tinteltand


Alfabetcode revisited: alles op een rijtje

De reacties waren ook niet van de poes, maar meestal evenmin terzake. Dit kan niet helemaal gezegd worden van de discussie over de alfabetcode. Er cirkelen zelfs geruchten die suggereren dat de auteur gerechtelijke stappen zou overwegen te nemen tegen dit blog, alleen maar omdat ik op basis van de schamele documentatie en mijn dochter die in de klas zat over deze methode probeer duidelijk te maken dat deze:

  • zelfs bij leergierige leerlingen een achterstand van bijna een half jaar geeft na een jaar;
  • het onmogelijk maakt voor leerlingen om met de woorden die ze dagdagelijks tegenkomen te oefenen, omdat b en d enkel in koordschrift (tijdens schrijven) worden geleerd, niet in gedrukte vorm. Of, omgekeerd beschouwd: als de kinderen regelmatig echt gelezen zouden hebben, dat zouden ze geen enkel probleem met het verschil tussen een gedrukte b en d kunnen hebben. Ze hebben enkel kennisgemaakt met de letters door ze te schrijven, niet door leesonderwijs.
  • bij de kinderen de gewoonte vastlegt om te schrijven zoals je spreekt door de kinderen ‘vrije teksten’ te laten schrijven. Die worden misschien wel verbetert, maar de uitleg waarom ‘hont’ als ‘hond’ geschreven wordt blijft nooit hangen, want het is altijd flauwe kul. We schrijven de t klank niet toevallig als d, maar spreken de d als t uit. Stemhebbende medeklinkers (g, z, v, b, …) worden op het einde van het woord altijd stemloos uitgesproken. Dat is een specifieke eigenschap van het algemeen Nederlands en hierop dient elke dag geoefend te worden in het eerste jaar. Andere Germaanse talen zoals Duits en Engels hebben dat niet:dead klinkt /ded/, terwijl het Nederlandse dood als /doot/ uitgesproken wordt.

Het is ronduit onnuchterend om te zien hoe weinig aandacht er werd besteed aan lezen en hoe deze vaardigheid constant op een hoopje werd gegooid met het schrijven. Lezen is de sleutel, als je maar één zaak op school zou willen opsteken, dan is het goed (begrijpend!) lezen en informatie verwerken. Verder moet er als er over schrijven gesproken wordt, altijd duidelijk gemaakt worden welk aspect: spelling, zinsbouw, taalgebruik, opbouw, enzoverder, … zijn allemaal belangrijk. Woorden correct spellen is dan nog het minst complexe. En wat is dat, echt kunnen schrijven? Echt kunnen lezen is vinden wat je interesseert en het kunnen toepassen in je eigen leven.  Als je dan achteraf de mensen willen verbazen met geschrift, lees je gewoon een boek of een goede website over kalligrafie, of niet?



Bemerkingen van de doorlichting over de alfabetcode, evaluatie en getuigschriften

Een aantal van de commentaren op dit blog, focusten op de het lees- en schrijfonderwijs. Dit is een moeilijke materie, zelfs voor specialisten en dus zeker voor ouders. Er wordt mij verweten de gebruikte methode, de alfabetcode, verkeerd voor te stellen, terwijl er geen literatuur in het Nederlandse taalgebied over verschenen is. Mijn ideeën over de alfabetcode zijn tentatief, maar de commentatoren kwamen ondanks hun lange betogen niet tot weerleggingen van dezelfde observaties die ook de doorlichting niet ontgaan zijn. De alfabetcode…

  • wordt (vrijwel) nergens anders gebruikt;
  • meent komaf te kunnen maken met ‘dyslexie’;
  • gaat terug op de ‘fonetische’ (klankgerichte) traditie in de pedagogie;
  • leert kinderen eerst schrijven, dan lezen;
  • ziet schrijven als een manier om te leren lezen.

