Over de protestantse leesethiek en dyslexie

Vandaag zag ik onderstaan berichtje op een Nederlandse discussiegroep:

Beste collega,

Als u op een Nederlandse school werkt, wil ik u het volgende

vragen. Zou u me willen vertellen hoeveel boeken uw leerlingen

moeten lezen voor de lijst? Ik probeer een overzicht te krijgen

van de eisen die scholen in Nederland hanteren.

Mail het antwoord naar xxxx

Voorbeeld:

Barendslyceum Ede

Vwo 12

Havo 10

Mavo 8

Meer is niet nodig. Bedankt voor de moeite.

Ik had bijna de man in kwestie geantwoord, maar die heeft wellicht geen zin in bedenkingen vanuit het Vlaamse perspectief. Die wil gewoon statische gegevens aanleggen. De vraag is ook: wat is het nut van die gegevens? En ook: als er toch Nederlandse leerkrachten zijn die veel minder boeken opgeven dan het voorbeeld, zullen die niet durven reageren.

Cijfers

De leerplannen in Vlaanderen verplichten voor de sterkste jaren secundair onderwijs 3 tot 4 boeken per schooljaar, waarvan er nog eentje een dichtbundel en een toneelstuk kan zijn. Elke school of vakteam kan beslissen om meer te verplichten, maar dat komt nooit in de buurt van de aantallen in het voorbeeld hierboven. Met 12 boeken per schooljaar zit je toch aan een ratio van meer dan één per maand en ik vraag me echt af hoe jullie dat voor mekaar krijgen. Los van de tijd voor lectuur, moet er toch ook nog weerslag, verwerking van de lectuur gebeuren, zodat evaluatie mogelijk is. Anderzijds vind ik wel dat een jongere die op een jaar zoveel (hopelijk verscheiden) boeken leest bijna genoeg heeft bijgeleerd voor een jaar.

Copycat leesverslag

Ik vraag me ook af hoe dat dan getoetst wordt en of je met lijsten niet sowieso gekopieerde leesverslagen gaat krijgen. Daarom ben ik niet zo’n voorstander van verplichte lijsten, maar eerder van een dagelijkse, diverse, gefocuste leespraktijk (bijna) elke les. Vergeet niet dat zelfs de mensen die geen boek aanraken, nog steeds gigantisch meer lezen dan mensen 100 jaar geleden. Tekst is overal, zelfs je telefoon kun je niet meer bedienen zonder lezen (niet alleen cijfertjes), maar het is niet allemaal literatuur.

Dikwijls -en ook ik bezondig mij eraan- zijn taalleerkrachten teveel literatuurfreaks die van de hele bevolking verwachten dat zij dezelfde interesse vertonen. Het is waar dat iedere mens een hang heeft naar fictie en daar echt uit leert of dat probeert, maar we moeten niet vergeten dat het fictiemedium voor vele mensen niet meer tekst is, maar beeld. Soaps, series, films, dat zijn de narratieve fictiedragers voor de meeste mensen vandaag de dag. Waar ze zich aan spiegelen (ten onrechte meestal), waar ze mee wegdromen, en zelfs een simpele analyse van een soap kan in de klas een veelzeggende statement maken over “hoe wij onszelf zien”.

Vanuit dat oogpunt zie je hoe narrativiteit en fictie een echte impact op het leven van alledag kunnen hebben.

Rock-theater: Theater Zuidpool, Macbeth

LESMATERIAAL:

LESDOELEN:

  • een begrip vormen over een voorstelling op basis van schriftelijke en auditieve media
  • uitleggen hoe een moderne bewerking van klassiek stuk kan verschillen van het een traditioneel toneelstuk
  • multidisciplinaire aspecten herkennen in een voorstelling (dans, muziek, theater, video)
  • informatie uit verschillende bronnen synthetiseren en structuren

De uitgelezen invalshoek van rockmuziek lijkt gefundes Fressen, maar ik zou deze voorstelling toch niet met leerlingen bezoeken. Eigenlijk is deze performance zuiver een rockconcert in het theater en valt er geen Shakespeare te halen. Nu is dat niet nodig, natuurlijk, maar dan valt het surplus weg. Je gaat met deze voorstelling geen leerlingen winnen voor Shakespeare, zelfs in tegendeel voor degenen die de muziek niet lusten.

