Uit eigen ervaringen en uitsluitend met betrekking tot het lagere onderwijs, zijn er mij de afgelopen jaren een aantal zaken duidelijk geworden. Er is iets veranderd in het lager onderwijs: de boeken die wij (pre-1992) onder ogen kregen, waren, hoe saai ook, altijd ook wetenschappelijk solide en pedagogisch consistent. Dit zijn twee duidelijk onderscheiden aspecten van een schoolboek.
- Wetenschappelijk soliditeit: wat de kinderen aangeleerd wordt, hoe beperkt ook, is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten die algemeen aanvaard worden.
- Pedagogische consistentie: er is een duidelijke visie op hoe aangeleerd zal worden en die visie wordt altijd en overal correct toegepast.
De reeks artikels die ik in de afgelopen twee jaren heb geschreven, zijn concrete analyses van leerinhouden, voornamelijk bij uitgeverij Van In, die op die vlak zondigen. Heel concreet gaat het om de volgende kwesties:
- Het aanbieden van een woord zoals weg vanaf het 1e leerjaar i.p.v. een woord als lach.
- Het opstellen van valse spellingsregels voor aspecten van de taal waar geen regels voor zijn: zoals de spelling van au/ou of ij/ei
- Spellingsregels verzinnen omdat men niet weet dat ‘banaan’ twee lange a’s heeft en geen regel behoeft.
- Complete verwarring omtrent het gezegde in de zinsontleding bij de auteurs, wat leidt tot letterlijke absurde opgaven.
- Stellen van compleet onrealistische eisen: zoals het niet dicteren en eind -n of van leestekens, terwijl dat laatste zelfs ook in het Groot Dictee gebeurt – het is immers een keuze van de schrijver.
- Bij werkwoordspelling niet de correcte regels aanbieden, maar enkel op taalgevoel rekenen. Bij dat taalgevoel hoort dan wel een enorm schema en de leerlingen wordt verplicht het te gebruiken: bij elke oplossing moet het nummertje van het schema gezet worden.
- Bij de werkwoordspelling worden
- tijden niet benoemd;
- vtt (ik heb gespeeld) soms bij (o)tt en soms bij vt gerekend;
- systematiek vtt niet uitgelegd;
- van werkwoorden afgeleide adjectieven (de vermoorde agent) niet apart behandeld, maar gewoon tussen oefening op vt gezet (hij vermoordde)
Al deze kwesties betreffen niet gewoon onnauwkeurigheden, maar fouten (noem ze ‘pedagogische keuzes,’ zoals de uitgeverijen graag doen) die tot leerproblemen leiden. Meer dan eender welke, toont het probleem met de g/ch aan dat het al een tijdje aan de gang is.
Opmars als educatieve uitgeverij
Joseph Van In & Cie bouwde zijn bedrijf uit tot een van de belangrijkste Vlaamse pedagogische uitgeverij in het zog van de in 1843 opgerichte Nederlandstalige normaalschool (onderwijzersopleiding) in Lier.
Echte verandering komt er pas in 1973 wanneer Van In Uitgeverij nv wordt overgenomen
Sanoma, een Finse educatieve uitgeverij?
Sanoma ontstond slechts in 1999 als groep rond de Finse krant Helsingin Sanomat die teruggaat tot 1889 maar dan nog steeds meer dan 50 jaar jonger is Van In. Sinds in 2004 het Nederlandse Malmberg en Van In onder Sanoma terecht kwamen, heeft het zijn educatief marktaandeel proberen vergroten door het aankopen van andere lokaal verwortelde educatieve uitgeverijen, waarbij het Poolse Digital Young Planet uiteindelijk het ontwikkelingsplatform lijkt te worden voor alle digitale ontwikkelingen binnen de groep. De schoolboekenuitgeverij in Polen is Nowa Era.
De complexe structuur van Sanoma maakt het mogelijk oplossing die op het niveau van de lokale uitgevers ontwikkeld worden, op hoger niveau opnieuw te marketen. Zo werd het online oefenplatform Bingel.be , ontwikkeld onder leiding van Van In, vanaf het begin gepromoot via de commerciële magazine van Sanoma zoals Libelle en opnieuw verkocht aan het Zweedse en Finse publiek sinds einde vorig jaar.
CEO van Sanoma Learning John Martin promoot het platform met de volgende indrukwekkende cijfer over Bingel:
This platform is currently used by 75% of pupils in primary education in Flanders and on average each pupil has done more than 1000 exercises on Bingel since it was launched.