Al deze vroeger reeds gemaakte bemerking staan ook alsdusdanig in het verslag vermeld:

Waar het schoolwerkplan het natuurlijke leren vooropstelt, maakte de school de keuze om voor het lees– en schrijfonderwijs terug te vallen op een onderwijsleerpakket dat in Vlaanderen verre van gestandaardiseerd is. Dit pakket promoot zichzelf als ‘een nuchtere en dyslexieveilige methode’ met een sterk fonetische inslag waarbij kinderen ervaren dat letters transcripties van klanken zijn. De volgorde voor het aanleren van de vaardigheden verschilt van de gebruikelijke werkwijze. Bij deze aanpak start de werking vanuit: ‘leren lezen doe je door te leren schrijven’. De aanwezige externe leerkracht– en leerlingenondersteuning bij de opstart werd door omstandigheden dit schooljaar niet verder uitgevoerd. De afspraken (tot op heden nog weinig geformaliseerd) voor het hanteren van deze werkwijze geven blijk van een kritische ingesteldheid en vormen een aanzet bij het bewaken van de eigen onderwijskwaliteit. (Inspectieverslag BS De Tinteltuin p.11)

Deze gebalde paragraaf bevat ook een aantal andere elementen:

  • De alfabetcode staat niet in het schoolwerkplan vermeld
  • De aanpak voor Nederlands in het schoolwerkplan is ‘natuurlijk leren’ en tegengesteld aan de ‘fonetische’ alfabetcode
  • Over hoe de alfabetcode in de school wordt toepgepast, staat niets op papier (m.a.w. zijn geen afspraken gemaakt) – laat u niet inpakken door het schijncompliment op het einde.

Dat de formulering van het doorlichtingsteam respectvoller zal worden geacht dan mijn opmerkingen, heeft te maken met het feit dat de doorlichting enkel vaststellingen kan doen, maar verder niet. De overheid mag geen methode voorschrijven, daarin heeft elke school (dus ook een freinetschool) de complete vrijheid. Wat de doorlichting wil zien, zijn resultaten. De leerresultaten kan de school bewijzen door het evalueren van de leerlingen op een manier die zij gepast acht. Ook daar is er aanzienlijke vrijheid. Op dit moment kan het leesonderwijs van de school amper geëvalueerd worden (zo stelt ook het doorlichtingsverslag), er zijn nog geen kinderen die op basis van de alfabetcode hun hele schoolloopbaan hebben afgelegd. Maar de terughoudend houding van de school om objectief en kwantitatief te evalueren, is op verschillende plaatsen in het verslag te lezen.

De school kan voor Nederlands nog weinig valide en verifieerbare leerlingenresultaten voorleggen. Ook na een werking van anderhalf jaar dient een school aan te geven dat zij op basis van haar onderwijsresultaten leerwinst realiseert. (ibid. p.6)

Je doet als leerkracht in feite het hele jaar je zin, maar je moet wel kunnen aantonen dat je leerwinst boekt. Dat heeft niets te maken met het gegeven van een beginnende school, dat behoort zelfs binnen een leerjaar te gebeuren. Dat doet een goede leerkracht niet voor de doorlichting of de directie, maar voor zichzelf: “ben ik op de goede weg? hebben ze iets opgestoken? wat is een verklaring voor deze of gene resultaten?” Wat de gevolgen hiervan zijn kunnen we ook lezen:

Het is voor de school geen evidente opdracht om na anderhalf jaar van start gaan valide outputgegevens voor te leggen. Een eerste uitstroom van twee leerlingen liet niet toe om gerichte uitspraken te doen en van hieruit de onderwijskwaliteit bij te sturen. Wel zette het aanvankelijk niet uitreiken van een getuigschrift de school aan het denken. Formele criteria ter verantwoording van de procedure volgens dewelke getuigschriften basisonderwijs worden toegekend, ontbreken nog in het schoolreglement. (ibid. p.11)

Ik weet niet goed wat ik hier lees – staat hier nu dat de vorig jaar afgestudeerde leerlingen geen getuigschriften hebben ontvangen? Is dat dit jaar wederom het geval geweest? Dit zijn geen citaten waar ik veel commentaar bij durf te geven. Ieder mag dit voor zich beoordelen.



