Ouderparticipatie in een “heel andere” methodeschool
Ik vond een getuigenis van een moeder die haar kind naar een methodeschool (niet-freinet!) had gestuurd. Het lijkt mij interessant deze even rustig door te lezen voor een kanjer van een déjàvugevoel, zelfs voor eerstejaars ‘freinetouders’:
Ik ben moeder van drie kinderen die naar de school gingen. Toen ik readaptatiewetenschappen wilde gaan studeren, koos ik als stageplaats uiteraard de school. Ik wilde er iets meer beteken voor de school dan enkel ouder zijn. Ik wilde echt meewerken aan de toekomst van de school. Ik stond achter hun visie. Verschillende leraren vonden dit een tof idee en zagen al een gratis werkkracht waar ze op konden rekenen. Toen ik met de opleiding bezig was en met mijn syllabus een stageplaats ging aanvragen, zagen een aantal leraren het ineens niet meer zitten. Er was al eens een ouder die stage gedaan had, daarbij noemden ze met veel afkeer de naam, en dat was een slechte ervaring geweest. Ze vroegen zich ook af of er wel werk genoeg was binnen het schoolgebeuren. Ze stonden er niet voor open dat ik bv. vergaderingen zou bijwonen. Ze zijn gewoon bang dat er iets naar buiten zou gebracht worden. Ik vraag mij wederom eens af welke geheimen in een school zo belangrijk kunnen zijn. “De school wordt gedragen door de ouders”. Deze woorden zouden de school eer moeten aandoen. Daarvoor alleen zou een ouder die graag dicht bij het schoolgebeuren staat zo’n school kiezen. Helaas, een meer gepaste uitspraak zou zijn: “De school wordt door een paar ouders gedragen”. Er worden “klassenouders” gekozen om alles in goede banen te leiden. Deze personen zijn meestal, of met de leerkracht van desbetreffende klas goed bevriend, of nauw verbonden met de school. Zij zijn meestal met een aantal ouders van de klas beter bevriend dan met andere. Als er taken zijn, zullen zij eerst hun nauwere contacten persoonlijk aanspreken zodat deze al een aantal taken kunnen invullen. Voor de rest van de taken sturen ze dan een mailtje rond naar de overige ouders. Veel kans dat de taak waar je graag aan deelneemt al bezet is. Dit noemen wij [school]democratie. Ik vraag mij dan af waarom die mensen zo veel belangrijker zijn.
Vooral de beschrijving van de klasouder lijkt exact overeen te komen met wat er in juli 2009, nog voor de eerste schooldag, in de werkgroep pedagogie werd afgesproken. Nochtans is bovenstaande getuigenis van een moeder uit een Steinerschool.
Klasouder(s) [leerkrachten]Team: Elke leerkracht spreekt zelf een ouder aan. Relatie tussen leerkracht en die klasouder is prioritair. Er wordt maw niet naar vrijwilligers gevraagd. (Verslag WG Pedagogie Tinteltuin, 12 augustus 2009)
Freinetouders weten meestal maar al te goed waarom ze hun kinderen niet naar de Steinerschool sturen, want dat is bijna een sekte. Het is dan ook zeer verrassend dat de structuur van ouderparticipatie vrijwel identiek is: nepotisme en ongelijkheid troef. Eigenlijk zijn de verslagen van de werkgroep pedagogie van voor de start van de school op 1 september 2009 allemaal getuige van deze dynamiek. Nog voor de andere ouders zich kunnen aansluiten, worden alle taken verdeeld: leerkracht aan het hoofd, twee coördinatrices, de rest moet het doen als ‘medewerker’. De eerste vergaderingen zijn met voornamelijk leerkrachten en de ouders die nu nog steeds de werkgroep in handen hebben. Eigenlijk horen deze ouders hier niet thuis op deze schoolinterne, pedagogische vergadering. Wat maakt hen tot bevoorrechte gesprekspartners voor het schooljaar begonnen is?
Verplichte, vrijwillige, welomlijnde ouderparticipatie
Daarvoor kies je, als je voor freinet kiest, wordt wel eens gezegd. Het is toch wel duidelijk voor iedereen dat de school de ouders tot niets kan verplichten, maar tezelfdertijd wordt er een sociale druk gecreëerd. Je moet niet alleen het lidmaatschap kunnen betalen, je moet je ook nog kunnen vrijmaken tijdens de schooluren. Is dat niet zo, dan kun je je wel inschrijven voor de poetsploeg, maar dan heeft natuurlijk niemand je bijdrage gezien. Zij die wel bijdragen kunnen leveren in de klas, hebben natuurlijk een streepje voor bij de meester. Dat het zelfs zo ver gaat dat ouders onbegeleid zelf lesuren (werkwinkels) overnemen is in principe absurd.
