tinteltand


Het bewust vage onderscheid tussen school en oudervereniging

In de grond zijn er in België twee soorten scholen: staatsscholen en vrije scholen. In de eerste is de Vlaamse overheid die het onderwijs ‘inricht,’ in de tweede soort zijn dat alle ‘anderen’. Alle katholieke scholen behoren tot de laatste groep en alle GO!-scholen tot de eerste, maar er zijn nog andere ‘vrije scholen’ dan de katholieke. Zo zijn er ook protestantse en joodse scholen, maar bij de vrije scholen horen ook de steinerscholen een een groep ‘methodescholen’ (vooral freinetscholen) die zich verzameld hebben onder de naam FOPEM: Federatie voor Onafhankelijke, Pluralistische en Emancipatorische Methodescholen. Bij deze scholen is de oudervereniging de inrichtende macht, de instantie die het onderwijs organiseert. Bij scholen van het gemeenschapsonderwijs is de scholengroep de inrichtende macht, met alle privileges vandien.

Het is precies de inrichtende macht die over kwesties zoals de schoolcultuur en de locatie kunnen beslissen, maar dus ook zelf voor een schoolgebouw moet zorgen. Een GO!-school kan beroep doen op de scholengroep voor de financiering van een schoolgebouw, maar de keuze van de schoolinfrastructuur is dan ook niet een recht van de oudervereniging. Vreemd genoeg werd binnen de oudervereniging wel gedaan alsof de locatie iets was waar zij zelf kon over beslissen of tenminste eisen stellen aan het gemeenschapsonderwijs.  Dat is duidelijk niet het geval. Beide groepen (staatsonderwijs en vrij ‘gesubsidieerd’ onderwijs) krijgen werkingsmiddelen om het pedagogisch project te realiseren, maar de vrije scholen hebben de bijkomende last van de huisvestiging. Om dit te financieren, doen ze beroep op hun inrichtende macht, namelijk de oudervereniging. Zonder bijdragen van ouders of sympathisanten, kan zulk een school niet van start gaan.

De reden van het GO! om de laatste jaren freinetscholen onder haar vleugels te nemen moet niet misbegrepen worden: door extra financiële middelen voor huisvesting te voorzien, kunnen er meer eisen gesteld worden aan de school. Controleren door te subsidiëren – het is een contract, als het ware. Ik heb in andere stukken al proberen aan te tonen dat de houding tegen het GO! (en elke ‘externe’ vorm van inmenging) in de school ronduit negatief is. De teneur is altijd: het GO! voorziet te weinig middelen, geen goede locatie en te weinig geld. Dat het gemeenschapsonderwijs een gelijke verplichting heeft naar alle scholen van de scholengroep en niet zomaar de Tinteltuin kan bevoordelen, lijkt aan de leiding van de school geheel voorbij te gaan. In persoonlijke communicatie, hoorde ik van de initiatiefnemers van de Tinteltuin dat ze geheel voor het FOPEM model te vinden zijn, maar dat dit nu eenmaal geen werkbare piste is (dwz. geen geld). Ook de feitelijk opheffing van de schoolraad (d.i. ze gelijkstellen met het bestuur van de oudervereniging) holt de democratische bedoelingen van dit orgaan uit wordt het vergelijkbaar met het equivalent van de schoolraad in het vrij gesubsidieerd onderwijs.

Waarom er niet voor een FOPEM-model gekozen werd wordt nogmaals duidelijk in het filmpje van de voorzitter van FOPEM, Kris Denys, voor het Groen!-partijcongres van 2010:

http://www.youtube.com/watch?v=0WFnkikPtQU

Terwijl de christendemocraten de belangen van de de vrije katholieke scholen behartigen en het staatonderwijs veeleer politiek rood gekleurd is, lijkt of het alternatieve onderwijsveld van FOPEM de partij Groen! als politieke spreekbuis probeert te gebruiken. Opmerkelijk is dat het enkel over het gebouwenbeleid gaat en heel complex geformuleerd is. Het is een genadebede voor de vrije scholen die hun gebouwen zelf moeten betalen, maar -en dat is belangrijk om de boodschap te begrijpen- enkel de niet-katholieke vrije scholen. De katholieke scholen zijn de laatsten die hun gebouwen zouden willen overdragen aan de overheid. Het gaat hier over de kleine alternatieve schooltjes.