Alfabetcode leidt tot pseudo-dyslexie?

…mijn dochter in de tweede graad (…) heeft enkele specifieke spellingsproblemen. (freinetleerkracht tinteltuin)

Wij zijn al jaar en dag “fan” van de pedagogie van Freinet!! Ook onze 2 oudste zonen mochten hun kleuter en lager onderwijs in een freinetschool doorbrengen. (…) Onze 2 zonen zitten nu in het tweede en vierde jaar in de richting “wetenschappen” van een gewoon college (…) de oudste , heeft dyslexie (…) Ook onze dochter heeft lees- en spellingsproblemen.[Ze] schrijft niet zonder fouten en leest nog moeizaam (verknochte tintelouders)

… vooral de zwakkere leerlingen op scholen waar het leren lezen niet systematisch getraind wordt, lopen het risico pseudo-dyslectici te worden (Prof. Dr. A. Bus)

Ik ken zelfs volwassenen met spellingsproblemen (!), voor kinderen van 10 jaar is dat doodnormaal. Leesproblemen daarentegen op die leeftijd moeten je aan de alarmbel doen trekken. Hebben ze eigenlijk ooit echt leesinstructie gehad in de freinetschool de Tinteltuin? Vooral verontrustend is hoe ‘spelling’ (woorden correct schrijven) en lezen op één hoopje worden gegooid.

Het is tijd om heel concreet te worden: de talige vaardigheden zijn de volgende:

  • lezen: schriftelijk informatie ontvangen
  • schrijven: schriftelijk informatie sturen
  • luisteren: mondelinge informatie ontvangen
  • spreken: mondelingen informatie sturen
Spellen en handschrift zijn gewoon onderdelen van de schrijfvaardigheid. Dyslexie is een leesprobleem, maar omdat de enige andere vaardigheid waar je lezen voor nodig hebt, schrijven is, zou je dyslexie ook kunnen vaststellen in spellingsproblemen. Je moet wel tussen dyslectische spellingsfouten en andere, en daar knelt volgens mij het schoentje.

In het eerste leerjaar van de Tinteltuin staat zoals in alle basisscholen, lezen en schrijven op  het programma. Daarbij wordt gebruik gemaakt van wat aangekondigd wordt als de nieuwste methode, de Alfabetcode. Deze methode werd ontwikkeld, zo stelde men, door prof. dr. Erik Moonen van de Katholieke Hogeschool Limburg. Deze methode is afwijkend van alle andere leesmethodes op de volgende vlakken:

  • Eerst schrijven, dan komt lezen uit zichzelf.
  • Er is een simpele methode die je kunt toepassen om van de uitspraak naar de spelling te gaan. Je moet je gewoon bewust worden van de klanken (foneembewustzijn)
  • Dyslexie is een erfelijke hersenaandoening die te genezen is.

Eerst schrijven, dan lezen

Moonen formuleert het nog sterker: “Leren lezen door te leren schrijven”

Het is heel simpel: eerst lezen, dan schrijven. Waarom? Je hebt het lezen nodig om te kunnen schrijven. Als je niet kunt lezen wat je schrijft, ben je aan het tekenen. Verder: er zijn mensen die kunnen lezen, maar nooit hebben leren schrijven. Schrijven is iets maken wat je kunt lezen. Letters overtekenen kan een peuter…

Schrijven is louter een motorische vaardigheid, waarvan we de vraag moeten stellen, zo langzamerhand, of manueel schrijven nog aan de orde is? Allezins, oefening baart kunst, maar het is een motorische handigheid. Daar komt nog bij de druk die gelegd wordt op de vorm en het vormen van de letters, in die richting en zo en niet anders. Een speciaal instructie-uur dat voorzien was voor het eerste leerjaar, werd volledig gespendeerd aan schoonschriftoefening. Nooit aan lezen. Lezen moesten de kinderen altijd alleen doen, in de leeshoek. Net op een moment dat ze daar echt begeleiding in nodig hebben. Het leerplan basisonderwijs zegt hierover heel duidelijk:

