taalanderwijs.org

Oorspronkelijk was ik niet van plan een aparte url op te zetten voor dit project. Omstandigheden buiten heet onderwijs hebben ertoe geleid dat deze url mij gratis in de handen is gevallen.

Reflectie over onderwijs is meer dan eens nodig als het onderwijs zoals we het nu kennen een toekomst wil hebben. Eveneens kan dit ondertussen omgedraaid worden: het secundair onderwijs zit al jaren in een neerwaartse spiraal, niet door eigen toedoen, maar tegen de achtergrond van exploderende informatiemaatschappij. Het gaat er al lang niet meer om massa’s informatie in je hoofd te kunnen proppen, maar om met die storm van gegeven te kunnen omgaan.

Complexer is het nog gesteld met het moedertaalonderwijs, waarnaar mijn speciale aandacht gaat. Er wordt wel gelezen, maar geen ‘echte’ teksten, er wordt wel gesproken, maar niet genoeg, er wordt veel geschreven, maar het zijn allemaal vormoefeningetjes waar de meeste mensen niets aan hebben. Woordenschat uitbreiden door middel van lijstjes met lekker moeilijke woorden, daar breidt je je actieve woordenschat nooit mee uit. Om complexe woordenschat aan te leren moet een context gecreëerd worden waarin die echt van pas komt. In zo’n situatie leert een taalgebruiker echt iets bij.

Veel van deze stokpaardjes zullen terugkeren, maar pedagische betogen zullen niet de hoofdbrok van dit blog uitmaken.  Het is bij uitstek gericht op andere leerkrachten Nederlands. Daarom zal ik altijd alle materiaal en werkdocumenten hier online delen, enkel en alleen omdat andere ze zouden kunnen uitproberen, testen, verbeteren, bekritiseren en misschien verfijnen. Veel aandacht zal vooral gaan naar evaluatietechnieken. Veel leerkrachten weten best wel hoe ze interessant kunnen bezig zijn en welke teksten ze willen behandelen, maar slagen er niet in daar evaluatiemomenten aan vast te hangen.

Daarom zal er ook enige uitleg moeten gebeuren over het evaluatiesysteem, wat nogal afwijkt van wat men gewoon is, maar volledig conform het leerplan werkt en objectieve resultaten geeft en werkt op basis van een geïntegreerd testen van de vaardigheden en het kennisdomein.

meer later,

J

“kennisgericht”

Eigenlijk zou ik mijn aanpak als kennisgericht onderwijs moeten typeren, al is dat ook een strategische zet. Echte, diepgaande kennis kan niet verworven worden door het simpelweg memoriseren en reproduceren van brokjes informatie.

Daarom ook geven aangekondigde overhoringen een totaal verkeerd beeld van het kennisniveau van de leerling. Leren zoals we het nu kennen, is eigenlijk de avond vooraf spieken. Een stukje leerstof geven en dan een paar dagen later kijken wat men er nog van herinnert, heeft niets met kennisverwerving te maken. Toetsing van eigenlijk ad rem kennis gebeurt dus best onverwacht, of toch minstens zonder ‘voorbereiding’.

Het opslaan van informatie was terecht vroeger een belangrijke factor, maar wordt dat steeds minder. Volgens mij kun je de gehele universiteitsbieb van Leuven dragen als hij geconverteerd zou zijn tot een txt file. Op een harde schijf ofzo.

Kennis bezitten is dus makkelijk, maar er mee leren omgaan is dat minder en minder. Het is dan ook onbegrijpelijk dat het vak Nederlands altijd ontaard met een verwaterde vorm van amateur linguistiek waar de leerling geen vaardiger taalgebruiker van wordt.

Voor de vaardigheden moet dus veel geoefend worden. Als de inhoud van die spreek-, schrijf-, lees-, of luisteroefeningen dan ook gericht is op een onderwerp waarop kennisverwerving dient te gebeuren, dan een volledig pedagogisch programma vervullen. Kennisverwerving moet ingebed zijn in realistische vaardigheidsoefeningen.

Natuurlijk mag je boekbesprekingen downloaden, maar download er gelijk tien, vergelijk die en bouw daarvan een perfect. Perfect normaal functioneel als je kijkt wat de meeste journalisten tegenwoordig doen.

4 veronderstellingen van verouderd onderwijs

Hoewel vaardighedenonderwijs al enkele jaren de regel is, komt dit alleen in de puntenverdeling tot uiting. Lezen, schrijven, spreken en luisteren wegen zwaar door, maar worden amper in de les ingeoefend, mild en amper objectief gequoteerd. Dit heeft dan ook tot gevolg dat de slaagkansen voor Nederlands altijd hoger liggen dan voor vakken als wiskunde, economie of fysica. De resultaten zijn tegenwoordig nog zelden schitterend en dat ligt niet aan de vaardigheden.
Dat komt omdat de overige 40% van de punten te behalen zijn met wat men het kennisluik noemt en taalbeschouwing (grammatica, syntaxis, semantiek, morfologie, sociolinguistiek en taalgeschiedenis) en literatuur omvat. Het grote probleem zit ‘m hierin dat dit deel puur vanuit declaratieve kennis wordt gedoceerd en geëxamineerd. De leerlingen leren informatie of regels uit het hoofd en komen dat reproduceren of toepassen. Op dat eerste ga ik later dieper in, maar zelfs de grammaticale oefeningen die standaard zijn op een examen Nederlands zijn ofwel
  • a) iets wat gememoriseerd moet worden;
  • b) iets wat compleet buiten de realiteit van de normale taalgebruiker staat;
  • c) iets wat een linguistisch-technische aangelegenheid is;
  • d) getuige van een radicaal gedateerde visie op tekst/literatuur/discours.
Hier zijn een paar voorbeeldvragen voor de vier categorieën:
  • a) Wat bedoelde Aristoteles met katharsis?
  • b) Vul de correcte meervoudsvormen aan. Verdeel in zinsdelen.
  • c) Geef aan of in de onderstaande zinnen contaminaties, pleonasmen of tautologieën voorkomen. Bevat onderstaand gedicht metonymy, metaforiek, synesthesie, personificatie or beeldspraak.
  • d) Haal de kenmerken uit deze Romantische tekst. Hoe voelt de dichter zich?
De eerste twee vragen kan iedereen 100% correct beantwoorden (als hij zo slim is de juiste naslagwerken te consulteren), de laatste twee kan niemand definitief beantwoorden.
Voorlopig moet het hier bij blijven dat die vier soorten vragen vier vooronderstellingen over kennis en leren inhouden.
  • a) Kennis is informatie die bewust en correct wordt opgeslagen in de hersenen
  • b) Kennis is wat kan worden toegepast op nieuwe situaties met goed resultaat.
  • c) Kennis is wetenschappelijke kennis en wordt op een wetenschappelijk manier aangebracht.
  • d) Taal is absoluut objectiveerbaar en communicatie is gebaseerd op contact tussen zender en ontvanger.
Al deze vier pijlers zullen later worden uitgediept en uitgelegd worden, maar tussendoor zullen ook een paar concrete oefeningen gepubliceerd worden die een nieuwe aanpak voorstellen. De theoretische achtergrond uitgeschrijven zal langer in beslag nemen, maar ik heb materiaal genoeg om de aanpak inituïtief duidelijk te maken. We moeten sommige lessen nog van instructies worden voorzien.