Omdat we ‘freinetwerking’ willen garanderen maken we kleine klassen, daardoor hebben we teweinig leerkrachtenuren, daardoor moeten ouders lessen overnemen. Vreemd genoeg staan er dan soms ouders alleen voor een heterogene groep van 20 leerlingen. Er mag toch een beetje steun komen op het vlak van ideeën, aanpak, materiaal enzoverder. Ik dacht dat leerkracht toch ook een beetje een vak is wat je met vallen en opstaan leert, dus er mogen zeker geen mirakelen verwacht worden en er moet ondersteuning zijn opdat het voor de ouder in kwestie geen nare ervaring is wordt.
Ouderparticipatie kan een enorme verrijking zijn als het vrijwillig en gekaderd is. Met gekaderd bedoel ik hier: er moet een lesonderwerp zijn. Het draait niet om de persoon, maar om wat we van die persoon kunnen opsteken. Iemand die brandweerman, verpleegster of ijzersmid kan de kinderen een diepe leerervaring bijbrengen. Het kan ik de beroeps- of hobbycontext zijn, iedereen heeft talenten. Meestal heeft de huisvrouw er meer dan alle bovengenoemden, maar beseft ze dat te weinig door een ontoereikende naam voor haar functie… De deelname van de ouders in de klas moet in een andere hoedanigheid zijn dan als papa/mama van … Want het perspectief van het kind is hier belangrijk en mag niet zijn: waarom is Jans mama elke week in de klas en mijn mama nooit?
Sommigen ouders werken zich werkelijk uit de naad en lijken daardoor verantwoordelijkheid binnen de vzw te winnen. Het lijkt alsof de stichtende leerkrachten heel de oudervereniging domineren en ouders elkaar verdringen om hun goeddunken. Dat doen ze door kritiekloos hun standpunten te volgen, zelfs al zijn ze soms echt niet te volgen of zelfs in strijd met de wet. Hoe ver dat gaat heb ik met de kwestie van de bijscholingsbudgetten proberen aantonen.
Meerdere malen heb ik de leerkrachten proberen wijzen op de problemen die kunnen volgen uit ongekaderde ouderpartcipatie in de klas en de school: a) discriminatie van ouders met minder tijd; b) delegeren van leerkrachtentaken sommige ouders; c) logistieke problemen: ouders doen beloftes maar komen ze niet na; d) beïnvloeding van het inschrijvingsbeleid; e) door ouders gegeven lesuren die weinig pedagogische relevantie hebben; f) sollicitatiebeleid is er niet, er wordt voornamelijk uit eigen rangen geput. Maar de aansprakelijkheid van de ouders is beperkt, zij hebben geen verantwoording af te leggen wanneer zij officieus ageren in naam van de school. Zowel in het bedenkelijke inschrijvingsbeleid als met betrekking tot de ouderbijdrage, zijn het nooit personeelsleden van de school zijn die deze ‘fouten’ maken (maar ouders, leden van de vzw) en zelfs zij hebben geen persoonlijke aansprakelijkheid binnen de vzw, laat staan binnen de school.
Het is mij tot mijn teleurstelling meer en meer duidelijk geworden dat dit een bewuste strategie is, en dat niet zomaar elke ouder mag bijdragen. Ouders met verantwoordelijkheid binnen de school, worden, net zoals de gezinnen, zorgvuldig uitgekozen. Zo kun je je bijvoorbeeld niet kandidaat stellen om klasouder te worden, daar moet je voor gevraagd worden. In augustus 2009, nog voor het eerste jaar Tinteltuin van start was gegaan en er een schooldag voorbij was, kunnen we lezen hoe de leerkrachten klasouders zelf moeten kiezen.
Klasouder(s)
Team: Elke leerkracht spreekt zelf een ouder aan. Relatie tussen leerkracht en die klasouder is prioritair. Er wordt maw niet naar vrijwilligers gevraagd
uit: verslag vergadering werkgroep pedagogie, augustus 2009