Leesinstructie bij het aanvankelijk en voortgezet lezen, heeft uitsluitend tot doel de leerlingen de noodzakelijke vaardigheden bij te brengen die ze nadien in steeds zelfstandiger mate moeten kunnen toepassen.

http://pbd.gemeenschapsonderwijs.net/leerplannenbao/leerplannenbao/lager/nederlands.pdf

Ik heb vragen hierover gesteld aan de leerkracht en Erik Moonen persoonlijk toen die zijn methode kwam toelichten en beiden reageerden nogal kribbig op mijn vragen: waar over deze methode in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd was, of deze methode getest was enzoverder. In antwoord op mijn mail na de lezing, reageerde Moonen al even gepiqueerd en met de nodige tikfouten, zodat ik zijn minachting voor spellingscontrolesoftware wel serieus moest nemen. Een week later kregen we via de leerkracht een al even snelgetikte samenvatting van de Alfabetcode.

Lezen komt gewoon vanzelf

Lezen is het meest complexe en belangrijke wat een kind op de lagere school leert. Nochtans werd er veel tijd gestoken in lees- en schrijfinstructie, maar ik begrijp nu: dat was louter schoonschriftoefening. Er werd niet begeleid of klassikaal gelezen, de kinderen lazen alleen in een boekje.

De afwezigheid van de leesmethode staat niet alleen in de slogan (lezen door schrijven), maar is ook van toepassing op Moonens handout: er wordt met geen woord over leesmethodes gerept.

Lezen komt nooit vanzelf en is een belangrijke oefening in schrijven. Als je elke dag het woordje ‘de’ of ‘het’ tegenkomt, dan kun je dat na een weekje spellen. En blijven oefenen, zo oefen je je grafeembewustzijn, m.a.w. bewustzijn schrijfwijze.

tligt m moeilek om nie zo te beginne spelle…

…want dit is echt wat Moonen met zijn alfabetcode bereikt: uitspraakspelling. Waar de leesmethode ontbreekt, is er een hele uiteenzetting over spellen. Deze kinderen kunnen nog niet motorisch schrijven, of ze moeten al spelling oefenen? Dit is toch uiterest vreemd. Spelling hoort niet thuis in een eerstejaar lager onderwijs.

Spellen wordt ‘schrijven’ genoemd en men komt met een hele moeilijke methode om de spelling van woorden uit hun uitspraak af te leiden. Verder worden ze verplicht om ‘vrije teksten’ te schrijven, die dan vervolgens vol uitspraakspelling staan. Je kunt geen (vrije) teksten schrijven als begin, je stuit in elk woord op spellingsproblemen. De kinderen moet herhaaldelijk door lezen basiswoordvormen ingeprent worden.

Uitgaan van de uitspraak en dan met een moeilijk regeltje tot de spelling komen is funest: je kweekt de foute gewoonte. De regeltjes worden vergeten, maar de reflex om van de uitspraak uit te gaan, blijft. Die regeltjes bepalen dat de klank /t/ verschillende spellingen heeft, soms wordt die als ‘t’ geschreven (kat), maar soms als ‘tt’ (katten), soms als ‘d’ (bad) en soms als ‘dt’ (hij bidt). Voor de eerste drie moet je gewoon genoeg teksten gelezen hebben met die woorden in, voor het laatste moet je de grammaticaregels kennen – de uitspraak heeft hier niets mee te maken.

