tinteltand


Bemerkingen van de doorlichting over de alfabetcode, evaluatie en getuigschriften

Een aantal van de commentaren op dit blog, focusten op de het lees- en schrijfonderwijs. Dit is een moeilijke materie, zelfs voor specialisten en dus zeker voor ouders. Er wordt mij verweten de gebruikte methode, de alfabetcode, verkeerd voor te stellen, terwijl er geen literatuur in het Nederlandse taalgebied over verschenen is. Mijn ideeën over de alfabetcode zijn tentatief, maar de commentatoren kwamen ondanks hun lange betogen niet tot weerleggingen van dezelfde observaties die ook de doorlichting niet ontgaan zijn. De alfabetcode…

  • wordt (vrijwel) nergens anders gebruikt;
  • meent komaf te kunnen maken met ‘dyslexie’;
  • gaat terug op de ‘fonetische’ (klankgerichte) traditie in de pedagogie;
  • leert kinderen eerst schrijven, dan lezen;
  • ziet schrijven als een manier om te leren lezen.

Al deze vroeger reeds gemaakte bemerking staan ook alsdusdanig in het verslag vermeld:

Waar het schoolwerkplan het natuurlijke leren vooropstelt, maakte de school de keuze om voor het lees– en schrijfonderwijs terug te vallen op een onderwijsleerpakket dat in Vlaanderen verre van gestandaardiseerd is. Dit pakket promoot zichzelf als ‘een nuchtere en dyslexieveilige methode’ met een sterk fonetische inslag waarbij kinderen ervaren dat letters transcripties van klanken zijn. De volgorde voor het aanleren van de vaardigheden verschilt van de gebruikelijke werkwijze. Bij deze aanpak start de werking vanuit: ‘leren lezen doe je door te leren schrijven’. De aanwezige externe leerkracht– en leerlingenondersteuning bij de opstart werd door omstandigheden dit schooljaar niet verder uitgevoerd. De afspraken (tot op heden nog weinig geformaliseerd) voor het hanteren van deze werkwijze geven blijk van een kritische ingesteldheid en vormen een aanzet bij het bewaken van de eigen onderwijskwaliteit. (Inspectieverslag BS De Tinteltuin p.11)

Deze gebalde paragraaf bevat ook een aantal andere elementen:

  • De alfabetcode staat niet in het schoolwerkplan vermeld
  • De aanpak voor Nederlands in het schoolwerkplan is ‘natuurlijk leren’ en tegengesteld aan de ‘fonetische’ alfabetcode
  • Over hoe de alfabetcode in de school wordt toepgepast, staat niets op papier (m.a.w. zijn geen afspraken gemaakt) – laat u niet inpakken door het schijncompliment op het einde.

Dat de formulering van het doorlichtingsteam respectvoller zal worden geacht dan mijn opmerkingen, heeft te maken met het feit dat de doorlichting enkel vaststellingen kan doen, maar verder niet. De overheid mag geen methode voorschrijven, daarin heeft elke school (dus ook een freinetschool) de complete vrijheid. Wat de doorlichting wil zien, zijn resultaten. De leerresultaten kan de school bewijzen door het evalueren van de leerlingen op een manier die zij gepast acht. Ook daar is er aanzienlijke vrijheid. Op dit moment kan het leesonderwijs van de school amper geëvalueerd worden (zo stelt ook het doorlichtingsverslag), er zijn nog geen kinderen die op basis van de alfabetcode hun hele schoolloopbaan hebben afgelegd. Maar de terughoudend houding van de school om objectief en kwantitatief te evalueren, is op verschillende plaatsen in het verslag te lezen.

