Het enige dat is weet, is dat ik niets weet (Socrates)
“Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet. Ik moet alles altijd opnieuw onderzoeken,” is een citaat dat aan Socrates wordt toegedicht. Dat is zeker niet correct: het staat niet in de bekende dialogen van Plato.
Die kennis heb ik omdat ik nu zelf op digitale wijze de teksten van Plato kan doorzoeken en dat ook gedaan heb. Een verdere stap zou zijn zoeken waar het citaat dan wel voor het eerst in tekst voorkomt. Misschien ligt er nog ergens een dialoog onontdekt in een bestofte kast, dus als ik mij dezelfde vraag over vijf jaar stel, zal ik het weer opnieuw moeten onderzoeken.
Het inzicht kwam tot mij toen een vriendelijke collega mij zei “ik probeer gewoon wat kennis door te geven” en ik antwoordde met “Tuurlijk!” terwijl ik dacht: “man, wie denk jij dat je bent, als ik informatie moet hebben dan ga ik die wel zelf zoeken en het enige wat ik aan mijn leerlingen wil doorgeven is de vaardigheid om met de massa aan informatie op een productieve manier om te gaan. Weinig verrassend dat ik over dezelfde leerkracht hoorde dat hij ooit valse informatie aan Wikipedia had toegevoegd om zijn leerlingen een hak te zetten: ik noem dit een kennisterrorist.
Natuurlijk is Wikipedia verre van perfect, maar iedereen die klaagt dat hij fouten gezien heeft en ze niet verbetert, heeft geen excuus. Eigenlijk begint kennis op Wikipedia pas bij de voetnoten. Het zou mooi zijn als Wikipedia via een AI toepassingen de kwaliteit van het artikel zou ‘raten.’ Het aantal verschillende bronnen zou een belangrijke factor zijn.
Kennis wordt vaak gelijkgesteld aan het memoriseren van termen, teksten, schema’s, modellen. Is het omdat ook universiteiten dit als het criterium zien om het kaf van het koren te scheiden? Dit is duidelijk niet de manier waarop experts hun kennis opbouwen: iemand wordt pas een goed arts na heel veel praktische ervaring en contact met vele patiënten (dan nog in een beperkt gebied). De kennis van een longarts bijvoorbeeld komt door het jarenlang onderzoeken van patiënten, het opzoeken van informatie, het doen van tests en het bespreken met collega’s. Dan spreken we over kennis.
Onderwijs moet zich focussen op het verwerven van vaardigheden die tot kennis kunnen leiden: lezen, luisteren, opzoeken, verifiëren, toepassen, bijsturen. Het is een actief proces: niet het volgieten van een leeg glas.
Een tekst omvat soms verschillende tekstsoorten: dit is een voorbeeld bij uitstek. Kritisch en diepgaand lezen vereisen niet altijd lange teksten. De quiz heeft enkel tot doel de leerlingen op de belangrijke tekstelement te focussen: is deze tekst nu een menu, gedicht of een gebed? Het heeft elementen van alle drie, maar wat is het hoofddoel van deze communicatie?
Ik zou nooit meer de leerlingen 17de eeuwse literatuur voorschotelen zonder hen voor te bereiden met niet-literair Nederlands uit dezelfde periode. In dezelfde denktrant zouden leerlingen moeten voorbereid worden op 19de eeuwse literatuur met niet-literaire uitingen. Deze les probeert op dit vlak enkele aangrijpingspunten te bieden.
Alle krantenberichten in deze lessen zijn afkomstig van uit het digitale, online krantenarchief BelgicaPress.be van de KBR.be. Het is aan te raden een gratis account aan te maken, zo krijg je toegang tot de kranten na 1919. Voor Nederland, is er Delpher.nl, dat nog uitgebreider is en waarvoor geen account nodig is. Delpher biedt uiterst interessante mogelijkheden voor taalonderzoek op middelbare-schoolniveau.