Moonen hamert hier op foneembewustzijn (bewustzijn van welke klanken) en dat is een belangrijk concept, maar niet bij de spelling. Klankbewustzijn is belangrijk voor je begint aan lees onderwijs: je moet de kinderen leren dat woorden die ze kennen uit klanken bestaan. Ze moeten leren k – a – t (niet: kaa – aa – tee, maar echt de klanken) zeggen als je hen het woord kat in zijn geheel aanbiedt. Bij spelling heeft foneembewustzijn niets te zoeken, daar gaat het nogmaals, om grafeembewustzijn (bewustzijn hoe geschreven woorden eruit zien) en dat train je met lezen. Als je dat niet doet, dan schrijf je sowieso in uitspraakspelling en dat is exact wat ook wel pseudo-dyslexie (valse woordblindheid) wordt genoemd.

Onderzoek uit ’85: Steinerleesmethode leidt tot pseudo-dyslexie

Het is dankzij RDV dat dit onder mijn aandacht is gekomen dat er in 1985 een studie is gebeurd naar het leespeil van steinerleerlingen in Nederland. Het resultaat leest u in de titel. Maar de oorzaak is belangrijk: er werd voor men aan lezen begon te weinig aan foneembewustzijn gedaan (kat opsplitsen in klanken). Verder werd er veel te veel aan schrijven gewerkt (dan nog in drukletters) en werden de letternamen gebruikt i.p.v de klanken.

In een oratie in 2005, stelde prof. A. Bus nog amper verbetering vast in de steinerscholen. De vraag is hoe ze dat kon weten, want ze werd na haar eerste publicatie zwaar de antroposofische gemeenschap (volgelingen van Rudolf Steiners leer, de antroposofie) aangevallen en nooit meer tot de Steinerscholen toegelaten. De beschuldiging dat ze haar onderzoek onder een vals voorwensel zou hebben gedaan, schildert haar expliciet af als een buitenstaander, wat voor beide partijen wel voordelig zou kunnen zijn.

Freinet biedt een steineriaanse oplossing en dit zijn de punten waar de freinetleerkracht op hamerde:

  1. alle andere bestaande methodes zijn compleet fout (bijna elke keer als het onderwerp te sprake kwam, werd dit herhaald)
  2. letters noemen met de klanken, niet met de namen
  3. geen drukletters, maar sierlijk koordschrift
  4. foneembewustzijn is de sleutel tot correcte spelling en dyslexie
  5. oefenen met lezen alleen in koordschrift
  6. lezen gebeurt alleen en zonder instructie of feedback. De leerkracht vertelde zelf hoe zijn dochter met leesproblemen elke dag probeerde een stukje sneller en meer te lezen, maar hij gaf daarbij geen uitleg of feedback…

Nogmaals de conclusie van professor Adriana Bus:

vooral de zwakkere leerlingen op scholen waar het leren lezen niet systematisch getraind wordt, lopen het risico pseudo-dyslectici te worden

 



Is mijn freinetleerkracht een aanhanger van Rudolf Steiner?

Wie denkt dat de steinerverening een onschuldig pedagogisch collectief is, vergist zich schromelijk. De ideeën van Rudolf Steiner zijn allesbehalve een sluitend geheel en daarom is in de loop van de laaste honderd jaar door een allegaartje van charlatans gebruikt om mensen geld uit de zak te kloppen. In het academische milieu wordt Rudolph Steiner hoogstens gezien als een derderangs ‘filosoof’ en amper bestudeerd.

1. Laat het bos je genezen…

Aan het begin van het eerste freinetschooljaar kwam leerkracht Bart I (op het ondertussen verwijderde discussie) met een lofbetuigening op het boek Richard LOUV, Last Child in the Woods: Saving Our Children from Nature-Deficit Disorder. (Het laatste kind in het bos: hoe redden we onze kinderen van de natuurtekortstoornis). Hij krijgt een lang interview op de website van het rudolfsteinercollege.nl en een korte biografie:

Richard Louv (58) woont in San Diego, Californië. Hij is columnist van de San Diego Union Tribune en werkte als journalist voor allerlei bladen, waaronder de New York Times en de Washington  Post en het tijdschrift Parents. Hij schreef zeven boeken, waarvan vier over kinderen.

