Lezen: Spijskaart uit 1949

Een tekst omvat soms verschillende tekstsoorten: dit is een voorbeeld bij uitstek. Kritisch en diepgaand lezen vereisen niet altijd lange teksten. De quiz heeft enkel tot doel de leerlingen op de belangrijke tekstelement te focussen: is deze tekst nu een menu, gedicht of een gebed? Het heeft elementen van alle drie, maar wat is het hoofddoel van deze communicatie?

Probeer de leestest zelf!

Onleesbaar? Tom Lanoye, Alles moet weg (1988)

LESMATERIAAL:

Hoewel het hier een literaire tekst betreft, is de literaire competentie niet wat hier geoefend en geëvalueerd wordt. Dit is een intensieve leesoefening die een volwassen moedertaalspreker zonder taalproblemen moet kunnen oplossen. Wel is er natuurlijk aandacht en concentratie vereist.

Gebruik van het woordenboek moet volgens mij bij elke taak voor Nederlands toegelaten worden, dus ook voor deze. Het betreft een korte tekst, dus tekst en vragen kunnen samen onaangekondigd als taak gegeven worden.

De manier om dit aan te pakken is de tekst in een keer door te lezen. Op die manier wennen de hersenen aan de aanpassingen en conventiedoorbrekingen die de tekst pleegt. Er ook ook een echte ervaring aan gekoppeld: onze hersenen kunnen veranderingen van conventies aan, als ze maar geleidelijk en duidelijk aangekondigd worden.

Verder is dit ook een oefening waar leerlingen met echte leesproblemen onmiddellijk in de problemen komen. Door een taak zoals deze, kan de leerkracht dit tijdig en objectief detecteren en de nodige remidiëring starten. Het is dan ook interessant om de leerlingen bij wie al leesproblemen werden vastgesteld toch te laten deelnemen. Indien het resultaat bar slecht is, wordt het natuurlijk niet doorverrekend, maar als het wel positief uitdraait, is dat toch een opsteker voor de leerling. Die leert zijn probleem minstens te relativeren.  Of een leerling die echt dyslexie heeft, op deze proef kan slagen, is nog een groot vraagteken, maar een aparte discussie.

Jovanka Steele – Kweepeercomplot

Quince on a fruit stand
Quince on a fruit stand by Markus Spiske is licensed under CC-CC0 1.0

Hoe gaan we in de klas om met taalvariatie binnen het Nederlands? Zelfs binnen het Vlaamse taalgebied is er steeds meer aandacht voor variatie: dan is vaak regionaal Nederlands, maar soms een soort van Internationaler Vlaams. Dus waarom niet een luisteroefening in Amerikaans Vlaams?

Audiofragmenten

Fragment 1: In LA gelooft men dat gratis appels giftig zijn

Fragment 2: En toen zei God: “Adam, kweeperen gebruik je alleen in taarten”

Fragment 3: Eén kweepeer is nutteloos

Fragment 4: Zitten alle Vlamingen in een kweeperencomplot?

Teksten

Opdrachten: luisteren en lezen

Probeer de test zelf uit:

Links voor leerkachten met Quizizz abonnement:

Werkbladen in PDF

Lesuitbreidingen

Identiteit: wat maakt mij tot wie ik ben?

Ben ik links of rechts? Geloof ik in de maakbaarheid van mens en maatschappij of in de waarde van traditie?

Geloof ik de identiteit van mensen bepaald wordt door variabele factoren:

  • vaardigheden: wat ik kan
  • kennis: wat ik weet
  • handelen: wat ik doe
  • spreken: wat ik zeg

of door onveranderlijke factoren:

  • naam en familie: hoe ik heet
  • geboorteplaats: waar ik geboren ben
  • moedertaal: hoe ik spreek
  • uiterlijk: geslacht, huidskleur, haarkleur, kleur van ogen: hoe ik eruit zie

Werkvormen

  1. Gooi alle factoren op een hoopje en laat de leerlingen er vier uitkiezen: welke 4 factoren bepalen voor jou wie je bent.
  2. Orden de factoren in 2 groepen: factoren die kunnen veranderen en deze die niet kunnen veranderen.
  3. Noem ten minste drie andere, variabele factoren (woonplaats, job, partner)
  4. Complicering: ik kan toch mijn geslacht, huidskleur, oogkleur en naam veranderen? Hoe komt dit? Welke factoren zullen nooit veranderlijk worden?

Conclusie

Het is zeker niet de bedoeling van de les om het belang van familie, naam, geboorteplaats en moedertaal in het leven van ieder van ons te minimaliseren. Al deze aspecten zijn deel van ons verhaal, maar bepalen niet waar we kunnen geraken in het leven. We leven niet meer in de middeleeuwen, maar willen geloven in een dynamische maatschappij waar er kansen zijn voor iedereen met de juiste vaardigheden. Vaardigheden is een kwestie van leren, gefocust bezig zijn, falen en opnieuw proberen.