Het is werkelijk een beetje zielig om deze fille à papa te horen betogen dat ze wel de ‘originele’ 1606 tekst spelen en in het Engels, maar dat ze er zelf niets van begrijp. Dan speel je in het Nederlands, of laat je Shakespeare achterwege en schrijf je zelf teksten. Vooreerst is de vroegste overgeleverde tekst uit de First Folio van 1623 en verder is dat de meeste gehavende (niet-originele) tekst uit die eerste editie. Enkel de Engelse Wikipedia schaft op dat vlak inzicht, de Nederlandse verdonkeremaand het verschil tussen vermoedelijke compositiedatum (1606) en eerst publicatie.

Literatuurkennis is nooit de sterke kant geweest van theatermensen en meestal hearsay, dus de opmerkingen over muzikaliteit hebben wel een basis. Dat is heel simpel te duiden in de heel onnatuurlijke trocheeën die de heksen spreken versus de jambes van de andere personage – voor zover die niet in proza spreken.

Deze taak is sowieso al lesvullend, maar er is een interessante doe-les te maken op basis van de zeer ritmische rijmpjes van de heksen in Macbeth. Die kunnen aan de leerlingen uitgedeeld worden waarna ze in groepjes hun rijmpje kunnen komen doen. Het heeft bijna de structuur van klapspelletjes die jongere meisjes wel eens doen, maar als de jongens dat te belachelijk vinden mogen die komen laten zien dat te heksen van Macbeth perfect hun originele regels kunnen rappen.

Ik zal voor deze laatste oefening de bruikbare passages nog publiceren.

Theo van Gogh en het debat over vrije meningsuiting

LESMATERIAAL:

Toen ik in het kader van deze les in een klas met een aantal allochtone leerlingen probeerde uit te leggen dat woorden, beledigingen, relatief zijn en niets in vergelijking met daadwerkelijk geweld, zij een meisje: “blauwe plekken gaan weg, maar woorden vergeet je nooit…”

Er is dus in die zin nog veel werk aan de winkel. Deze les opent met de kortfilm die voor een goed deel de aanleiding is tot de hele discussie. Bij de film zijn meerkeuzevragen beschikbaar, daarna is er een tekstenbundel beschikbaar. Hiermee kan best in groepen gewerkt worden: na voorbereiding brengen de verschillende groepen  de basisgegeven uit hun tekst naar voor en kan er gediscussieerd worden.

Cervantes: Don Quichot (1605) en het einde van de ridderroman

LESMATERIAAL:

Het einde van de ridderroman. Cervantes’ satire maakt een finaal einde aan de middeleeuwse, gecodificeerde ridderroman. De ridder bevindt zich in een wereld waar zijn idealen en daden hooguit belachelijk gevonden worden door de eenvoudige mensen.

Psychologie. In Don Quichote lezen we geen kurkdroog narratieve opeenvolging naar een duidelijk doel. De structuur is bijna circulair: hoe Don Q het ook aanpakt, het resultaat blijft hetzelfde: hij krijgt nog meer klappen. Het verhaal drijft op fascinerende en grappige psychologie van de anti-held Don Q en dat is voor het eerst in de literatuurgeschiedenis. Ook op dit vlak opent Cervantes de weg naar de moderne roman.

Volkstaal. Het meesterwerk is ook een voorbeeld van groeiende belang van de volkstaal in de late 16e-17e eeuw. Andersom is de invloed van Cervantes boek op de Spaanse taal evenmin te onderschatten. Het was immers van bij de publicatie een hit.

jean-rochefort-en-don-quichotte

Lesverloop:

Een korte inleiding over de gefaalde militaire carrière van Cervantes is een mooie aanloop diens uitgangspunt, de clash tussen droom en werkelijkheid, over te brengen. Er kan ook gepeild worden naar de kennis bij de leerlingen van de figuur Don Quichote, hij lijkt in het collectieve geheugen gegrift.

Iedereen weet wel iets over Don Quichote, maar weinigen zullen bovenstaande drie basisfeiten kunnen reproduceren. Ook het prachtige gegeven dat de edelman gek is geworden omdat hij te veel ridderromannetjes heeft gelezen, heeft interessante links naar andere literatuur (Madame Bovary) of andere media. Te veel tv-kijken, gamen, chatten wordt toch ook nog vaak als gevaarlijk afgeschilderd. Of dit nu inderdaad zo is of niet, is een aparte discussie, het is belangrijk dat de leerlingen ontdekken dat dit een culturele metafoor is die al minstens 400 jaar meegaat.

