Huis-werk als sociale discriminatie

Dit is een belangrijk aspect bij de democratisering van onderwijs: als je huiswerk gaat verrekenen in de evaluatie van de leerlingen, gaan de leerlingen met een sterke sociale achtergrond beloond worden en zij uit een zwakke sociale omgeving benadeeld.

Je hoort het overal en altijd: deze leerling is wel slim, maar studeert niet voldoende. Het maakt niet uit wat je doet tijdens de les, het eigenlijke werk gebeurt thuis. Studeren is nog altijd is essentie huis-werk.

Daarnaast is er het traditionele huiswerk, de taken die in de klas worden opgegeven en thuis moeten worden uitgevoerd en in rekening gebracht worden voor de uiteindelijke beoordelingen van dagelijks werk.

Deze twee vormen van huis-werk hebben een belangrijke veronderstelling over onderwijs gemeen, namelijk dat het eigenlijke werk, het leren, verwerven van vaardigheden, niet in de klas gebeurt, maar thuis. De klassituatie wordt daarin herleid tot een moment van eenrichtingscommunicatie van leerkracht naar leerling waarbij de leerstof wordt medegedeeld, door de leerling geregistreerd voor latere verwerking, thuis. Er wordt wel aan inoefening gedaan, maar zelden zul je een leerkracht wiskunde tegenkomen die beweert dat de leerlingen met het maken van de oefeningen in de klas voldoende hebben om de betreffende vaardigheid te verwerven.  Op eenzelfde manier stelt het traditionele huiswerk de prestaties uit naar een ongelijke context. Terwijl in de ideale klassituatie de leerlingen gelijk aan de start komen en puur op hun prestatie zouden kunnen worden beoordeeld, beloont huiswerk de gunstige thuisomgeving. In de klas heeft iedereen toegang tot dezelfde naslagwerken, heeft niemand een oudere zus of broer die die taak al een keertje gemaakt hebben, heeft iedereen tijd en dezelfde ‘rust’ of ‘onrust’ tijdens het maken van de taak — iedereen wordt als gelijkwaardig behandeld.

Dit is een belangrijk aspect bij de democratisering  van onderwijs: als je huiswerk gaat verrekenen in de evaluatie van de leerlingen, gaan de leerlingen met een sterke sociale achtergrond beloond worden en zij uit een zwakke sociale omgeving benadeeld. Dit hoeft geenszins absoluut parallel te lopen met financiële toestand van het gezin: ook ziekte van familieleden, gezinsproblemen, scheidingen enzoverder kunnen de extrascolaire prestaties van een leerling kelderen. Ik zie elk jaar in elke school leerlingen met ongelooflijke capaciteiten die uitermate goed presteren in zuiver intrascolaire evaluaties, maar er ook maar niet toekomen thuis iets te presteren.

Ik weet nog dat wij in de lagere school voor elke nieuwe periode die we met geschiedenis aanvingen, een collage moesten maken over die periode thuis. Nu mijn moeder had dat zien aankomen en honderden tijdschriften bewaard. Daarenboven hadden we een Larousse encyclopedie in de kast en had mijn vaders werk als een van de eersten een fotokopieermachine. Nu, mijn collages waren fantastisch, maar je kunt wel begrijpen dat je als je uit een sociale omgeving komt waar school minder gestimuleerd wordt, je het wel kon schudden in een katholiek college.

En dan sla ik een vraag over en vraag: “Maakt het uit of het hier over een bewuste strategie gaat of over een uitwas van een stuk pedagogie wat nooit aandachtig herdacht werd?”

Ook de vraag – “Moeten de leerlingen niet voorbereid worden op het hoger onderwijs waar ze ook moeten zelfstandig werken, thuis, na de les?” best onmiddellijk een antwoord. Inderdaad: na de les. En die duurt in het voortgezet onderwijs tenminste niet zo lang: geen hele dag. In het secundair onderwijs worden bijna 32u per week gespendeerd aan de zuiver transfer (overbrengen) van een miniem stukje leerstof. Dat is zeker geen voorbereiding op voortgezet onderwijs. De transferfase wordt verschrikkelijk uitgesponnen zodat er geen tijd overblijft waarin de leerlingen zelfs ook maar kunnen experimenteren met self-management. Je moet je ook de vraag stellen: welke volwassene die een volledige dag gewerkt heeft, heeft zin om ‘s avonds nog eens achter de boeken te kruipen? Waarom verlangen we dat van jongvolwassenen wel, terwijl die al zoveel te ontdekken hebben buiten de school?