Wie Louvs bio op zijn website leest, ontdekt om te beginnen dat de redactie van het rudolfsteinercollege hem graag opblaast: hij is geen journalist voor de vermelde kranten, maar er werden stukken van hem in gepubliceerd. Over de reacties erop wordt niets gezegd. Hij is geen dokter, psycholoog, pedagoog, leerkracht of onderwijsexpert, maar een broodschrijver – hij heeft geen diploma, anders was het toch hier wel vermeld. Als je het net afzoekt naar (richard louv)+steiner+waldorf krijg je 26.000 hits. Freie Waldorfschule  was de naam van de eerste door Rudolf Steiner in 1919 geleide school in Stüttgart en dat wordt vaak hernomen in Amerikaanse steinerscholen. Voor deze beweging is Louv in korte tijd, niet gespeend van enige kennis terzake, uitgegroeid tot een pedagogisch icoon.

Stop je kind in het bos en alle problemen (hij noemt ADHD en depressie) zijn genezen, zo zegt hij bijna letterlijk in NRC Handelsblad. Het gaat niet over bijleren, maar over ‘gered en genezen worden’, vervat in een naïeve, 19de eeuwse, romantische visie op natuur à la Jean-Jacques Rousseau. Ik denk natuurlijk ook aan Thoreau’s Walden en Frederik Van Eedens gelijkaardige poging.

Het is belangrijk om te vermelden dat Louv met zijn stichting zich laat bijstaan door een aantal welluidende namen:

In reactie op zijn boek heeft een grote natuurbeschermingsorganisatie deze zomer het National Forum on Children and Nature opgericht. Daarin zitten vijftig invloedrijke lieden, zoals topmensen van bedrijven als North Face en Walt Disney, de president van de Turner Foundation, gouverneurs van vier staten en de burgemeesters van Los Angeles, Houston en Chicago. Zij roepen op tot initiatieven en zullen wereldwijd twintig voorbeeldprojecten selecteren en steunen.

http://ind.datadelft.com/bomenbeleid_evaluatie.htm#bijlage

 

Dit is geen filosofisch detail als je in gedachten houdt dat de domeinkeuze het eerste jaar zo ‘diep in het bos’ was dat de school het openbaar vervoer niet bereikbaar was. Hoe meer natuur, hoe beter, maar ten koste van kinderen wiens ouders hen niet elke morgen met de wagen kunnen komen brengen. De natuur eerst en dan de mensen, dat heet ecofascisme.

2. Zing je dyslexie weg!

Op youtube.com staat een uitzonderlijk filmpje waarin onze freinetleerkracht een uitvoering brengt van het stuk ‘Stripsody’ van Cathy BERBERIAN. Een heel bijzonder stuk op basis van klanknabootsingen, maar ik had van deze zangeres nog nooit gehoord.

http://www.youtube.com/watch?v=L0Xu0qw1C50

Naast zangeres was ze ook muzieklerares. Google Books heeft haar biografie online en daarin lees ik dat ze een techniek ontwikkelde waarmee ze de kinderen leert lezen en zingen tegelijk. Ze vergelijkt het zelf met kinderen tweetalig opvoeden, iets waar ze zelf ervaring mee had. Ze laat de kinderen i.p.v gewoon lezen, muziek van een blad te zingen en te spelen op de piano.

Gerustgesteld door de aanwezigheid van muziek, vergat de student zijn/haar vroegere fouten op het vlak van lezen en concentreerde zich op het vinden van de juiste toets op de piano en het zingen of zeggen van het woord.

