tinteltand


Bemerkingen van de doorlichting over de alfabetcode, evaluatie en getuigschriften

Een aantal van de commentaren op dit blog, focusten op de het lees- en schrijfonderwijs. Dit is een moeilijke materie, zelfs voor specialisten en dus zeker voor ouders. Er wordt mij verweten de gebruikte methode, de alfabetcode, verkeerd voor te stellen, terwijl er geen literatuur in het Nederlandse taalgebied over verschenen is. Mijn ideeën over de alfabetcode zijn tentatief, maar de commentatoren kwamen ondanks hun lange betogen niet tot weerleggingen van dezelfde observaties die ook de doorlichting niet ontgaan zijn. De alfabetcode…

  • wordt (vrijwel) nergens anders gebruikt;
  • meent komaf te kunnen maken met ‘dyslexie’;
  • gaat terug op de ‘fonetische’ (klankgerichte) traditie in de pedagogie;
  • leert kinderen eerst schrijven, dan lezen;
  • ziet schrijven als een manier om te leren lezen.

Al deze vroeger reeds gemaakte bemerking staan ook alsdusdanig in het verslag vermeld:

Waar het schoolwerkplan het natuurlijke leren vooropstelt, maakte de school de keuze om voor het lees– en schrijfonderwijs terug te vallen op een onderwijsleerpakket dat in Vlaanderen verre van gestandaardiseerd is. Dit pakket promoot zichzelf als ‘een nuchtere en dyslexieveilige methode’ met een sterk fonetische inslag waarbij kinderen ervaren dat letters transcripties van klanken zijn. De volgorde voor het aanleren van de vaardigheden verschilt van de gebruikelijke werkwijze. Bij deze aanpak start de werking vanuit: ‘leren lezen doe je door te leren schrijven’. De aanwezige externe leerkracht– en leerlingenondersteuning bij de opstart werd door omstandigheden dit schooljaar niet verder uitgevoerd. De afspraken (tot op heden nog weinig geformaliseerd) voor het hanteren van deze werkwijze geven blijk van een kritische ingesteldheid en vormen een aanzet bij het bewaken van de eigen onderwijskwaliteit. (Inspectieverslag BS De Tinteltuin p.11)

Deze gebalde paragraaf bevat ook een aantal andere elementen:

  • De alfabetcode staat niet in het schoolwerkplan vermeld
  • De aanpak voor Nederlands in het schoolwerkplan is ‘natuurlijk leren’ en tegengesteld aan de ‘fonetische’ alfabetcode
  • Over hoe de alfabetcode in de school wordt toepgepast, staat niets op papier (m.a.w. zijn geen afspraken gemaakt) – laat u niet inpakken door het schijncompliment op het einde.

Dat de formulering van het doorlichtingsteam respectvoller zal worden geacht dan mijn opmerkingen, heeft te maken met het feit dat de doorlichting enkel vaststellingen kan doen, maar verder niet. De overheid mag geen methode voorschrijven, daarin heeft elke school (dus ook een freinetschool) de complete vrijheid. Wat de doorlichting wil zien, zijn resultaten. De leerresultaten kan de school bewijzen door het evalueren van de leerlingen op een manier die zij gepast acht. Ook daar is er aanzienlijke vrijheid. Op dit moment kan het leesonderwijs van de school amper geëvalueerd worden (zo stelt ook het doorlichtingsverslag), er zijn nog geen kinderen die op basis van de alfabetcode hun hele schoolloopbaan hebben afgelegd. Maar de terughoudend houding van de school om objectief en kwantitatief te evalueren, is op verschillende plaatsen in het verslag te lezen.

De school kan voor Nederlands nog weinig valide en verifieerbare leerlingenresultaten voorleggen. Ook na een werking van anderhalf jaar dient een school aan te geven dat zij op basis van haar onderwijsresultaten leerwinst realiseert. (ibid. p.6)

Je doet als leerkracht in feite het hele jaar je zin, maar je moet wel kunnen aantonen dat je leerwinst boekt. Dat heeft niets te maken met het gegeven van een beginnende school, dat behoort zelfs binnen een leerjaar te gebeuren. Dat doet een goede leerkracht niet voor de doorlichting of de directie, maar voor zichzelf: “ben ik op de goede weg? hebben ze iets opgestoken? wat is een verklaring voor deze of gene resultaten?” Wat de gevolgen hiervan zijn kunnen we ook lezen:

Het is voor de school geen evidente opdracht om na anderhalf jaar van start gaan valide outputgegevens voor te leggen. Een eerste uitstroom van twee leerlingen liet niet toe om gerichte uitspraken te doen en van hieruit de onderwijskwaliteit bij te sturen. Wel zette het aanvankelijk niet uitreiken van een getuigschrift de school aan het denken. Formele criteria ter verantwoording van de procedure volgens dewelke getuigschriften basisonderwijs worden toegekend, ontbreken nog in het schoolreglement. (ibid. p.11)

Ik weet niet goed wat ik hier lees – staat hier nu dat de vorig jaar afgestudeerde leerlingen geen getuigschriften hebben ontvangen? Is dat dit jaar wederom het geval geweest? Dit zijn geen citaten waar ik veel commentaar bij durf te geven. Ieder mag dit voor zich beoordelen.