Elke stap naar een oplossing hiervoor, de radicale intrascolaire evaluatie, zal ook moeten dienstdoen als leermoment. De lessen die op deze blog gepubliceerd zijn, hebben exact dit gemeen dat zij taken zijn die de leerlingen kunnen uitvoeren zonder voorkennis en die op zichzelf een leermoment bieden. In die zin moet tijdens een verbetering de spanning die leerlingen zelf generen omwille van goede punten, gebruikt wordt al diepgaand leermoment. Dat er soms ook discussies kunnen ontstaan over antwoorden is belangrijk, want deze de leerlingen gaan op deze momenten ook actief aan het meedenken en onder elkaar discussiëren over de materie, altijd een teken dat ze de materie terdege begrijpen of minstens serieus beschouwen. Deze cognitieve spanning vormt de hoeksteen van het leermoment.

Nu ik net voor de tweede keer dit systeem heb toegepast, is het vooral ook het enthousiasme van de leerlingen over deze aanpak die mij inspireert. Zonder hun medewerking en openheid voor zulk een aanpak, is niets mogelijk en ieder van hen begrijpt mijn achterliggende motivering. Of deze aanpak werkelijk efficiënt is, valt op dit moment nog moeilijk te zeggen. De enige constante die ik wel zie, is dat jongeren van 16-17-18 jaar nog enorm kunnen evolueren in taalkundige capaciteiten gewoon door hun groei. Vaak toetsten zij die een jaar overzaten bij de besten van de klas wanneer ze louter op vaardigheden werden getest.

Detectives II: Sherlock Holmes

LESMATERIAAL:

Deze lessenreeks over de detective kan natuurlijk niet aan Sherlock Holmes voorbijgaan. Het leerplan is duidelijk over vertaalde literatuur en als het wereldletterkunde betreft, hoeft het volgens mij geen betoog. Er is binnen de les Engels geen tijd genoeg om zelfs maar de voornaamste auteurs aan te stippen, dus dat kan zeker in de les Nederlands aangevuld worden.

Het is ook belangrijk om op te merken dat wat de originele teksten betreft, alles van A.C. Doyle natuurlijk op het web beschikbaar is: Engelse teksten, audio books, zelfs twee integrale tv bewerkingen van exact dit verhaal zijn vrij te verkrijgen. Ik geef deze links ook altijd aan de leerlingen: wie te lui is om te lezen kan altijd het originele Engelse audiobook op de iPod afspelen. Liever zo dan dat helemaal niets te lezen.

Dit opdracht brengt noodzakelijkerwijs thuislectuur met zich mee. Deze kan getest worden aan de hand van de meerkeuzevragen. De leerlingen mogen bij het oplossen de tekst gebruiken. Zo worden zij die hun tekst bewerken, notities nemen bij de lectuur enzoverder, beloont.

Van zodra er leerlingen met de meerkeuzevragen klaar zijn, mogen worden zij in groepjes verdeeld volgens moment van het afleveren van het eerste deel van de taak. Zij mogen in groepjes van 3 aan een van de begripsvragen beginnen. Omdat de meerkeuzevragen vrij eenvoudig zijn voor zij die het verhaal gelezen hebben, zal de verdeling van de groepjes eerlijk zijn met betrekking tot indeling.

De volgende les wordt dan een rondetafelgesprek over de thema’s van het verhaal, maar geleid door de antwoorden op de begripsvragen en naar voren gebracht door de leerlingen. In het rondetafelgesprek kan de leerkracht ook de punten aanstippen die belangrijk zijn op basis van de cursustekst. De beste manier is niet hiermee te beginnen, maar deze punten aan te halen in repliek op de antwoorden van de leerlingen op de begripsvragen.

Deze tweede les zou kunnen afgerond worden met een beschouwing over “natuurlijke fysionomie” in literatuur: de goeden zijn altijd mooi, de slechten lelijk. In die context kan gewerkt worden met een extract uit Umberto Eco’s “De Taal van het Gezicht” uit Wat Spiegels Betreft.

Detectives I: Oedipus en Hamlet

LESMATERIAAL:

Deze les is nog op geen enkele manier uitgewerkt in werkvormen, hoewel mijn ervaring in verscheidene klassen van verschillend niveau is dat gewoon het verhaal van Oedipus brengen voor de leerlingen, heel wat aandacht opwekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is niet onbelangrijk en daar moet ook gebruik van gemaakt worden, zeker als het een van de absolute klassiekers van de wereldliteratuur betreft. Onlangs zag ik in een college in de gang een oude bank staan met daarop enkele oude schooledities. Oedipus Tyrannos was erbij. Ik denk dat zelfs de leerlingen in de richtingen Grieks niet allemaal tot deze tekst toekomen. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de leerkracht Nederlands om zulke teksten te behandelen.

