Sprookjes: Roodkapje en de weerwolf

LESMATERIAAL:

Er is in het moderne moedertaalonderwijs zeker aandacht voor de sprookjes. Als het erom gaat een aanknopingspunt te vinden in de leefwereld van de jongeren, dan is dit onderwerp gefundenes fressen. Disney nu wel populairder dan toen ik jong was, zelfs bij oudere tieners. Hiervan wordt echter veel te weinig gebruik gemaakt om de leerlingen iets fundamenteels bij te leren over literatuur, maatschappij, geschiedenis, opvoeding en seksualiteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meeste handboeken vestigen enkel nog de aandacht op de verwerkingsniveau’s, de aanpassingen nagaan tussen verschillende versie en hebben weinig oog voor de tekstfunctie. Soms durft men wel verwijzen naar de seksueel-pedagogische ondertoon van de oorspronkelijke volksverhalen, maar er wordt niet op de tekst gewerkt of aangeduid hoe dat in de tekst verweven zit.

Aan de hand van een vergelijking van het sprookje van Perrault met een middeleeuwse, mondelinge variant, wordt duidelijk dat het oorspronkelijke volksverhaal een duidelijke maatschappelijke functie vervult, terwijl het bij Perrault om amusement gaat. De aanpassingen in het verhaal, met het vervangen van de oorspronkelijke weerwolf (geen dier maar een mens, een man) door een gewone wolf (een dier) op kop, vormen een cruciale breuklijn tussen volksverhaal en ‘literatuur’.

Concrete werkvormen of taakmateriaal voor deze les zijn nog niet beschikbaar. Ik heb wel enkele ideeën, maar die wil ik eerst uitproberen: tekstvergelijking laten maken, verhalen doorvertellen en registreren welke elementen verdwijnen, … Voorlopig enkel een ruw achtergrondartikel voor de leerkracht.