Louis Couperus, De Binocle (1920)

Een compacte en intrigerende inleiding op het werk Louis Couperus, maar ook een mooie illustratie van de fascinatie van Romantische auteurs met het irrationele. Tekst in PDF. Audio-opname in MP3. Kortfilm op Youtube.

Een compacte en intrigerende inleiding op het werk Louis Couperus, maar ook een mooie illustratie van de fascinatie van Romantische auteurs met het irrationele. Qua tijdskader past het verhaal historisch ook binnen het kader van de vroegmoderne, pyschologiserende literatuur, die zich bewust is van het werk van Sigmund Freud. Thematisch wordt in deze korte bespreking van Vrij Nederland uit 1942 (24/10) het belangrijkste mooi samengevat:

Luisteren, Doen en erover Spreken: ‘why people believe they can’t draw’

DEEL 1 – Luisteren en doen

Dit is een heel ander soort luisteroefening: het resultaat van de oefening is geen ingevuld blad met woordjes, of aangekruiste meerkeuzevragen, maar een verzameling tekeningen. De enige bedoeling is dat de leerlingen luisteren en instructies volgen. Als leerkracht is het moeilijk de sterkte van dit experiment in te zien zonder het zelf te doen. Pak dus pen en papier:

Er is amper woordenschat op te pikken in dit filmpje, het gaat vooral om de ervaring:

  • ik kan een Engelstalige TED talk beluisteren, begrijpen en zelf toepassen
  • ik kan wel tekenen als ik een paar technieken gebruik
  • ik kan wellicht veel meer dan ik zelf besef

Uiteindelijk gaat het in deze les niet over ‘leren tekenen’, dat is slechts een vehikel voor een luister- en doeles. Die kan zeker ook gegeven worden in de 2e graad, misschien zelfs in de 1e. Voor de 3e graad hoort er zeker een spreekgedeelte bij.c

DEEL 2 – Spreken

Discussiepunten voor de nabespreking kunnen zijn:

  • You thought you couldn’t draw, but what did you experience?
  • What enabled you to create the drawings you thought you could never create?
  • Are there other skills you think you are really bad at? Why do you think so?
  • Are you convinced that you simply don’t have the talent for certain subjects at school?
  • Do you believe that some people are born with certain talents? Do you believe that anybody can learn anything?

Eindtermen in deze les

ETvaardigheidbeschrijving
1luisteren en kijkenhet onderwerp bepalen
2luisteren en kijkende hoofdgedachte achterhalen
3luisteren en kijkende gedachtegang volgen
4luisteren en kijkenrelevante informatie selecteren
8.1luisteren en kijkenzich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen;
8.2luisteren en kijkenhet luisterdoel bepalen en hun taalgedrag er op afstemmen;
8.5luisteren en kijkenhypothesen vormen over de inhoud en de bedoeling van de tekst;
8.6luisteren en kijkende vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden;
8.7luisteren en kijkende vermoedelijke betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context;
18sprekeninformatie uit teksten meedelen.
19sprekenteksten navertellen
20sprekenteksten samenvatten.
21sprekenverslag uitbrengen over een ervaring, een situatie en een gebeurtenis.
24sprekeneen waardering kort toelichten.
25sprekeneen gefundeerd standpunt naar voor brengen bij beluisterde teksten.
26.1sprekenzich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles kunnen uitdrukken; het spreekdoel bepalen en hun taalgedrag er op afstemmen;
26.2sprekenhet spreekdoel bepalen en hun taalgedrag er op afstemmen;
26.4sprekengebruik maken van non-verbaal gedrag;
26.6sprekenondanks moeilijkheden via omschrijvingen de correcte boodschap overbrengen;
26.8sprekenbij een gemeenschappelijke spreektaak talige afspraken maken, elkaars inbreng in de tekst benutten, evalueren, corrigeren en redigeren.
27mondelinge interactiede leerlingen kunnen de taaltaken, gerangschikt onder ‘luisteren/kijken’ en ‘spreken’, in een gesprekssituatie uitvoeren.
29.1mondelinge interactiezich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen of kunnen uitdrukken;
29.5mondelinge interactievragen om langzamer te spreken, iets te herhalen;
Eindtermen 6 ASO