Wat men dus eigenlijk wil, is de schoolgebouwen die in de laatste jaren door ouderverenigingen (en inrichtende machten) van de (niet-katholieke!) vrije scholen, verkopen aan de staat. De Vlaamse regering zou dan eigenaar worden van een aantal gebouwen die zij zelf moet onderhouden en die als school gekozen zijn zonder inspraak van de Vlaamse regering zelf. Sommige scholen hebben zich misschien een groen paradijsje gekocht en verwachten dat de staat daar nu voor opdraait. Hoe kan de Vlaamse regering het maken ten aanzien van bestaande scholen (die strikte oppervlakte- en andere quota hebben) te benadelen? Dan staat het onderwijsveld (terecht!) op z’n kop.

Sterk is ook dat Denys zich in het filmpje nogal laatdunkend uitlaat over het geld dat wel wordt besteed aan gebouwen en zelfs losweg speculerend de vraag stelt of daar misschien geld mee verdiend is. Wij hebben ook recht op een deel van de koek, lijkt hij te roepen,  maar begrijpt niet dat ze het maar te vragen hebben, als zij volgens de regels willen spelen. En dit is, bij uitstek het probleem van FOPEM – het is vrijwel onmogelijk om een onafhankelijjke vrije methodeschool in leven te houden. Kopen of huren, de infrastrucuur is de grootste last bij het starten van een school. Dat het gemeenschaponderwijs zich de laaste jaren profileert als een bevoorrechte partner voor iedereen die een (methode)school wil oprichten, in dan ook niet verwonderlijk. Waarom bij FOPEM, als het gemeenschapsonderwijs je een gebouw ter beschikking wil stellen? Het was bijna exact wat ik van de stichter van de Tinteltuin te horen kreeg: hij was 100% voorstander van FOPEM, maar zei ook dat het geen optie was. Men wil wel de onafhankelijkheid, maar niet de financiële last van de schoolinfrastructuur. Ja, dat wil iedereen wel…

De vraag wat FOPEM voor die onafhankelijke school doet, behalve zo’n €1.000 lidgeld per jaar innen, blijft voor mij onbeantwoord. In de huidige politieke situatie (en in eendere welke andere bij nader inzien) lijkt het weinig waarschijnlijk dat deze plannen verwezenlijkt kunnen worden. Denys weet dit blijkbaar en is al tevreden met een proefproject – wat is dat dan: een proefverkoop aan de staat? Let wel, deze scholen worden op pedagogische vlak net op dezelfde manier financieel ondersteunt als het gemeenschapsonderwijs.

Over FOPEM zelf komen op de website van de Vlaamse regering meer te weten dat op hun eigen webstek. Deze organisatie is lid van

OKO:

  • FOPEM: vrije gesubsidieerde methodenscholen
  • Steinerscholen
  • IPCO: vrije gesubsidieerde protestantse scholen
  • VOOP: 40 andere vrije gesubsidieerde scholen

Wie de website goed bekijkt, lees daar heel duidelijk dat de directrice van de Leuvense steinerschool ook voorzitster is van de federatie van steinerscholen en zelfs voorzitster is van OKO. Om maar te zeggen: wie behartigt de belangen van de freinetscholen die niet bij het gemeenschapsonderwijs aansluiten in de Vlaamse onderwijsraad? Inderdaad, de steinerfederatie zelf. Natuurlijk zitten niet alleen de onafhankelijke freinetscholen om een nieuwe gebouwenpolitiek te wachten, ook de steinervereniging staat hierom te springen.

