worden naar de kennis bij de leerlingen van de figuur Don Quichote, hij lijkt in het collectieve geheugen gegrift.

Iedereen weet wel iets over Don Quichote, maar weinigen zullen bovenstaande drie basisfeiten kunnen reproduceren. Ook het prachtige gegeven dat de edelman gek is geworden omdat hij te veel ridderromannetjes heeft gelezen, heeft interessante links naar andere literatuur (Madame Bovary) of andere media. Te veel tv-kijken, gamen, chatten wordt toch ook nog vaak als gevaarlijk afgeschilderd. Of dit nu inderdaad zo is of niet, is een aparte discussie, het is belangrijk dat de leerlingen ontdekken dat dit een culturele metafoor is die al minstens 400 jaar meegaat.

Na de meerkeuzevragen kan dezelfde tekst van het eerste hoofdstuk dienen om een luisteroefening te doen. De luistertekst op librivox.org is een bewerking en een ingekorte versie. De leerlingen houden de tekst erbij en maken aanduidingen over welke stukken weggelaten zijn. Het werkt beter om na een eerste luisterbeurt de leerlingen in groepjes samen te plaatsen, een nieuwe tekst te geven en hun bevinden op die nieuwe tekst aan te brengen.

De resultaten en bevinden kunnen in een volgende les een startpunt bieden om enkele ideeën over bewerkingen van literatuur te behandelen. Er kan ook teruggekoppeld worden op de inleiding en nagegaan worden in welke bewerking zij Don Quichote hebben leren kennen. Of deze vraag kan al deel uitmaken van de taak als schrijfoefening.

“Zoenen met de goddelijke zombie”: Jacques Perk en het romantisch idealisme

ARTIKEL:

Het zoenen van de goddelijke zombie (.pdf)

Volgens mij verdient geen enkele periode meer aandacht dan de 19de eeuw. Het probleem met de Nederlandse letterkunde, is dat er weinig vroege exponenten van de Romantiek furore maken tot na de dood van Shelley en Keats. De Romantiek wordt dan ook gauw misbegrepen en afgedaan als ijlhoofdig gezwijmel over gevoelens, terwijl dat idee nooit volstaat om de visie van Romantische auteurs ten volle te beschrijven. Romantische dichters hebben het niet over gevoelens, maar over abstract-filosofische concepten.

Zoals het in Keats’ ‘Ode aan een nachtegaal’ niet draait om een vogel, een specifiek dier of wat de dichter voelt als hij die vogel hoort zingen, gaat het bij Perk niet over een meisje Mathilde, maar een algemeen filosofische, abstracte waarheid over leven en dood.

Mathilde

Het artikel bevat ook een korte uitweiding over het semiotisch vierkant en het gebruik ervan in literaire en andere teksten. Er is ook geen herlezing of eindredactie op gebeurd; in deze vorm is het nog niet echt geschikt als cursustekst.

Klastoneel: Hugo Claus, ‘Borgerocco’ (1998)

LESMATERIAAL:

Schetsmatig lesverloop:

Lezing tafereel 1: uiterest kort, bestaat volledig uit volkse liedjes, die de leerlingen zelf moeilijk kunnen improviseren.

Tafereel 2 t.em 5 worden vervolgens door de leerlingen zelf gespeeld, als een eerste tekstlezing (met de tekst in de hand). Spelers wisselen na een bladzijde ongeveer. Het helpt om dan Fadua en Jan elk een attribuut (sjaal of pet ofzo) te geven om de identificatie van de personages bij het ‘publiek’ niet te verstoren.

Meerkeuzevragen worden individueel opgelost en afgegeven. Daarmee is zeker een lesuur  gevuld. In een volgend lesuur kan de rest gespeeld worden, misschien loont tafereel 6 zich bij uistek om een leesoefening mee te doen, zodat alle vaardigheden in deze lessen aan bod komen.

borgerocco

De scorebladen voorzien dat elke leerling speelt en voor spreken geëvalueerd wordt. In die zin kan het spenderen van nog een les (of twee) gerechtvaardigd worden in de context van spreekonderwijs.

Radio-interview: Hugo Claus in Parijs

LESMATERIAAL:

Op basis van een interview met Johan Anthierens horen wat over de fascinatie die Hugo Claus, zoals een grote groep andere dichters en schilders, naar Parijs lokt. Dit vormt een deeltje van het soms toch wat langdradige marathoninterview voor de VPRO uit 1986. Het gehele interview is te beluisteren en te downloaden op de website van de VPRO. Ik ben er nog niet toe gekomen om het op te knippen.

clausappel

De luisteroefening betreft het tweede uur van het interview, vanaf 22min58 tot aan de koffie rond 32min50.

Structurerend Lezen: Remco Campert, ‘De Tafelschikking’

LESMATERIAAL:

Lesdoelen: deze taak doet beroep op het vermogen van de leerlingen om ordenend een tekst aan te pakken en tracht ook de aandacht te vestigen op het literaire gehalte van nieuw realistisch proza.

Quizizz Pro: digitaal blijft deze taak altijd overzichtelijk: je sleept de naambordjes

Doelgroepen: de structurende leestaak kan zelf in een 3e jaar gegeven worden, het literaire deel past eerder in 5e en 6e en is niet evident. Natuurlijk kan ook de tijd van de proef gevarieerd worden om te diversifiëren in niveau.