Sprookjes: Verhalen van 1001 Nacht

LESMATERIAAL:
Wat de onmiddellijk oorzaken van de ommekeer in het gedrag van de edelen in de 11de eeuw wordt vaak ook aan de kruistochten gerefereerd, en hoewel de invloed van deze confrontatie tussen westerse en oosterse cultuur niet kan worden onderschat, wordt zelden echt aangegeven wat in de Arabische cultuur deze verschuiving heeft teweeggebracht en hoe. Zonder dit onderwerp echt uit de diepen, kunnen we dit wel concreter maken met korte excursie in een boek waarvan de invloed op de middeleeuwse literatuur onmetelijk moet zijn.
1001_tableau
Vertellingen van duizend-en-een-nacht is de naam voor een verzameling verhalen in de vorm van een raamvertelling uit het Midden-Oosten. Sommige van deze verhalen zijn ouder dan de christelijke jaartelling, andere stammen dan weer uit de Middeleeuwen. De kern van deze verhalen is het Perzische boek Hezar-afsana (Duizend mythen, in het Perzisch: هزارافسانه). Lang dacht men dan ook dat de verhalen van Duizend-en-één-nacht van oorsprong Perzisch waren, maar ze blijken nu uit India afkomstig te zijn.
.
Opmerkelijk is te zien hoe in het titelverhaal Duizend en een nacht, het verhaal verteld wordt over de vertelster Scheherazade die in feite geen verhaal heeft tegen de sterke, machtige, viriele koning, maar toch weet te ontkomen dank zij haar vrouwelijke wapen: hetzelfde talige wapen.

Sprookjes: Roodkapje en de weerwolf

LESMATERIAAL:

Er is in het moderne moedertaalonderwijs zeker aandacht voor de sprookjes. Als het erom gaat een aanknopingspunt te vinden in de leefwereld van de jongeren, dan is dit onderwerp gefundenes fressen. Disney nu wel populairder dan toen ik jong was, zelfs bij oudere tieners. Hiervan wordt echter veel te weinig gebruik gemaakt om de leerlingen iets fundamenteels bij te leren over literatuur, maatschappij, geschiedenis, opvoeding en seksualiteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meeste handboeken vestigen enkel nog de aandacht op de verwerkingsniveau’s, de aanpassingen nagaan tussen verschillende versie en hebben weinig oog voor de tekstfunctie. Soms durft men wel verwijzen naar de seksueel-pedagogische ondertoon van de oorspronkelijke volksverhalen, maar er wordt niet op de tekst gewerkt of aangeduid hoe dat in de tekst verweven zit.

Aan de hand van een vergelijking van het sprookje van Perrault met een middeleeuwse, mondelinge variant, wordt duidelijk dat het oorspronkelijke volksverhaal een duidelijke maatschappelijke functie vervult, terwijl het bij Perrault om amusement gaat. De aanpassingen in het verhaal, met het vervangen van de oorspronkelijke weerwolf (geen dier maar een mens, een man) door een gewone wolf (een dier) op kop, vormen een cruciale breuklijn tussen volksverhaal en ‘literatuur’.

Concrete werkvormen of taakmateriaal voor deze les zijn nog niet beschikbaar. Ik heb wel enkele ideeën, maar die wil ik eerst uitproberen: tekstvergelijking laten maken, verhalen doorvertellen en registreren welke elementen verdwijnen, … Voorlopig enkel een ruw achtergrondartikel voor de leerkracht.

Detectives III: Edgar Allen Poe, ‘De Gestolen Brief’

LESMATERIAAL:

Historisch beschouwd, hoort Poe natuurlijk voor Doyle behandeld te worden, maar wanneer we de moeilijkheid van de beide verhalen in rekening nemen, is het duidelijk dat Poe beter achteraf behandeld wordt. Wellicht is deze les enkel aan te raden voor 6 ASO en kan voor een deel aansluiting vinden bij lessen over de Romantiek.