Jennifer Paull, Cathy Berberian and Music’s Muses, p.228, mijn vertaling

Ze geeft een 11-jarig jongetje dat amper kan lezen pianostukken te spelen met moeilijke linkerhandpartijen, zodat de talige kant van de hersenen gestimuleerd wordt en wonder boven wonder…

Dyslexie, woordblindheid, concentratie- en geheugenproblemen, al deze aandoeningen verbeterden dramatisch. (ibid. p.231; mijn vertaling)

Iemand die de synoniemen dyslexie en woordblindheid naast elkaar gebruikt alsof het afzonderlijke aandoeningen zijn, is zeker geen specialist ter zake. In plaats van zich bij haar zangles te houden, wil ze mensen genezen van ongeneeslijke aandoeningen zoals dyslexie. De ongeneeslijken kun je eigenlijk niet genezen, dus als het toch goed komen is dat een redding. Waar hebben we dat nog gehoord? Cathy geeft zelf het antwoord:

De school waar ik deze techniek toepaste, volgde de Reggio Emilia filosofie van lesgeven. Deze methode vertoont veel overeenkomsten met die van Rudolf Steiner, wiens pedagogie toch zo’n constuctieve mengeling van praktisch kunsten en waardering voor alle talenten van een kind. (ibid. p. 231; mijn vertaling)

3. Schrijven geneest dyslexie

Bij het infosessie over de nieuwe lees- en schrijfmethode, de Alfabetcode, kwam uitvinder, prof. dr. Erik Moonen (KHL) met een aantal nogal boude beweringen:

  • door te leren schrijven, leer je lezen
  • dyslexie is een erfelijke hersenaandoening, maar te genezen
  • alle spelproblemen zijn te vermijden door aandacht voor de uitspraak van de woorden
  • gebruik van computers tijdens leesonderwijs, “is hoogstens tijdverlies”

Ik zal nog een aparte blog schrijven over exact hoe steineriaans de leesmethode van de freinetschool is. Hier wil ik in het kort het volgende aanstippen.

  • Rudolf Steiner zelf was overtuigd dat schrijven eerst kwam en dat hij wordt daarin door geen enkele serieuze moderne taalkundige gevolgd. Dit wordt in geen enkele ‘gewone’ school toegepast, maar wel in alle steinerscholen. Het enige onderzoek naar de resultaten van Adriana Bus in 1986, toont aan dat deze methode tot pseudodyslexie leidt. Psuidodiesleksie leikt op egte diesleksie, maar in feite is het gewoon een gevolg van té klankgericht spellen. Wie ‘echte’ als ‘egte’ spelt is niet per definitie dyslecticus, maar zeker iemand die bijna nooit (goedgespelde teksten) leest. Echte dyslectici zijn vanwege hun aandoening mensen die weinig lezen en ze zullen deze fouten ook maken, maar niet rechtstreeks door hun dyslexie. Een echte beginaanwijzing voor dyslexie in het schrift is het constant omgooien van letterclusters (weps, shcool, srtafwerk, enz.). Dyslexie waarnemen in schrijfwerk, is geen evidentie – het is een in de eerste plaats leesprobleem en heeft te maken met de verwerking van lettertekens in de hersenen.
  • Wat door erfelijkheid je hersenstructuur bepaald heeft, is niet te veranderen. Hersenafwijkingen zijn niet te ‘genezen’. Iemand die zoiets beweert, wil je ‘redden’. Als dyslexie een genetische afwijking is die kan genezen worden, verondersteld dat twee klassen mensen: de dyslectische onderklasse en een gezonde bovenklasse die hen kan redden…
  • Te fonetisch (klankgericht) spellen is altijd een gevolg van te weinig lezen, maar wordt niet rechtstreeks veroorzaakt door dyslexie. Bijvoorbeeld: velen zijn bekend met de uitdrukking  ‘naar verluidt’, maar weinigen zullen dit correct spellen zonder het genoeg in goede teksten tegengekomen zijn. Ik ga hier later dieper op in.
  • Computers en ICT hebben een belangrijke plaats in ons aller schrijfgedrag – we schrijven nog amper met de hand. Hoe kan degelijk onderwijs ICT links laten liggen als je zonder basisvaardigheden in dat gebied gewoon niet meer aan een job geraakt in de huidige maatschappij? Natuurlijk moet de softwarepakketten geëvalueerd worden en moet hun doeltreffendheid aangetoond worden.
  • In Moonens praatje leek het of dyslexie gebruikt werd om de aandacht van het zo belangrijke leesonderwijs af te leiden naar spelling. Een infopraatje over een nieuwe leesmethode voor beginnende lezers openen met opgeblazen cijfers over dyslexie is gewoon ongepast. Het is een lelijke en gedateerde verkoopstruuk: eerst angst aanjagen en dan je product verkopen als oplossing.