Inleiding:

Dikwijls begin ik een les waarin Grieks theater ingeleid moet worden over de Olympische spelen. Je polst bij de leerlingen wat ze erover weten en probeert ze geleidelijk te laten nadenken waar die spelen vandaan komen. Als ze geen idee hebben, wijs hen dan op het de eigennaam Olympisch, verwijzend naar de berg. Waarom een berg? Daar woonden de goden en ter ere van de Griekse goden zijn de Olympische spelen ontstaan.

Het Westers theater is ontstaan als een integraal deel van een godsdienstcultus. Hierbinnen was er en competitief aspect dat zowel gold voor wat wij nu sporten plachten te noemen (fysieke prestaties) en kunsten (mentale prestaties). Dit aspect is altijd een deel geweest van de artes tot voor de romantiek en als de Olympische spelen zoals wij ze nu kennen nieuw leven worden ingeblazen in de 19de eeuw, dan is het ook typisch voor die periode of voor het eerst de scheiding tussen sport en kunst te maken.

Shakespeares Hamlet kan hierna ook aan bod komen en het perspectief is interessant. Door deze invalshoek zullen de leerlingen beseffen hoezeer de zogezegd belangrijkste tekst uit de moderne letterkunde bijna een calque is van een Grieks toneelstuk.

hamletcl-3-2b-2

Anderzijds verdient de research techniek van Hamlet enige aandacht: voor het eerst wordt waarheid (over de misdaad) gepuurd op basis van psychologie. Hamlet spiegelt de moordenaar zijn misdaad voor en gebruikt diens reactie om de misdaad op te lossen.

Ik hoop er later nog toe te komen om concretere werkvormen voor deze les (of lessen) op te zetten, voorlopig enkel de Nederlandse tekst van ‘De Muizenval’ uit Hamlet.

Metatekst: L.P. Boon, De Bende van Jan de Lichte

Lesmaterialen:

jandelichteDe volgende taak betreft een niet zo eenvoudig soort tekst: twee literaire metateksten. Teksten die over een teksten spreken, in het eerste geval waarbij een flaptekst over een roman en in het tweede een interview over een nog niet bestaand tv-script. Zowel de flaptekst als het interview brengen heel duidelijk Boons programma naar voor. Hij schrijft niet om de lezer te laten wegdromen in een vervlogen wereld, maar gebruikt de historische roman als een katalysator voor een revolutionaire geest bij de mensen. Met het verhaal van de 18e eeuwse verdrukking wil hij de lezer doen opstaan tegen de 20ste eeuwse slavernij van het proletariaat.

boon02

Het interview is licht en grappig, de flaptekst daarentegen vereist gebruik van het woordenboek.
http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/dagopdag2015/januari%2B2015/1.2166184

 

Poëzie: stiftgedichten schrijven

Toevallig stootte ik vorig jaar op een filmpje van Dimitri Anthonissen.

Stiftgedicht Diepzee from Dimitri Antonissen on Vimeo.

Dimitri Anthonissen, Diepzee

Het is bekend dat Franz Kafka na een eerste versie geschreven te hebben enkel nog schrapte om tot de uiteindelijke tekst te komen. Ook Michelangelo beweerde dat het beeld al het blok marmer vervat zat en hij enkel de overtollige steen moest wegkappen. Om dezelfde manier gaat Dimitri Anthonissen tewerk; niet met een romantekst of een blok marmer, maar de dagelijkse, absurd ordinaire tekstuele realiteit van de krant van vandaag.

In het Engels draagt deze dichtvorm de ietwat doorzichtigere naam black-out poem. Je maakt een gedicht uit een voorafbestaande tekst door tekst weg te stiften. Dat kan een krant zijn, maar oude boeken waaruit bladzijden missen, zijn ook interessant. Op die manier kun je het niveau van het basismateriaal aanpassen aan het niveau van de klas.

Dimitri publiceerde onlangs zijn bundel Schrap me, terwijl aan de andere kant van de plas ook net nu Austin Kleon zijn Blackout Poems op de markt bracht.

De leerkracht moet hierna zeker een paar van de betere stiftgedichten op de website http://stiftgedichten.com/ lezen en bespreken samen met de leerlingen om te wijzen om een aantal valkuilen. Zo kun je de kolommen in de oorspronkelijke tekst niet respecteren, want die verdwijnen eens alles weggestift is. Je moet echt over kolommen heen lezen van links naar rechts. Een mooie is bijvoorbeeld deze…

Lees verder “Poëzie: stiftgedichten schrijven”