De school kan voor Nederlands nog weinig valide en verifieerbare leerlingenresultaten voorleggen. Ook na een werking van anderhalf jaar dient een school aan te geven dat zij op basis van haar onderwijsresultaten leerwinst realiseert. (ibid. p.6)

Je doet als leerkracht in feite het hele jaar je zin, maar je moet wel kunnen aantonen dat je leerwinst boekt. Dat heeft niets te maken met het gegeven van een beginnende school, dat behoort zelfs binnen een leerjaar te gebeuren. Dat doet een goede leerkracht niet voor de doorlichting of de directie, maar voor zichzelf: “ben ik op de goede weg? hebben ze iets opgestoken? wat is een verklaring voor deze of gene resultaten?” Wat de gevolgen hiervan zijn kunnen we ook lezen:

Het is voor de school geen evidente opdracht om na anderhalf jaar van start gaan valide outputgegevens voor te leggen. Een eerste uitstroom van twee leerlingen liet niet toe om gerichte uitspraken te doen en van hieruit de onderwijskwaliteit bij te sturen. Wel zette het aanvankelijk niet uitreiken van een getuigschrift de school aan het denken. Formele criteria ter verantwoording van de procedure volgens dewelke getuigschriften basisonderwijs worden toegekend, ontbreken nog in het schoolreglement. (ibid. p.11)

Ik weet niet goed wat ik hier lees – staat hier nu dat de vorig jaar afgestudeerde leerlingen geen getuigschriften hebben ontvangen? Is dat dit jaar wederom het geval geweest? Dit zijn geen citaten waar ik veel commentaar bij durf te geven. Ieder mag dit voor zich beoordelen.



Kleuters de dupe van het kleinschaligheidsbeleid?

Een van de pedagogische dogma’s van de Tinteltuin is, zoals de meeste freinettechnieken, nogal simpelgeestig.  Freinetpedagogie…

  • kan enkel in kleine klassen (11 kleuters of 15 leerlingen)
  • kan enkel met leeftijdsoverschreidende groepen (graadklassen, classe unique)

Elke ouder of leerkracht in Vlaanderen zou tekenen voor het eerste, maar niemand zou te vinden zijn voor het tweede punt. Dit lijkt vreemd, maar is het niet. Het gebruik van leeftijdsoverschreidende groepen is noodzakelijk gevolg van de kleine klassen – er zijn simpelweg niet genoeg leerkrachtenuren op basis van het aantal leerlingen om aparte leerjaren te organiseren. Het dan verkopen als een bewust pedagogische keuze is gewoon een nood voorstellen als een deugd.

Het ‘probleem’ wordt duidelijk weergegeven in het verslag van de werkgroep Pedagogie:

*Instappers op de wachtlijst.

Er waren 20 kinderen op de infoavond. Ons maximum aantal kinderen per geboortejaar is 11. Elke graadsklas zal dus niet meer dan 22 kinderen bedragen. Waarschijnlijk zullen we de eerste graad volgend jaar moeten splitsen omdat er zoveel derde kleuterklassers zijn.

Hier gaat het onmiddellijk mis: 11 kinderen per geboortejaar, maar er zijn er twee per leerjaar. De kinderen die het 1e leerjaar nu voltooid hebben, is de groep van 2004-2005 – dat zijn 2 geboortejaren per leerjaar of 4 geboortejaren per graadsklas (bijv. 1e en 2e leerjaar samen). Als je 2 eerstegraadsklassen wilt inrichten, met twee full-time leerkrachten, heb je 44 leerlingen nodig.

“Probleemstelling”

Voor de klas met de instappers zitten we met een probleem. Er staan 6 instappertjes op de wachtlijst. Wanneer we deze aannemen gaan we over ons principe van 11 kindjes heen en zitten we met een te grote instapklas.

In het begin van het jaar wordt al een probleem gemaakt dat er teveel instappers zijn het volgende jaar, men zou de zes liever weigeren in klein blijven, dan proberen nog instappers te vinden om zo twee klassen te maken. De zes instappers zijn teveel omdat ze in een klas komen van de ‘jongste kleuters’ waar ook nog 2e kleuterklassers zitten. Dit is gedacht vanuit een tweedeling jongste/oudste.

Niet opmerkelijk dat de ouders pleiten om meer kinderen toe te laten. Beter kan ik het zelf niet samenvatten:

De instappers zijn belangrijk want dit is onze groei. één kleuter betekent één extra uur. [De kleuterleidster] zou meer uren kunnen krijgen. Het niet doen is dus gevaarlijk want dan snijden we in onze eigen groei. Bovendien zijn dit nieuwe ouders en de Tinteltuin heeft verse energie nodig om de boel draaiende te houden.