4. Beweeg je naar lichamelijke beterschap…

Omdat je zo weinig te weten kwam over de mensen in het team van de Tinteltuin, moest je je maar verlaten op Google. De website bevat geen bio’s of foto’s van de leerkrachten. Op zich is dit tekenend. Van een aantal klassen zou ik zelfs nu de leerkrachten nog niet kunnen aanwijzen. Interessant was wel dat ik over de directrice (die zich coördinatrice laat noemen) de volgende website vond: zij is erkende lerares ‘Alexander Technique’ sinds 1997 en heeft haar eigen praktijk in Leuven en Diepenbeek. Deze obscure techniek is volgens wikipedia een…

trainingstechniek waarmee men leert hoe men verkeerde houdingen kan herkennen en aanpassen met als doel het lichaam te verlossen van verstijfde spieren die stress en vermoeidheid veroorzaken. http://nl.wikipedia.org/wiki/Alexandertechniek

Maar de online encyclopedie vermeldt ook dat het onwikkeld werd door iemand die geen medische schooling of bedoelingen had:

Toen de Australische acteur Frederic Matthias Alexander (1869-1955) merkte dat hij zijn stem begon te verliezen, ging hij zijn eigen lichaamsbewegingen bestuderen. Als hij merkte dat hij verkeerde bewegingen maakte, verbeterde hij deze. Toen deze methode een succes bleek ging hij anderen zijn methode aanleren.

Alexander, zo leert verder lectuur leerde zijn stem beter te benutten door zijn bewegingen bij het acteren beter de controleren, wat nog niet zo’n gek idee was. Toen dit een succes bleek, begon men meer medische voordelen aan deze techniek toe te schrijven. Wie teveel stress heeft, moet de oorzaken van de stress in de buitenwereld aanpakken en rusten, maar in plaats daarvan

Hoeveel lessen je moet volgen hangt af van de ernst van het probleem en hoe snel iemand leert om het probleem te verbeteren, maar gemiddeld zijn 10 tot 15 lessen wel voldoende om de meeste en dringendste problemen op te lossen. Tijdens de eerste lessen moet je op de tafel gaan liggen terwijl de leraar vertelt hoe de verschillende lichaamsdelen met elkaar samenhangen. Het doel hiervan is om de persoon een natuurlijke rusthouding aan te leren zodat de persoon deze houding ook thuis kan toepassen.

Iemand met een greintje gezond verstand, gaat gewoon thuis op de bank liggen pitten, lekker goedkoop.

Van de vijf moderne studies die deze techniek evalueren is er slechts ééntje die verbetering (van rugpijn) vaststelt. Alle andere 4 studies noteren geen merkbare medische verbetering van de klachten. (Wikipedia.com)

Rudolf Steiner is verantwoordelijk voor zijn eigen teksten, zoals ook alle andere auteurs. Net omdat hij in de cultuurgeschiedenis zo marginaal is gebleven, is hij meer dan anderen gebruikt door mensen die ‘systeempjes’ nodig hadden om hun dans-, zing-, lees-, yoga- of natuurlessen te verkopen en een zweem van wetenschappelijkheid te geven. De academie weet dit en schuift elke tekst die zich baseert op Rudolf Steiner, glimlachend terzijde. Dit is een zware fout geweest.

Net zoals Richard Louv, Cathy Berberian en Erik Moonen, wil de Alexandertechniek je redden. Stress behandelen kan niet in een uurtje per week bij de therapeut, het is je agenda helemaal anders aanpakken. Als de patiënt dat niet begrijpt, zit hij gebeiteld voor en levenslang abonnement bij de Alexandertherapeut…