En eigenlijk is de Tinteltuin een school die, hoewel binnen het GO!, zich volledig gedraagt als een onafhankelijke (gesubsidieerde) school, steiner of freinet. Want in zulke scholen…

  • moeten en echt fondsenwerving gebeuren om de infrastructuur te huren, afbetalen en te onderhouden;
  • is de oudervereniging ook effectief de inrichtende macht die beslist over locatie, schoolcultuur en andere belangrijke kwesties;
  • heerst er binnen de school (misschien deel terecht) het idee: wij betalen hier alles, de staat heeft zich niet te bemoeien.

In BSGO De Tinteltuin daarentegen,

  • wordt de infrastructuur volledig betaalt en onderhouden door het gemeenschapsonderwijs;
  • is de scholengroep de inrichtende macht die beslist over locatie, schoolcultuur en andere kwesties;
  • worden de ouders wijsgemaakt dat het GO! het project tegenwerkt terwijl er geen project zou zijn zonder het GO! en dat het pedagogisch project niet mogelijk is zonder hun ouderbijdrage, terwijl al het materiaal dat nodig is om de eindtermen te halen door het GO! betaalt wordt.

Hoe diep de (bewuste?) verwarring van de school met de oudervereniging verankerd zit, mocht ik nogmaals ervaren in het recentste schrijven aan de directeur van de school:

Sent: Saturday, August 13, 2011 12:10 AM

Subject: Uitnodiging voor de Tintelraad

Beste directeur Henckens,

U weet, of behoort te weten, dat de Tinteltuin al twee jaar lang in overtreding is met decreten over het onderwijs die democratisch werden beslist door de Vlaamse regering. Het gaat hier in het bijzonder over:

  • de scherpe maximumfactuur
  • de minder scherpe maximumfactuur
  • het principe van kosteloos onderwijs
  • het recht op inschrijving
  • ondermijning van het recht op inspraak en informatie d.m.v. het de jure afschaffen van de schoolraad

Verder neigt de oudervereniging zich te gedragen alsof zij de inrichtende macht is en ten onrechte zich de daarbijhorende rechten en verantwoordelijkheden naar zich toe te trekken. Dit is niet onbelangrijk, omdat de wantoestanden binnen de vzw (qua democratisch bestuur en geldbeheer), die in principe civiele zaken zijn, ingrijpen op het onderwijsproces.

Er was mij gevraagd mijn vragen nogmaals tegen 15 augustus op papier te zetten voor de tintelraad. Volgens mijn lectuur van de statuten is de tintelraad echter een adviserend orgaan van de oudervereniging. Maar ik wil gerust mijn vragen daar beantwoord weten.

Wanneer is deze tintelraad?

Gaat het dan enkel over de wantoestanden binnen de oudervereniging, of ook de overtredingen van het decreet op het onderwijs hierboven vermeld?

Zijn er bepaalde vormvereisten voor de vragen?

met beleefde groet,

Johan

Hierop kwam van de directeur enkel de beleefde belofte van een spoedig antwoord, het echte ‘antwoord’ kwam van de voorzitter van de oudervereniging, Philippe Denys:

Dag Johan,

Wij als school zijn eveneens door het bestuur van het GO! op de hoogte gebracht van uw schrijven, en het wantrouwen wat [sic] u daarin uitspreekt. Zowel het feit dat U dit zonder wederzijds overleg doet, alsook de boodschap zelf, maakt duidelijk dat er een vertrouwenskwestie speelt van dusdanige aard dat wij met U per direct het gesprek wensen aan te gaan tussen uzelf, de coordinator en de voorzitters van de school om te zien wat hiervan de consequenties zijn voor het komende schooljaar. Wij wensen dit gesprek te voeren vooraleer er ook maar enige verdere communicatie de school en zijn functioneren verder schaadt.