Woorden hebben geen betekenis, ze krijgen het in context

We weten allemaal wat het woord ‘vroedvrouw’ betekent: het is een vrouw die helpt bij de geboorte van kinderen. Die betekenis lijkt eenduidig en duidelijk en we kunnen ons moeilijk voorstellen dat dit woord ooit een radicaal andere betekenis zou hebben. Ziehier de advertenties van Het Handelsblad uit 1923:

De handel in oude tanden (lees: edelmetalen) buiten beschouwing gelaten is het onmiddellijk duidelijk dat dit geen gewone vroedvrouwen zijn. Alle drie vermelden ze ‘geheime raadpleging’ of ‘geheimhouding’. Uiterst vreemd, iedereen ziet toch dat de dames zwanger zijn aan hun buik als ze gaan bevallen? Ook heel vreemd dat ze open zijn “zondags (tot 2 uur)” want als het tijdstip van bevallen heb je nu eenmaal niet te kiezen.

Het is ondertussen wel duidelijk dat dit de adressen (voor de gemakkelijkheid in de buurt van stations) zijn van abortusklinieken. Het woord ‘vroedvrouw’ in deze advertentie betekent gewoon het tegenovergestelde van wat we oorspronkelijk dachten dat het betekende en de gemiddelde taalgebruiker kan dit zien. De betekenis van woorden wordt altijd mede bepaald door de context. Omgeven door andere woorden zoals ‘geheimhouding,’ ‘enkel op zondag’ maken duidelijk dat het niet over een gewone vroedvrouw gaat.

Dit is een simpele leesoefening, maar wie ze doet, ziet met eigen ogen:

  • dat zwangerschapsonderbreking bestaat of het nu wettelijk geregeld is;
  • dat woorden op radicaal on-eigenlijke manieren kunnen gebruikt worden;
  • dat radicaal oneigenlijk gebruik van woorden een symptoom kan zijn van radicale hypocrisie.

Erik Vlaminck – Het groot huisvuil en de buren

Het is met geen mensenverstand te begrijpen, mijnheer. Ze woont in een half open bebouwing, ze heeft ramen met dubbel glas, ze heeft een afwasmachine, ze heeft een droogkast van Miele. Ze heeft zelfs nen platten teevee…en toch heeft ze een depressie. Zoiets is toch niet te begrijpen!

Misschien wel het sterkste Vlaamse radioboek van de hele collectie van meer dan honderd verhalen. Vlaams in zijn setting en in de stugge, onverzettelijke geest van Streuveliaanse hoofdpersonage dat er maar niet in slaagt te begrijpen dat er ook andere perspectieven op het leven zijn dan de zijne.

Erik Vlaminck slaag er met een typische couleur locale sympathie te generen voor een uiterst onsympathiek personage. Door het perspectief van de hoofdpersoon als enige focalisatie te gebruiken, beleeft de luisteraar een mentale katharsis: we hebben het standpunt een onsympathiek en misschien zelfs crimineel personage beleefd. We zijn in zijn redeneringen meegegaan, omdat we geen andere informatiebron hadden.

De duizenden verhalen in je hoofd – Annelies Verbeke ‘Het bestaat’

Annelies Verbeke

Wellicht heeft alle literatuur die erin slaagt mensen te treffen een autobiografisch aspect.

Lyndsey leeft enkel in haar hoofd: haar leven is enkel draagbaar omdat ze zichzelf telkens opnieuw uitvindt in andere verhalen. Deze verhalen staan niet los van de realiteit: ze vinden hun oorsprong in de harde, saaie, eentonige realiteit van de supermarkt waar ze werkt.

Wat ben ik blij dat de schrijfster geen Lyndsey is geworden, niet in een supermarkt werkt en een aspect van haar eigen psychologie zo secuur ontleedt, dat we er allemaal iets van kunnen leren. Misschien was Annelies ooit ook een meisje met teveel verhalen in de kop, maar ze heeft er iets mee gedaan, is ermee naar buiten gekomen, in tegenstelling tot Lyndsey, die nog steeds zit te fantaseren aan kassa 4…