Na de meerkeuzevragen kan dezelfde tekst van het eerste hoofdstuk dienen om een luisteroefening te doen. De luistertekst op librivox.org is een bewerking en een ingekorte versie. De leerlingen houden de tekst erbij en maken aanduidingen over welke stukken weggelaten zijn. Het werkt beter om na een eerste luisterbeurt de leerlingen in groepjes samen te plaatsen, een nieuwe tekst te geven en hun bevinden op die nieuwe tekst aan te brengen.

De resultaten en bevinden kunnen in een volgende les een startpunt bieden om enkele ideeën over bewerkingen van literatuur te behandelen. Er kan ook teruggekoppeld worden op de inleiding en nagegaan worden in welke bewerking zij Don Quichote hebben leren kennen. Of deze vraag kan al deel uitmaken van de taak als schrijfoefening.

Klastoneel: Hugo Claus, ‘Borgerocco’ (1998)

LESMATERIAAL:

Schetsmatig lesverloop:

Lezing tafereel 1: uiterest kort, bestaat volledig uit volkse liedjes, die de leerlingen zelf moeilijk kunnen improviseren.

Tafereel 2 t.em 5 worden vervolgens door de leerlingen zelf gespeeld, als een eerste tekstlezing (met de tekst in de hand). Spelers wisselen na een bladzijde ongeveer. Het helpt om dan Fadua en Jan elk een attribuut (sjaal of pet ofzo) te geven om de identificatie van de personages bij het ‘publiek’ niet te verstoren.

Meerkeuzevragen worden individueel opgelost en afgegeven. Daarmee is zeker een lesuur  gevuld. In een volgend lesuur kan de rest gespeeld worden, misschien loont tafereel 6 zich bij uistek om een leesoefening mee te doen, zodat alle vaardigheden in deze lessen aan bod komen.

borgerocco

De scorebladen voorzien dat elke leerling speelt en voor spreken geëvalueerd wordt. In die zin kan het spenderen van nog een les (of twee) gerechtvaardigd worden in de context van spreekonderwijs.

Radio-interview: Hugo Claus in Parijs

LESMATERIAAL:

Op basis van een interview met Johan Anthierens horen wat over de fascinatie die Hugo Claus, zoals een grote groep andere dichters en schilders, naar Parijs lokt. Dit vormt een deeltje van het soms toch wat langdradige marathoninterview voor de VPRO uit 1986. Het gehele interview is te beluisteren en te downloaden op de website van de VPRO. Ik ben er nog niet toe gekomen om het op te knippen.

clausappel

De luisteroefening betreft het tweede uur van het interview, vanaf 22min58 tot aan de koffie rond 32min50.

Hoorcollege: Herman Pleij over spektakel in de middeleeuwen

LESMATERIAAL:

Aanpak luisteroefening: er zijn twee mogelijke benaderingen. Ten eerste blind, een enkele beluistering terwijl het toegestaan is notitie te nemen; ten tweede open, met de vragen voor en tijdens het luisteren beschikbaar. We willen niet het kortermijngeheugen van de leerlingen testen, het gaat om een oefening in luisterverwerking. Gebruik van het woordenboek behoort zoals steeds, toegestaan te worden.

Niveau: dit is geen eenvoudige luistertekst, vooral ook door het tempo waaraan Pleij spreekt. Daartegenover staat dat het tweede deel heel beeldend en geanimeerd gebracht wordt; met eenzelfde spanning als de toeschouwers van de preek van Van Munster waarover hij spreekt. Door deze spanning en de illustraties, wordt het curciale begrip van de vanitas op basis van ervaring bijgebracht. Doelpubliek is toch 3e graad ASO.