Inmiddels

Betreffende : uw vragen tav de TintelRaad, tevens schoolraad van de TintelTuin.

Tot heden hebben we geen vragen mogen ontvangen.

Gelieve deze te richten ter attentie van Helga, Lieven en mezelf.

Graag duidelijke afzonderlijke gestelde vragen formuleren. Daarbij nodig ik je uit om zoals andere TT leden eventuele info, argumentatie en een oplossing voor te stellen.

1. Vraag.

2. Info , reden v/d vraag

3. Mogelijke oplossing(en)

In samenspraak met het GO! zal u een antwoord geformuleerd worden.

Op 19 augustus ’11 houden wij onze eerste TR van het jaar, agendapunten voor de volgende bijéénkomst worden er bepaald. Wij houden u op de hoogte.

Groeten,

Philippe

Hier zie je hoe de voorzitter van de oudervereniging in naam van de school spreekt, zelfs met goedkeuren van de directeur (die zelf niet reageert). De oudervereniging is niet verantwoordelijk voor het schoolbeleid en zelfs al laat de directeur het beleid wel door ouders bepalen dat zijn deze nog niet aansprakelijk voor de politiek van de school. Dit merk je ook in de communicatie: de directeur (die door het GO! zelf en de doorlichting zo wordt genoemd), heet in de school ‘coördinator’. Een coördinator is per definitie ondersteunend, terwijl directeur altijd de leider, dirigent is. En natuurlijk kan die beslissen om de macht de delegeren, maar de verantwoordelijkheid voor het gevoerde beleid, kun je niet aan de oudervereniging delegeren. Verderop wordt ook de Tintelraad (een delegatie van de algemene vergadering van ouders) gelijkgesteld aan de schoolraad, terwijl er heel duidelijk toch aparte verkiezingen geweest zijn voor de schoolraad. De enige twee conclusies kunnen zijn dat a) de voorzitter niet weet wat de schoolraad is; b) bewust liegt in de hoop dat genoegen zou worden genomen met antwoorden van de Tintelraad.

Ook de inhoud van de eerste paragraaf is eigenlijk vreemd. Je verwacht een zin als: omdat er een zodanige vertrouwensbreuk is, publiceren wij nu een publiek antwoord op de kwestie zodat alle onduidelijkheden voor iedereen de kop in gedrukt worden. Maar er staat: omdat er een vertrouwensbreuk is, willen wij u privé spreken.

De bewering dat ik het GO! contacteer zonder wederzijds overleg, is eigenlijk te gek om los te lopen: het is het bestuur en de school zelf die al maanden geen overleg wensen te plegen over hoe de school moet omgaan met de decreten over kosteloosheid, maximumfacturen en inschrijvingsrecht. Nooit was er een goed moment voor, was de vraag goed gesteld, of was het relevant. Dat ik de vragen al herhaaldelijk schriftelijk heb gesteld. “Je hebt nu eenmaal voor dit systeem gekozen” – “Ga naar een andere school als je geen bijdrage wilt betalen.” –

De publieke communicatie van een aantal beschouwingen op een blog is blijkbaar zelfs ‘schadelijk’ voor de school – hoe kan het een school schaden om de onderwijsdecreten te citeren? Zijn die gemaakt om de scholen het leven zuur te maken?

In deze hele geschiedenis is mij ondertussen wel duidelijk: daar waar steinerscholen en vrije gesubsidieerde scholen met reden een ouderbijdrage vragen (de kost van de infrastructuur), vragen sommige freinetscholen (de Tinteltuin is hierin zeker niet alleen) een gelijkaardige bijdrage terwijl de hele kost van de infrastructuur door het gemeenschapsonderwijs wordt gedragen. De Tinteltuin anticipeerde de problemen van de FOPEM-scholen, door zich in het project van het gemeenschapsonderwijs in te schrijven. Dit heeft tot gevolg dat deze kleine school meer geld genereert dat de meeste vrije gesubsidieerde scholen: €20.000 – €25.000 op minder dan 100 leerlingen. Daarbij komt nog de winst van de feestactiviteiten. Dit zijn al bedragen die de moeite lonen om een vzw op te richten. Wel wil ik nog eens benadrukken dat hoewel er geld te veel is in deze school, het tekort aan leerkrachturen schrijnend begint te worden.