Ander argument is dat we volgend jaar 87 leerlingen moeten hebben om te kunnen starten.

Maar het leerkrachtenteam ( basisonderwijs) geeft onmiddellijk tegengas (argumentatief gezien inderdaad een sheet in een fles):

Te snel groeien voor een school is gevaarlijk. Andere scholen zijn door hun te snelle succes al overkop gegaan. We moeten de nodige infrastructuur, werkkrachten en ervaring hebben.

Welke school is nu het meest in haar bestaan bedreigd: een school die stagneert op de helft van het aantal leerlingen van een volwaardige school, of een school waar de leerlingen binnenstromen. Elke school wil meer leerlingen, enkel de Tinteltuin niet. Het argument luidt verder: we kunnen niet groeien, want we hebben de infrastructuur niet. Een pertinente leugen, want ze zitten ruimer behuisd dat 90% van de scholen. Ook is er een tekort aan werkkrachten: natuurlijk – door te weinig leerlingen zijn er te weinig leerkrachturen. Of bedoelt men helpende ouderhanden? In beide gevallen is de oplossing duidelijk: meer leerlingen inschrijven. We hebben ook de ervaring niet? De stichters hebben een decennia lang gewerkt voor de oudste freinetschool van het land, nemen een initiatief, maar hebben niet voldoende ervaring voor een school te runnen. Daar had je vroeger aan moeten denken.

Ondertussen wordt in de vergadering gepoogd de vierkante cirkel te tekenen:

Hoe kunnen we deze toenamen aan instappertjes ook rijmen ten opzichte van het GO met onze wens om kleine klassen te hebben. Gaat het GO dan geen druk leggen om altijd grote klassen aan te nemen. We moeten berekenen wat de consequenties naar volgend schooljaar zijn. Deze berekeningen moeten we binnen het team maken.

We moeten zien wanneer de kleutertjes instappen.

WG pedagogie vraagt het wel in overweging te nemen.

→Tintelraad geeft een eerder positief advies, maar het team zal dit moeten bekijken en berekenen.

Dit is een interessant punt omdat dit een van de weinige momenten is waarop zelfs de centrale groep ouders (voornamelijk WG Pedagogie) zich uitdrukkelijk tegenover het leerkrachtenteam positioneert, maar zonder het minste resultaat: het team zal dit moeten berekenen en het zeker niet uit handen geven. De leerkrachten hebben hier niets in de pap te brokken, dit is het exclusiefrecht moeten zijn van de schooldirectie. Het is de directie die de wet moet toepassen binnen de school en het recht op inschrijving bewaken. Nogmaals treedt de oudervereniging in het slagveld van de school. De school heeft geen beleid, dat wordt bepaald door de grillen van de stichtende leerkrachten en uitgevoerd door ouders die de meester niet durven tegenspreken.

De eerste graad was in mei al afgesloten voor inschrijvingen met twee uitgesplitste klassen van 15 en 14 leerlingen. Deze twee klassen geven de school recht op 15/22 en 14/22 ofwel 29/22 = een fulltime betrekking (22u) + 7u. Wat doet die tweede klas waarvan de titularis maar 1 dag (7u) komt?

Als er beslist wordt de twee leerkracht toch meer uren te geven, dan zouden er om die leerkracht een fulltime ambt te geven, 15u moeten geleend worden van een klas waar er meer dan het vereist aantal leerlingen zit. Maar die zijn er eigenlijk niet. Het doorlichtingsverslag merkt op:

Toezichten, middag– en busdiensten en de vele formele overlegmomenten vormen voor een klein schoolteam een reële taakverzwaring. Zowel voltijdse als deeltijdse leerkrachten overschrijden het maximum te presteren lestijden. Enkelen presteren onvergoede lestijden. (Doorlichtingsverslag Tinteltuin, p.15)

Los van de subtiele hint naar de oorzaak (“klein schoolteam”), zijn de laatste twee zinnen heel vreemd. Iedereen doet meer lestijden dan hij/zij moet en sommige worden daar NIET voor betaald. Men lijkt wel te suggereren dat sommige uren op een andere manier vergoed worden dan op basis van aanstelling… d.w.z. door de oudervereniging? met de vrijwillig afgedwongen oudergift?

