Heb jij al eens geonlyfanst? Onbestaande Engelse leenwerkwoordenquiz

Misschien hebt u nog getwitterd, de wereld was toen simpeler. Iedereen kon het spellen en het bekt ook lekker. Nu hebben we ‘X’, dus nu zijn we aan het x-en?

Probeer ‘m zelf uit!

Misschien hebt u nog getwitterd, de wereld was toen simpeler. Iedereen kon het spellen en het bekt ook lekker. Nu hebben we ‘X’, dus nu zijn we aan het x-en? Ik zet maar intuïtief een liggen streepje om de uitspraak ‘ksen’ ter vermijden. Ondertussen zijn we terug gewoon informatie aan het delen (to share) op dit of dat platform.

Dit neemt niet weg dat er een stroom aan Engelse woorden de Nederlandse taal blijft binnenkomen die steevast vernederlandst worden. Daarom heb ik deze oefening gemaakt, een leuke, soms ietwat absurde oefening waarin we Engelse (werk)woorden tot Nederlandse voltooid deelwoorden proberen te kneden.

We kunnen leerlingen wel trainen in de huidige Engelse leenwerkwoorden, maar hen echt wapenen voor de leenwoorden van volgend decennium, kan alleen maar op deze manier. De eerdere versie van de Onbestaande Werkwoordenquiz toonde al aan dat dit dé manier is om beheersing van de theorie te testen.

Socratisch Leren: Breugel en de middeleeuwse beeldcultuur

Deze les was een poging om op Socratische manier de inhoud van wikipedia-artikel aan te brengen: door het stellen van vragen. De leerlingen zijn hierdoor wel gefocust op de materie en gedwongen om na te denken.

Natuurlijk is er informatie over te brengen: die zit stiekem in de vragen. Dat zijn de hendels waarmee leerlingen zelf aan de slag kunnen. Zelf ben ik verre van expert in schilderkunst en haar technieken: mij gaat het om de beeldtaal.

Pieter Breugel de Oudere, De Strijd tussen Vasten en Vastenavond (1565)

Extra aandachtspunten niet vermeld in het wikipedia-artikel:

  • centraal staat de waterput, teken van zuiverheid, maar de put is leeg, of er is een gat in de emmer?
  • herberg heeft uithangbord met afbeelding ‘De Blauwe Schuit’, herberg in de achtergrond enkel een beeltenis. We zien hier de overgang van beeld-cultuur naar tekst-cultuur.
  • twee groepen bedelaars: heel ironisch dat de blinden de weg naar de kerk vinden, terwijl de kreupelen voor de herberg proberen te dansen…
  • de spies van heer Vastenavond combineert het hoofd van een varken, met het lijf van kip en een worstje als staart. Dit is zeker ook een allusie aan de Duivel, die ook wezens kan scheppen, maar die zijn nooit volmaakt: bokkepootjes, hoorntjes, een misvormd oog (Moenen in Mariken Van Nieumeghen).

Rederijkers: Wikipedia leesproef

Actieve leesproef op basis van het gedetailleerde wikipedia-artikel over Rederijkers.

Wikipedia is de eerste plaats waar de huidige leerlingen in contact komen met het wetenschappelijke discours. Het is tevens de eerste gateway naar het zelf lezen van deze teksten voor iedereen buiten het wetenschappelijke circuit.

Uiteindelijk is dit een experiment in efficiënte informatieverwerking: het uiteindelijke doel is dat leerlingen een eerste verwerking van deze leerstof actief in de klas doen. Het lijkt een evidente keuze om dit soort leerstof ex cathedra aan te bieden, een tekst uit te delen en te verwachten dat leerlingen de informatie thuis memoriseren.

Deze opdracht bestaat uit:

  • Focuspunten: sociale, geografisch en historische situering van rederijkers
  • Zoekopdrachten: nauwkeurig zoeken in de tekst kan digitaal altijd via CTRL+F
  • Cursorisch lezen: zich situeren in de tekst
  • Transfer: informatie overdracht tussen twee schermen
  • Woordenschat: gebruik van synoniemen in de vragen, wetenschappelijke woordenschat (heterogeen-homogeen)
  • Contradicties: de bekendste, meest getalenteerde rederijker is geen lid van een kamer: Anna Bijns.

De laatste dt-fout: het onzichtbaar voltooid deelwoord

Het gebeurt iedereen. Ook bij mij is het al meermaals gebeurd dat ik, tijdens het snelle tikken, die twee vormen door elkaar haal. Hier is een databank van dertig oefeningen in pdf, met de mogelijkheid ze digitaal uit te testen in toetsjes van 5 vragen.

Het gebeurt iedereen. Ook bij mij is het al meermaals gebeurd dat ik, tijdens het snelle tikken, die twee vormen door elkaar haal. Hier is een databank van dertig oefeningen, in testjes van 5 vragen.

Hier de volledige test van 30 oefeningen in pdf:

Veel theorie is hier niet te bespreken: we moeten ons er enkel van bewust zijn dat werkwoorden met de prefixen her-, ver-, ont-, ge- geen extra ge- prefix krijgen voor het voltooid deelwoord: herenigd, verrekend, ontmoedigd, gebeurd. Dat maakt dat deze vormen slechts een letter verschillen van de tegenwoordige tijdsvormen voor tweede en derde persoon.

Stembanden knutselen in de klas

We maken dubbelrietfluitjes van drankstrootjes om de stembanden te simuleren.

Het lesdoel is hier tweeledig: 1) ervaren, zien en begrijpen hoe het stemapparaat werkt en 2) stemhebbendheid vs. stemloosheid van klanken begrijpen.

Elk geluid dat we ervaren zijn luchttrillingen die ons trommelvlies bereiken. Die kunnen door eender wat veroorzaakt worden: zelfs wrijven met je handen doet de lucht voldoende trillen voor jou om het te kunnen horen.

Door een punt aan het rietje te snijden het het plat te duwen, ontstaat een dunne opening waardoor de lucht geperst wordt. Omdat de lamellen dun zijn, openen en sluiten ze heel snel, dit heeft te maken met het ontstaat van onder- en bovendruk. De technische achtergrond wordt hier uitgelegd.

Dieren en mensen hebben, in tegenstelling to insecten, een speciaal apparaat voor het maken van geluid: stembanden. Dit zijn niet meer dan twee spiertjes (je kunt ze opspannen) die samen flapperen door de lucht die erdoor stroomt.

Verdere experimenten kunnen zijn: dunnere en dikkere rietjes, plastic en papier, lang en kort. Elke parameter beïnvloedt de klank op een of andere manier.

Dit is meer dan een speeluurtje:

  • kennis, hoe theoretisch ook, vertrekt vanuit de ervaring
  • stemhebbend/stemloos en hoe Nederlands hiermee omgaat, is wat Nederlands van Duits en Engels onderscheid
  • dit onderscheid ligt aan de grond van de meeste spelproblemen in het Nederlands m.b.t. eindmedeklinkers bij beginnende schrijvers en werkwoordspelling bij iedereen.