Het kan bijna niet anders of deze problemen spelen of hebben ook bij andere freinetscholen van het gemeenschapsonderwijs gespeeld. De interessante vraag is: waar komt dit model vandaan? Hoe komt het dat freinetscholen zo sterk op elkaar lijken qua schoolorganisatie en dan nog op vlakken die bij de stichter Célestin Freinet helemaal niet aan de orde waren: ouderparticipatie, duurder dan gewone scholen en exclusiviteit. Er is in Vlaanderen geen freinetbeweging die naam waard en ze is al zeker niet in staat om bepaalde organisatiestructuren op te leggen aan ‘hun’ scholen.

Het lijkt alsof de freinetscholen gewoon steinerscholen zijn die de naam en de vage esoterie hebben afgeworpen en zich zo ‘commerciëler’ voordoen aan het grote publiek. Dit mag contradictorisch klinken, maar vergeet niet dat een parlementaire commissie heeft vastgesteld dat de steinerbeweging een sekte is (weliswaar kon men niet bewijzen dat ze gevaarlijk is) en dat het doel van een sekte nooit ‘de waarheid openbaren’ is, maar je zakken leeg te roven. De leer is een schil, een excuus…



Onafhankelijkheid schoolraad opgeheven
July 2, 2011, 23:22
Filed under: ouderbijdrage, schoolraad | Tags: , , , , ,

Omdat ik op dat punt het vertrouwen in voorzitters, leerkrachten en bestuursleden verloren had om tenminste eerlijk de ouders te informeren over hun rechten, heb ik mij kandidaat gesteld voor de schoolraad, tot grote ontsteltenis van de bestuursleden, want zoals we lezen wordt het niet wenselijk geacht dat ouders zich zo maar kandidaat stellen voor de schoolraad:

Om geen apart orgaan te creëren is het de bedoeling om binnen de Tintelraad de leden van de schoolraad te “zoeken”. Omdat de verkiezing van de schoolraad aan wettelijke regels gebonden is, kunnen we niet zelf kandidaten aanstellen of kiezen, maar we kunnen wel aan de ouders duidelijk maken dat het bestuur van de school gebaat is bij een gelijke samenstelling van de schoolraad en de Tintelraad.

– Vanuit het leerkrachtenteam zullen Goedele, Katrien en Sofie zich kandidaat stellen;

– Voor de ouders willen Joël en Trui zich kandidaat stellen, Elisabeth wordt gevraagd. De verkozenen in de schoolraad duiden daarna twee gecoöpteerden aan, liefst ook leden van de Tintelraad

uit: Verslag Tintelraad 10 november 2010

Aan het feit dat hier een Tintelraad in voege is, die pas 4 maanden later statutair geofficialiseerd zal worden, ga ik nu even voorbij. Ook tijdens het vorige schooljaar werd dezelfde formule voor ‘werkbaarheid’ (schoolraad = dagelijks bestuur) voorgesteld, terwijl in een goed functionerend school dit geen probleem zou mogen vormen. Om mijn kandidatuur te motiveren bij de andere ouders, heb ik onderstaand document geschreven dat ik wou verspreiden, maar uiteindelijk is dat niet gebeurd. Gezien de dreigementen van de bestuursleden zou dit de rust in de school nooit ten goede komen. Uiteindelijk werden op 18/6 de drie andere kandidaten verkozen op basis van 44 stemformulieren (dixit Henckens) (er zijn 87 kinderen, dus zeker 160 stemgerechtigde ouders). Als er nog twee gecoöpteerden moeten worden aangeduid zou het van democratische instelling getuigen om mij te kiezen. Verslagen van de schoolraad werden nog nooit onder de ouders verspreid hoewel daar wel vertegenwoordigers van de ouders in de schoolraad zitten. Dit was de motivatietekst bij mijn kandidatuur die uiteindelijk niet verstuurd is geweest.

