Arm Bloedje… krantenbericht uit 1923

Probeer de leesproef zelf uit via deze link.

Deze tekst bevat een heel aantal woorden die wij, honderd jaar later, niet meer gebruiken. Dat hoeft helemaal niet te betekenen dat we ze niet kunnen begrijpen: betekenis ontstaat door context.

Indien gevraagd naar de betekenis van woorden zoals ronken, schabeletter, teenemaal, in een grijs schieten en zonder kruis of duit op zak, zonder de context van het artikel, zal het voor velen moeilijk zijn. In de context van dit bericht over een kind dat van huis is weggelopen, wordt alles wel duidelijk.

Naar welk object is de Damberdstraat vernoemd? Kijk eens op Google maps waar in Brussel die straat ligt en ontdek met welk vervoersmiddel hij gereisd heeft.

We kunnen stilstaan bij het voltooid deelwoord van spijzen, dat net zoals reizen, ons leert dat de stam van zulke werkwoorden /spijz/ en /reiz/ is. We kunnen spreken over de objectvorm in ouder Nederlands: De agent maakt den slaper wakker.

Dan hebben we nog een bijbelse verwijzing en in deze tijd moeten de leerlingen volgens mij in 1 minuut met Google kunnen ontdekken in welk(e) evangelie(s) deze parabel verteld wordt.

Wie de moderne tijd verwijt dat we (tijdens het doomscrollen) veel overvallen worden met reclame, kan in deze afbeelding zien hoe in vroeg 20ste eeuwse kranten de advertenties gewoon tussen de nieuwsberichten kunnen staan.

Verbandquiz: woordbetekenis

Connections, het nieuwe taalspel op de website van de New York Times, geeft je 16 woorden die je in 4 categorieën moet ordenen. Elk kwartet is te vatten onder een enkele beschrijving. Hieronder vind je een aantal voorbeelden, maar via de website kun je zelf oefeningen aanmaken, op het niveau van jouw leerlingen.

Connections, het nieuwe taalspel op de website van de New York Times, geeft je 16 woorden die je in 4 categorieën moet ordenen. Elk kwartet is te vatten onder een enkele beschrijving. Hieronder vind je een aantal voorbeelden, maar via de website kun je zelf oefeningen aanmaken, op het niveau van jouw leerlingen.

Verbandquiz 1

Verbandquiz 2

Verbandquiz 3

Verbandquiz 4

Verbandquiz 5

Verbandquiz 7

Lezen: Spijskaart uit 1949

Een tekst omvat soms verschillende tekstsoorten: dit is een voorbeeld bij uitstek. Kritisch en diepgaand lezen vereisen niet altijd lange teksten. De quiz heeft enkel tot doel de leerlingen op de belangrijke tekstelement te focussen: is deze tekst nu een menu, gedicht of een gebed? Het heeft elementen van alle drie, maar wat is het hoofddoel van deze communicatie?

Probeer de leestest zelf!

De Gazet van Gisteren: 3 lessen historische teksten lezen

Probeer de interactieve Quizizz lessen uit:

PDF werkbladen:

Ik zou nooit meer de leerlingen 17de eeuwse literatuur voorschotelen zonder hen voor te bereiden met niet-literair Nederlands uit dezelfde periode. In dezelfde denktrant zouden leerlingen moeten voorbereid worden op 19de eeuwse literatuur met niet-literaire uitingen. Deze les probeert op dit vlak enkele aangrijpingspunten te bieden.

Alle krantenberichten in deze lessen zijn afkomstig van uit het digitale, online krantenarchief BelgicaPress.be van de KBR.be. Het is aan te raden een gratis account aan te maken, zo krijg je toegang tot de kranten na 1919. Voor Nederland, is er Delpher.nl, dat nog uitgebreider is en waarvoor geen account nodig is. Delpher biedt uiterst interessante mogelijkheden voor taalonderzoek op middelbare-schoolniveau.

Taalbeschouwing

In deel 1 bekijken we een aantal onbekende woorden in oude krantenberichten en komen samen tot het besef dat a) het woord semantische doorzichtig is; of b) dat de betekenis vervat zit in de context. Zo leren we elk woord dat we beheersen: door gebruik in realistische contexten. De enige uitzondering is de het vak Nederlands in Vlaanderen, waar leerlingen moeilijke woorden moeten leren alsof het een vreemde taal is. De inhoud van de les is ook geen woordenschat: het gaat er niet om die 19de eeuwse woorden te leren. Sterker nog: op het examen krijgen ze een andere tekst uit dezelfde periode. De les gaat over hoe in taal betekenis gegenereerd wordt.

In deel 2 bekijken we artikels met sleutelwoorden die we kennen, maar eigenlijk iets anders betekenen. Ook dit blijkt gewoon uit de context, na aandachtige lectuur. Eigenlijk is dit voor elke tekst het geval: de exacte betekenis van woorden wordt bepaald door de manier dat ze gebruikt worden in een tekst.

Deel 3 is een herhaling met kleine uitbreiding, met een stukje verrassende etymologie en aandacht voor Brussel als Vlaamse stad. We testen met een nieuwe tekst of de leerlingen een bepaalde zelfzekerheid ontwikkeld hebben bij het interpreteren van teksten.

Taalzuivering

Voor wie zich afvraagt waarom er zo lang gehamerd werd op grammatica en zinsbouw in het moedertaalonderwijs in Vlaanderen, vindt in de historische kranten het antwoord. Ze staan vol met grammaticale fouten, manke constructies en gallicismen. Het idee dat de kennis van het Nederlands achteruit gaat, is gewoon flauwe kul. Daartegenover staat dat de oude artikelen heel vaak grappig en heel persoonlijk aandoen… met een menselijkheid die in de moderne journalistiek compleet ontbreekt.

Het blijft een prachtig medium voor schrijfonderwijs: het herschrijven van een 19de eeuws artikel naar modern Nederlands is een mooie uitdaging en een goede oefening in taalzuivering voor Vlamingen.

Onleesbaar? Tom Lanoye, Alles moet weg (1988)

LESMATERIAAL:

Hoewel het hier een literaire tekst betreft, is de literaire competentie niet wat hier geoefend en geëvalueerd wordt. Dit is een intensieve leesoefening die een volwassen moedertaalspreker zonder taalproblemen moet kunnen oplossen. Wel is er natuurlijk aandacht en concentratie vereist.

Gebruik van het woordenboek moet volgens mij bij elke taak voor Nederlands toegelaten worden, dus ook voor deze. Het betreft een korte tekst, dus tekst en vragen kunnen samen onaangekondigd als taak gegeven worden.

De manier om dit aan te pakken is de tekst in een keer door te lezen. Op die manier wennen de hersenen aan de aanpassingen en conventiedoorbrekingen die de tekst pleegt. Er ook ook een echte ervaring aan gekoppeld: onze hersenen kunnen veranderingen van conventies aan, als ze maar geleidelijk en duidelijk aangekondigd worden.

Verder is dit ook een oefening waar leerlingen met echte leesproblemen onmiddellijk in de problemen komen. Door een taak zoals deze, kan de leerkracht dit tijdig en objectief detecteren en de nodige remidiëring starten. Het is dan ook interessant om de leerlingen bij wie al leesproblemen werden vastgesteld toch te laten deelnemen. Indien het resultaat bar slecht is, wordt het natuurlijk niet doorverrekend, maar als het wel positief uitdraait, is dat toch een opsteker voor de leerling. Die leert zijn probleem minstens te relativeren.  Of een leerling die echt dyslexie heeft, op deze proef kan slagen, is nog een groot vraagteken, maar een aparte discussie.