 

 

 

 

 

 

Belangrijke focus moet zoals steeds, de onderzoeksmethode zijn. Dit element is voor de leerlingen grijpbaar en kan een praktisch uitgangspunt zijn om een vergelijking te maken met Doyle. Bij Poe gezien we het Romantische genie bezig, zuiver geesteswerk, terwijl Sherlock Holmes dichter bij de moderne wetenschappelijke praktijk aanleunt: hij onderzoekt sporen, empirisch bewijs.

belaruemorgue

Deze tekst is verre van af, al heb ik wel enkele meerkeuzevragen opgesteld om de lectuur te testen. Ik deze les zelf nog niet in deze vorm gegeven, daarom moet dit als Work-In-Progress beschouwd worden.

French linguist Jean-Claude Milner offered in Détections fictives , Le Seuil, collection « Fictions & Cie », 1985, supporting evidence that Dupin and D— are brothers, based on the final reference to Atreus and his twin brother, Thyestes.

http://en.wikipedia.org/wiki/The_Purloined_Letter

EXTRA MATERIAAL (ENG):

E.A. Poe, ‘The Purloined Letter’, audio book at librivox.org
E.A. Poe, ‘The Purloined Letter’, e-text at gutenberg.org

Detectives II: Sherlock Holmes

LESMATERIAAL:

Deze lessenreeks over de detective kan natuurlijk niet aan Sherlock Holmes voorbijgaan. Het leerplan is duidelijk over vertaalde literatuur en als het wereldletterkunde betreft, hoeft het volgens mij geen betoog. Er is binnen de les Engels geen tijd genoeg om zelfs maar de voornaamste auteurs aan te stippen, dus dat kan zeker in de les Nederlands aangevuld worden.

Het is ook belangrijk om op te merken dat wat de originele teksten betreft, alles van A.C. Doyle natuurlijk op het web beschikbaar is: Engelse teksten, audio books, zelfs twee integrale tv bewerkingen van exact dit verhaal zijn vrij te verkrijgen. Ik geef deze links ook altijd aan de leerlingen: wie te lui is om te lezen kan altijd het originele Engelse audiobook op de iPod afspelen. Liever zo dan dat helemaal niets te lezen.

Dit opdracht brengt noodzakelijkerwijs thuislectuur met zich mee. Deze kan getest worden aan de hand van de meerkeuzevragen. De leerlingen mogen bij het oplossen de tekst gebruiken. Zo worden zij die hun tekst bewerken, notities nemen bij de lectuur enzoverder, beloont.

Van zodra er leerlingen met de meerkeuzevragen klaar zijn, mogen worden zij in groepjes verdeeld volgens moment van het afleveren van het eerste deel van de taak. Zij mogen in groepjes van 3 aan een van de begripsvragen beginnen. Omdat de meerkeuzevragen vrij eenvoudig zijn voor zij die het verhaal gelezen hebben, zal de verdeling van de groepjes eerlijk zijn met betrekking tot indeling.

De volgende les wordt dan een rondetafelgesprek over de thema’s van het verhaal, maar geleid door de antwoorden op de begripsvragen en naar voren gebracht door de leerlingen. In het rondetafelgesprek kan de leerkracht ook de punten aanstippen die belangrijk zijn op basis van de cursustekst. De beste manier is niet hiermee te beginnen, maar deze punten aan te halen in repliek op de antwoorden van de leerlingen op de begripsvragen.

Deze tweede les zou kunnen afgerond worden met een beschouwing over “natuurlijke fysionomie” in literatuur: de goeden zijn altijd mooi, de slechten lelijk. In die context kan gewerkt worden met een extract uit Umberto Eco’s “De Taal van het Gezicht” uit Wat Spiegels Betreft.

Metatekst: L.P. Boon, De Bende van Jan de Lichte

Lesmaterialen:

jandelichteDe volgende taak betreft een niet zo eenvoudig soort tekst: twee literaire metateksten. Teksten die over een teksten spreken, in het eerste geval waarbij een flaptekst over een roman en in het tweede een interview over een nog niet bestaand tv-script. Zowel de flaptekst als het interview brengen heel duidelijk Boons programma naar voor. Hij schrijft niet om de lezer te laten wegdromen in een vervlogen wereld, maar gebruikt de historische roman als een katalysator voor een revolutionaire geest bij de mensen. Met het verhaal van de 18e eeuwse verdrukking wil hij de lezer doen opstaan tegen de 20ste eeuwse slavernij van het proletariaat.

boon02

Het interview is licht en grappig, de flaptekst daarentegen vereist gebruik van het woordenboek.
http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/dagopdag2015/januari%2B2015/1.2166184