Waarom ik mij kandidaat gesteld heb voor de schoolraad…

Wat is eigenlijk een schoolraad?

Een schoolraad is een inspraakorgaan dat in principe in elke school verplicht is en waarin ook de ouders vertegenwoordigd zijn. De ouders in de schoolraad zijn door de andere ouders verkozen of worden door de ouderraad afgevaardigd.

In het gemeenschapsonderwijs hebben de schoolraden adviesbevoegdheid naar de directeur en de scholengroep en overlegbevoegdheid en informatierecht over de beslissingen die het schoolleven beïnvloeden. De eigenlijke bestuursbevoegdheid in het gemeenschapsonderwijs hoort toe aan de raden van bestuur van de scholengroepen. Elke scholengroep heeft bestuursbevoegdheid over alle instellingen van het gemeenschapsonderwijs in een welbepaald gebied. Ook de ouders zijn in deze raden van bestuur vertegenwoordigd. Het zijn immers de leden van de schoolraden die, via een systeem van getrapte verkiezingen, de raad van bestuur aanduiden.”

http://www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorouders/participatie/schoolraden.htm

In die zin is er de afgelopen twee jaar een boel onduidelijkheden ontstaan over rechten, plichten en kosten m.b.t. freinetonderwijs. Verder leken een heleboel mensen problemen te hebben met kritiek en niet lijken te begrijpen dat zonder kritiek geen enkele verbetering mogelijk is.

Ik weet ook niet wat de exacte houding is bij het GO! over een school die zo systematisch probeert een elitaire, exclusieve school te zijn, maar het staat haaks op de waarden die vooropgesteld worden (“Bij ons is iedereen een VIP!”). Ik haal daarom hieronder een drietal punten aan die volgens mij redelijk fundamenteel zijn en deze elitaire dynamiek binnen de Tinteltuin duidelijk maken.

Kosteloos onderwijs? De financiële ouderbijdrage aan de vzw is vrijwillig. Het kan gewoon niet dat een school geld vraagt aan ouders voor pedagogische doeleinden (freinet of andere) en al helemaal niet zonder duidelijke verantwoording waarvoor dat geld bestemd is. Het enige wat de school nog mag aanrekenen zijn activiteiten buiten de muren van de school (extra muros in vaktermen). Dit staat duidelijk vermeld op de website van het departement onderwijs:

De toegang tot onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht, dat zegt de Grondwet (Artikel 24, $ 3). Ook de zgn. Schoolpactwet zegt dat bewaarschool-, lager en secundair onderwijs kosteloos zijn. De overheid betaalt hiervoor alle kosten voor personeel en werkingsmiddelen. Ouders betalen geen inschrijvingsgeld en in het kleuter- en lager onderwijs moeten ze ook niet betalen voor handboeken, schriften en noodzakelijk schoolgerief. Dat betekent echter niet dat ze helemaal niets moeten betalen. Ouders moeten inderdaad bijdragen in de kosten voor extra-murosactiviteiten zoals het bijwonen van culturele manifestaties of het deelnemen aan openluchtklassen, zeeklassen, toegangsprijs tot het zwembad enz. Een lagere school is trouwens niet verplicht om zelf over een uitgeruste turnzaal te beschikken.

Ook het nieuwe decreet over het basisonderwijs zal de kosteloosheid van het onderwijs bevestigen. Nieuw is wel dat dit decreet de mogelijkheid schept om precies over deze kosteloze toegang klacht in te dienen bij de Commissie Laakbare Praktijken (RAC Arcadengebouw – 1010 Brussel).