De afgelopen twee jaar was het zo dat, hoewel de kleuters numeriek in de meerderheid waren, er toch een neiging tot benadeling van de afdeling te merken is, op het vlak van

  • klasbudget: de ouderbijdrage voor het klasbudget wordt verdeeld aan €500/ +  €12/leerling/maand  ofwel €500 en €120 per leerling. Dit wil zeggen dat op jaarbasis klassen met 10 lln €1.700 (€170/kind) krijgen, klassen met 15 lln €2.300 (€153/kind) en klassen met 20 lln €2.900 (€145/kind).
  • bijscholing: van hetzelfde oudergeld wordt €1.800 uitgetrokken voor opleiding van freinetrotten met vast benoemde uren. De kleuterleiders die freinet voor kleuters zelf uit de grond moeten stampen en daar heel aardig in slagen, krijgen geen opleiding. Waaraan het GO! budget voor opleiding (bijna €500) is opgegaan, wordt niet medegedeeld.
  • leerkrachturen: door de te kleine klassen (voor in lagere school) zijn er leerkrachturen tekort. Het totale aantal uren is door de school zelf te verdelen en ze mogen in principe kleuteruren overhevelen naar de lagere school. Sterker zelfs: de stichtende leerkrachten hebben een boel benoemde uren of zelfs een full-time – de uren gaan eerst naar hen. De leerkrachten (in het lager) die benoemd zijn, snoepen de uren af van jonge onbenoemde kleuterleiders door hun kleinschaligheidspolitiek.

In het inspectieverslag staan de uurverdelingen niet (meer) in, dus het is moeilijk na te gaan hoe hier mee opgesprongen wordt. Als er een keuze gemaakt moet worden kleuters of leerlingen in kleinere klassen, dan is het toch normaal dat voor de kleuters (die sowieso meer zorg nodig hebben) gekozen wordt? Zo niet in de Tinteltuin.

(more…)



De school die voor altijd klein wilde blijven

Ik heb het lang over het het hoofd gezien: de Tinteltuin wil een zo klein mogelijke school zijn. Dit is het verborgen pedagogische programma. Dit heeft de volgende voordelen:

  • er is een beperkte groep, zorgvuldig uitgekozen gezinnen die financieel en praktisch bereid zijn bij te dragen zonder morren.
  • de school krijgt van overheidswege een kleinere subsidie in totaal (op basis van aantal leerlingen), maar meer per leerling omdat alle scholen die geen volwaardige (180 lln) school zijn, dezelfde basissubsidie. Zijn er volgend jaar 170 leerlingen, dan krijgt de school meer op basis van het aantal, maar het basis bedrag blijft hetzelfde zoalng er geen 180 leerlingen zijn. De pedagogische subsidie (per leerling) interesseert het team niet, ze hebben genoeg geld voor pedagogisch materiaal op basis van de bijdrage van de ouders.
  • een beperkte groep personeel en geen directeur. Met een kleiner team en kleinere oudervereniging is het eenvoudiger voor enkele leerkrachten om hun wil op te leggen aan de andere leerkrachten, ouders en coördinator. Het inspectieverslag merkt terecht op: “Een directieambt van 14 lestijden bij het opstarten van een school zorgt voor een aantal lacunes in het uitwerken, uitvoeren en opvolgen van een schoolbeleid.” (p.15) Inderdaad, het schoolbeleid wordt volledig overgenomen door een verbond van enkele leerkrachten en strijdwillige ouders die nog meer hun best doen om de beste van de klas te zijn dan hun kinderen. Maar een zwakke directie is hierin essentieel – geen wonder dat de directeur zich -van de grote verantwoordelijkheid kwijtend- coördinator laat noemen.