Taalbeschouwing
In deel 1 bekijken we een aantal onbekende woorden in oude krantenberichten en komen samen tot het besef dat a) het woord semantische doorzichtig is; of b) dat de betekenis vervat zit in de context. Zo leren we elk woord dat we beheersen: door gebruik in realistische contexten. De enige uitzondering is de het vak Nederlands in Vlaanderen, waar leerlingen moeilijke woorden moeten leren alsof het een vreemde taal is. De inhoud van de les is ook geen woordenschat: het gaat er niet om die 19de eeuwse woorden te leren. Sterker nog: op het examen krijgen ze een andere tekst uit dezelfde periode. De les gaat over hoe in taal betekenis gegenereerd wordt.
In deel 2 bekijken we artikels met sleutelwoorden die we kennen, maar eigenlijk iets anders betekenen. Ook dit blijkt gewoon uit de context, na aandachtige lectuur. Eigenlijk is dit voor elke tekst het geval: de exacte betekenis van woorden wordt bepaald door de manier dat ze gebruikt worden in een tekst.
Deel 3 is een herhaling met kleine uitbreiding, met een stukje verrassende etymologie en aandacht voor Brussel als Vlaamse stad. We testen met een nieuwe tekst of de leerlingen een bepaalde zelfzekerheid ontwikkeld hebben bij het interpreteren van teksten.
Taalzuivering
Voor wie zich afvraagt waarom er zo lang gehamerd werd op grammatica en zinsbouw in het moedertaalonderwijs in Vlaanderen, vindt in de historische kranten het antwoord. Ze staan vol met grammaticale fouten, manke constructies en gallicismen. Het idee dat de kennis van het Nederlands achteruit gaat, is gewoon flauwe kul. Daartegenover staat dat de oude artikelen heel vaak grappig en heel persoonlijk aandoen… met een menselijkheid die in de moderne journalistiek compleet ontbreekt.
Het blijft een prachtig medium voor schrijfonderwijs: het herschrijven van een 19de eeuws artikel naar modern Nederlands is een mooie uitdaging en een goede oefening in taalzuivering voor Vlamingen.
om met digitale tekstdatabases (delpher.nl) werken
om empirisch taalkundig onderzoek te doen naar de inburgering van neologismen
om hun onderzoeksgegevens te rapporteren
De leerlingen ontwikkelen kennis over…
wat false positives zijn en hoe ze te vermijden tijdens onderzoek
het invloedrijke comedy duo Koot en Bie
hoe nieuwe woorden (neologismen) de taal binnenkomen
Groepswerk lijkt aangewezen, maximaal 6 groepen. Hieronder heb ik 6 neologisme opgesomd die kunnen onderzocht worden. Ze bestaan allemaal uit één woord, wat het digitaal zoeken in het archief makkelijker maakt.
Demonstreer hoe de Delpher zoekmachine werkt en hoe je navigeert in de zoekresultaten, door voor de klas een woord zoals smurrie of oelewapper op te zoeken. De grafische weergave van de resultaten is essentieel om ze goed te interpreteren.
Taalkundig onderzoek hoeft niet heel complex te zijn en is eigenlijk veel meer gepast voor het middelbare onderwijs dan literatuuronderzoek. Het gebeurt vaak op basis van een corpus: een verzameling teksten die representatief moeten zijn voor een periode of gebied. Zulke corpora zijn tegenwoordig digitaal beschikbaar voor iedereen: een uitgelezen kans om taalkundig wetenschappelijk onderzoek te doen in de klas. In 1999 had auteur Ewoud Sanders nog een heel team nodig om voorbeelden te zoeken voor zijn boek Jemig de Pemig: de invloed van Kooten en Bie op het Nederlands. En dan nog zijn de voorbeelden meestal uit de periode van vroege digitale kranten (1992-1999). Hieronder toon ik onomstotelijk aan dat de regelneef na zijn tv-verschijning in 1977 onmiddellijk wordt opgenomen in de Nederlandse taal, dankzij het Delpher corpus.