Detectives I: Oedipus en Hamlet

LESMATERIAAL:

Deze les is nog op geen enkele manier uitgewerkt in werkvormen, hoewel mijn ervaring in verscheidene klassen van verschillend niveau is dat gewoon het verhaal van Oedipus brengen voor de leerlingen, heel wat aandacht opwekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is niet onbelangrijk en daar moet ook gebruik van gemaakt worden, zeker als het een van de absolute klassiekers van de wereldliteratuur betreft. Onlangs zag ik in een college in de gang een oude bank staan met daarop enkele oude schooledities. Oedipus Tyrannos was erbij. Ik denk dat zelfs de leerlingen in de richtingen Grieks niet allemaal tot deze tekst toekomen. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de leerkracht Nederlands om zulke teksten te behandelen.

Inleiding:

Dikwijls begin ik een les waarin Grieks theater ingeleid moet worden over de Olympische spelen. Je polst bij de leerlingen wat ze erover weten en probeert ze geleidelijk te laten nadenken waar die spelen vandaan komen. Als ze geen idee hebben, wijs hen dan op het de eigennaam Olympisch, verwijzend naar de berg. Waarom een berg? Daar woonden de goden en ter ere van de Griekse goden zijn de Olympische spelen ontstaan.

Het Westers theater is ontstaan als een integraal deel van een godsdienstcultus. Hierbinnen was er en competitief aspect dat zowel gold voor wat wij nu sporten plachten te noemen (fysieke prestaties) en kunsten (mentale prestaties). Dit aspect is altijd een deel geweest van de artes tot voor de romantiek en als de Olympische spelen zoals wij ze nu kennen nieuw leven worden ingeblazen in de 19de eeuw, dan is het ook typisch voor die periode of voor het eerst de scheiding tussen sport en kunst te maken.

Shakespeares Hamlet kan hierna ook aan bod komen en het perspectief is interessant. Door deze invalshoek zullen de leerlingen beseffen hoezeer de zogezegd belangrijkste tekst uit de moderne letterkunde bijna een calque is van een Grieks toneelstuk.

hamletcl-3-2b-2

Anderzijds verdient de research techniek van Hamlet enige aandacht: voor het eerst wordt waarheid (over de misdaad) gepuurd op basis van psychologie. Hamlet spiegelt de moordenaar zijn misdaad voor en gebruikt diens reactie om de misdaad op te lossen.

Ik hoop er later nog toe te komen om concretere werkvormen voor deze les (of lessen) op te zetten, voorlopig enkel de Nederlandse tekst van ‘De Muizenval’ uit Hamlet.

Metatekst: L.P. Boon, De Bende van Jan de Lichte

Lesmaterialen:

jandelichteDe volgende taak betreft een niet zo eenvoudig soort tekst: twee literaire metateksten. Teksten die over een teksten spreken, in het eerste geval waarbij een flaptekst over een roman en in het tweede een interview over een nog niet bestaand tv-script. Zowel de flaptekst als het interview brengen heel duidelijk Boons programma naar voor. Hij schrijft niet om de lezer te laten wegdromen in een vervlogen wereld, maar gebruikt de historische roman als een katalysator voor een revolutionaire geest bij de mensen. Met het verhaal van de 18e eeuwse verdrukking wil hij de lezer doen opstaan tegen de 20ste eeuwse slavernij van het proletariaat.

boon02

Het interview is licht en grappig, de flaptekst daarentegen vereist gebruik van het woordenboek.
http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/dagopdag2015/januari%2B2015/1.2166184

 

Spelling: Opentaal.org, de gratis officiële spellingslijst

LESMATERIAAL:

In tegenstelling tot andere (grote?) talen heeft het Nederlands nog steeds geen gratis toegankelijk woordenboek. Wat louter spelling betreft, is er nog altijd Het Groene Boekje (€19,90) en daarvan is er een elektronische versie die €29,90 kost. De spellingsregels die aan het begin van het boekje opgesomd staan, kun je wel gratis consulteren op woordenlijst.org.

Gelukkig is er nu sedert een paar jaar een alternatief: een opensource spellingslijst. De online vrijwilligers van opentaal.org hebben op basis van online samenwerking een woordenlijst opgesteld en die heeft het keurmerk van de Nederlandse Taalunie gekregen. Deze lijst is in digitale vorm gratis te downloaden op de website van opentaal en is tegenwoordig zelfs de standaard spellingslijst die je meekrijg als je de Nederlandse versie van Mozilla of opensource officepakket Openoffice downloadt. Lees verder “Spelling: Opentaal.org, de gratis officiële spellingslijst”