Een snelle check m.b.t. het verkeer op de bingel website leert ons dat er per dag 270.000 pageviews per dag heeft. Dat zijn volgens mijn berekeningen toch maximum maar zo’n 1500 leerlingen. Een heleboel, maar niet 3/4 van de Vlaamse basisschoolkinderen. Trouwens wordt Bingel ook niet als apart product verkocht, maar samen met de ouwe, getrouwe boeken.
De grafiek toont ook mooi aan dat het pakket bij de scholen verspreid is geworden van september 2012 met beperkte testgroep die gestadig werd uitgebreid de volgende schooljaren. Een eerste stap naar digitalisering van de klas? Is Vlaanderen daar wel klaar voor? Een computerinterface voor elke leerling… niet om de leraar overbodig te maken, maar te ontlasten van nutteloos verbeterwerk, diversifiëren en opvolgen zodat hij de handen om aan elke leerling elke dag tenminste 1-op-1 te werken.
Van In heeft nog steeds een stevig marktaandeel in Vlaanderen, maar dat is dankzij de boekenverkoop. De magazineverkoop, waarin Sanoma Media vooral actief is, slonk –3.24% in 2012 en 2.14% in 2013 en nog eens bijna 5% in 2014. Ook de koers van Sanoma’s aandeel dat in 1999 nog zo’n €15 waard, maar nu slechts zo’n €5,95, bevestigt deze tendens.
Van In & Cie op Boot Camp!
Sanoma haalt nu alle hens aan dek om te proberen zijn lezer zoveel mogelijk mee te nemen naar het digitale platform… en hier voor te betalen. Dit is ook het probleem met onderwijs via een digitaal platform: hoe krijg je de klant zover om hiervoor te betalen. De competitie die uitgeverijen hebben is dan eindeloos: duizenden website met rekenoefenetjes die gratis zijn. Ik kom hier later op terug.
Om de lokale Finse, Poolse en Nederlanse educatieve uitgeverijen zover te krijgen om het Bingel-product te gaan verkopen, was een vrij uitgebreid circus van bedrijfsynergie nodig. In 2014 werd het Sanoma Language Lab georganiseerd, een reizende conferentie tussen de verschillende lokaties waarop verschillende digitale oplossingen werden voorgesteld, besproken en beoordeeld door de deelnemers.
https://www.youtube.com/watch?v=ysc2jL8SfNU
Inschrijven? Samenwerken met professionals van andere landen? Bootcamp?
Dit is nog eens wat anders dan een baas die brult dat je de archiefkast moet opruimen, maar in feite kom het op hetzelfde neer. Er wordt gekeken wat er bruikbaar is bij de lokale uitgeverijen, dat op een hoger niveau opnieuw door Sanoma Pro kan verkocht worden. Heel het toneeltje van het Learning Lab dient om een veilige omgeving te creëren waarin Sanoma Pro de technologie van Van In kan overnemen, zonder dat er formeel om gevraagd wordt.
Natuurlijk kan Van In hier niets tegen doen – Sanoma is volledig eigenaar van Van In. Het is werkelijk choquerend hoe verfijnd bedrijfsaneringe in z’n werk kan gaan. De personeelsleden, die anders Antwerpen ook amper buitenkomen, moeten nu plots hun Zumba afzeggen, want ze moeten “voor het werk naar een congres in Helsinki. En volgende week Gdanks. Drukdruk!”…
https://www.youtube.com/watch?v=akiLp1RCxas
Ze zijn dus op zoek naar de perfecte digitale oplossingen? En iedereen is daar aanwezig: leraars, Sanoma-personeel, ondernemers. Geen pedagogen, wiskundigen of taalkundigen? Welke zijn die ondernemers die gratis hun ideeën ter beschikking van Sanoma willen stellen? Dat kunnen toch enkel maar de ondernemers zijn die door de lokale uitgeverij onder de arme zijn genomen om hun digitale oplossingen te realiseren, of niet? Waar komen de geweldige vondsten vandaan? Gebrainstormde vage projecten zoals Magibib?
Laat er ook geen twijfel bestaan over de betekenis van het woord ‘Bootcamp’. Wie niet toegelaten wordt tot het bootcamp is eigenlijk gewoon “afgekeurd”. En dan nog is het niets voor watjes. Het is groentjes klaarstomen voor de commerciële vikingoorlog:
Van In heeft het corrigeren opgegeven, ze hebben ze toch geen fondsen meer ontvangen voor het herwerken van de tekst, want bij Sanoma zitten we ondertussen met de vinger aan de tablet. U toch ook?