Kotenbi-ismen
We zouden ze kotenbiïsmen kunnen noemen…
Het belang van dit duo voor de Nederlandstalige comedy kan niet onderschat worden: met hun absurde humor zijn ze vergelijkbaar met Monty Python, maar zijn ze op veel directere wijze een maatschappijkritische stem, reed in de jaren ’70.
kneukfilm, een film waarin niet alleen geknokt wordt
natuurleuk
De lijst geeft zelfs data wanneer de neologismen in gebruik zouden zijn gekomen, nadat ze eerst gebruikt werden in Koot en Bies tv-programma.
Het boekje van Sanders moet het echter (geschreven in 1999) nog stellen met manueel opzoekwerk en bevat daarom bijna geen voorbeelden uit de media van voor 1990.
Dankzij de prachtige tekstdatabank Delpher kunnen we, samen met de leerlingen zelf onderzoek doen. Omdat deze databanken digitaal doorzoekbaar zijn op basis van trefwoorden, kunnen we op zoek naar deze neologismen. In België is er enkel de KBR.be, maar dit krantenarchief zeer beperkt (tot 1919).
Positivo
Bij dit woord komen al bij een eerste probleem: er zitten een heleboel Spaanse teksten in de databank uit Nederlands-Indië. Die moeten we via de resultatenselectie links uitschakelen. Zelfs daarna moeten we kritisch omspringen met een woord dat in andere talen bestaat, maar de hypothese dat K&B de oorsprong zijn van de populariteit van dit woord sinds de jaren ’80, wordt al bevestigingen door de numerieke resultaten:
In de jaren ’70 slecht 4 resultaten, in de jaren ’80 bijna 200 — dat is een stijging van 100%. In de jaren ’90 blijkt dit gebruik van het woord positivo geconsolideerd: het heeft een vast plaats verworven in het Nederlands. Hier enkele voorbeelden:
Regelneef
Bij regelneef ervaren we een andere probleem: de zoekmachine geeft resultaten uit vroeg 19de eeuw, die geen echt treffers zijn: vaak wordt ‘regel — heeft’ onterecht als onze zoekterm herkend. Hier moeten we ook weer de resultaten beperken en uitgaan van een realistische tijdsperiode: dat is best na 1945. Als we echt veel regelneven uit 1945 vinden, kunnen we nog verschuiven.
Hierboven zien we alle gevonden krantenartikelen in lijstweergave. Links zien we gedeeltelijk al de distributie van de resultaten, maar deze zijn duidelijker in de grafische weergave:
Als een woord 2 keer per eeuw voorkomt, zoals voor regelneef in de 19de eeuw het geval is, kunnen we die buiten beschouwing laten. Het zijn false positives zoals deze uit 1918:
Als we ons dan richten op de jaren ’70 dan is het eerste artikel al een voltreffer: het artikel bevat zelfs een expliciete verwijzing van Van Kooten en De Bie:
Voor 3e graads leerlingen geef ik als input krantenberichten uit de 19e eeuw, die vrij beschikbaar zijn op de BelgicaPress website van de KBR. Zo bijvoorbeeld dit bericht uit 1849, over het overlijden van een hovenier.
Alles is mogelijk met computers, maar de enige manier om dit artikel te verbeelden met A.I., is het te lezen, en relevante informatie voor het beeld te selecteren. Waar speelt dit zich af? Wie is er aanwezig? Wat staat er te gebeuren? Wat kunnen we sowieso niet tonen? Wat moet onmiddellijk duidelijk zijn uit de foto? Hier een afbeelding die ik zelf genereerde…
Hier een ander voorbeeld, uit Vooruit, midden 19de eeuw. Als ik deze opdracht geef en ze zou evalueren, heb je beter het woord vigilant opgezocht.
Geef een geldig emailadres in (school of werkmail wordt niet aanvaard); ga naar je mailbox om de bevestiging te klikken. Als je ingelogd bent, zie je dat rechts bovenaan.
Om gericht te gaan prompten, gebruik je best de rechtse modus…