Ouderverenigingen, maar ook individuele ouders zullen van dit recht gebruik kunnen maken.” (Guy Janssens, waarnemend directeur-generaal basisonderwijs – http://www.klasse.be/leraren/archief/631

Achtergrond over de commissie:

http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/EindverslagCLP.pdf

In de meeste scholen wordt nochtans wel een rekening gepresenteerd, zeker in secundaire scholen, maar daar is tenminste toch duidelijk waarvoor het geld dient. Dat freinetscholen eigenlijk betalend lidmaatschap vragen is niet nieuw. In het inspectieverslag van De Appeltuin in Leuven, dat iedereen net zoals alle andere inspectieverslagen sinds 2007, kan lezen op ond.vlaanderen.be, wordt exact hetzelfde aangehaald:

De schriftelijke communicatie met ouders in verband met de kostenbeheersing in het basisonderwijs is niet volledig correct en transparant. De informatiebrochure De Appeltuin concreet van A tot Z vermeldt niet dat er geen kosten mogen worden aangerekend om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te bereiken, bevat geen bijdragelijst zodat ouders bij het begin van het schooljaar een zicht zouden hebben op de kosten die de school kan doorrekenen en accentueert onvoldoende het vrijblijvende karakter van een mogelijke gift (BaO/2007/05 Kostenbeheersing in het basisonderwijs).”

http://www.ond.vlaanderen.be/doorlichtingsverslagen/verslagen/BaO-1011-56011-DL_VER_10617.pdf

De inspectrice schrijft hier dat de infobrochure:

moet vermelden dat onderwijs kosteloos is;

moet ouders inlichten over de kosten die er wel zijn (extra muros) en

moet duidelijk maken dat de financiële bijdrage van ouders mag, maar vrijwillig is (een

gift).

Dezelfde situatie doet zich voor in de Tinteltuin. Je kunt ouders wel een reglement laten tekenen waarin ze verplicht lid worden van de vzw, maar daar mag geen prijskaartje aan vasthangen.

Misschien verlies je dan inderdaad je stemrecht in de vzw, maar je kind kan hiervoor niet geweigerd worden op school. Natuurlijk komt hier bij dat zolang je vrijwillig aan de vzw stort zonder echt gefactureerd te zijn, niemand ooit kan bewijzen dat dit een verplichte bijdrage was.

Ik heb hierover een tijdje terug de vraag gesteld aan de voorzitters van de vzw, maar daar is nooit een antwoord ter zake over gekomen. Er is wel altijd gezegd dat dat geld nodig was om de freinetpedagogie te garanderen, maar er wordt niet bijverteld dat elke school dezelfde pedagogische vrijheid heeft. De inspectie zegt niet welke pedagogie je moet gebruiken, die probeert de zien of de leerlingen het vereiste niveau hebben bereikt. Hoe dat wordt bereikt, is van veel minder belang, als je resultaten boekt met de leerlingen.

De school krijgt geld van de staat dat alles zou moeten dekken behalve uitstappen, dus zou het geld dat de ouders bijdragen enkel gebruikt mogen worden voor uitstappen buiten de school. De situatie is de laatste jaren meestal anders geweest: voor uitstappen en kampen moest vaak nog extra betaald worden. Is het geld dat de overheid geeft voor onderwijs dan onvoldoende? Het financieel verslag van vorig jaar is volgens mij nooit gepubliceerd (alleen toegelicht), maar er was volgens mijn slechte geheugen best wel wat geld over.

Verder is het vreemd dat het systeem van fair share (iedereen draagt bij naar vermogen) ervoor zorgt dat de werkingsmiddelen afhankelijk zouden zijn van het inkomen van de ouders van de leerlingen. Het systeem lijkt op een sociaal tarief, maar is dat eigenlijk niet, omdat bij een sociaal tarief er meestal een andere instantie is die het verschil bijpast. Het kan echt niet dat de werking van een school afhangt van de rijkdom van de ouders.