De vierkantshoeve in Goetsenhoven was een prachtige omgeving voor een school maar de allerslechtste locatie (ligging) en infrastructuur denkbaar:

  • niet genoeg plaats voor een volwaardige school (180 lln)
  • niet voorzien als school, enkel als woning
  • geen turnzaal of zwembad in de buurt
  • geen bieb in de buurt
  • geen busdienst in de buurt
  • geen pakeerplaats voor de ouders
  • grote onbenutte ruimten (afgekeurd door inspectie)
  • geen zekerheid voor de toekomst (1-jarig huurcontract)

Zoals bleek konden er amper 90 kinderen school volgen en moesten er al in het eerste jaar kinderen geweigerd worden. Volgens mij wisten de iniatiefnemers van het begin dat de eigenaar geen verregaande verbouwingen zou toestaan en dat zou de school dat veilig op 90 leerlingen blokkeren. De oudervereniging en het GO! werden nooit ingelicht over deze ingebakken kleinschaligheid en er werden stappen genomen door hen om de locatie te consolideren of minstens de verbouwing van de zolder te garanderen.  Feit was dat in dat school jaar veel kinderen al te krap zaten – vooral bij de oudere kleuters.

Volgens mij kan het niet anders of het is de bedoeling dat elke opgestarte GO! school minstens 180 leerlingen herbergt. Indien niet, dan is het voortbestaan van de school in een omgeving waar het onderwijsaanbod niet gering is, allesbehalve zeker.  Dat geldt zeker voor Zoutleeuw centrum, maar ook, doch in mindere mate voor Goetsenhoven, waar het aanbod beperkt was.

Maar kleinschaligheid lijkt altijd een belangrijk punt in freinetonderwijs, al wordt nooit uitgelegd waarom dat zo belangrijk is en terwijl voor iedereen duidelijk is dat hieraan een zware kost verbonden is.

Wanneer dan het doek viel over Goetsenhoeven (zie het relaas hier), werden opties zoals de Tiense tekenacademie of het parochiecentrum zonder er verder op in te gaan, aan de kant geschoven omdat ze niet ‘de droomschool” waren. Niet freinet genoeg, u kent dat wel… Het enige wat duidelijk was, was dat deze opties capaciteit genoeg en een publieksvriendelijke liggen hadden.

Liever werden in juni 2010 de krachten verzameld in een project om twee leegstaande ruwbouw schuren in Ezemaal om te toveren tot een school. Hoewel van het Lyceum en de Parochiezaal geen foto’s werden vertoond, volgde er een lange diashow over de lege ruwbouwschuur en het achterliggend weiland. Dit plan, niet gespeend van enig realisme, werd gelukkig op de vergadering aan neergesabeld: op 2 (vakantie)maanden een school bouwen, dat kan niet. Daarop kwam dan het alternatief dat de school in het woonhuis zou gevestigd zijn, maar dan waren er nog verbouwingen nog. Met dit waanzinnig plan wou men in mei 2010 het GO! nog overtuigen om zelf geld te investeren in de later te huren gebouwen… Terwijl ze net hetzelfde had gedaan m.b.t. de kindertoiletten in Goetsenhoven, die nu een verloren investering waren. Once bitten, twice shy.

De verhuis naar Zoutleeuw was definitief. Nochtans bleef een Task Force binnen de school actief op zoek naar een nieuwe locatie, zonder echt ooit een enkele optie te hebben kunnen voorstellen. Ondertussen was er wel maandenlang onduidelijkheid bij de ouders over de toekomstige locatie van de school. Op die manier is men erin geslaagd een instroom van kinderen uit Zoutleeuw te voorkomen. Nu dit jaar, in Zoutleeuw, zit zijn de gebouwen niet te klein, en moet de school verplicht meer kinderen toelaten.

Dit alles dient een duidelijk doel: freinetwerking. Dat wil hier zeggen: we maken klassen van 15 i.p.v. 22 leerlingen. Net zoals andere scholen, krijgt men voor elke 22 leerlingen een full-time leerkracht toegewezen. In totaal ontstaat er dus een tekort aan uren. Niet alle leerkrachten worden full-time betaald, maar ze hebben wel allemaal een full-time klas kinderen onder hun hoede. Daar mogen weer de ouders opdraven.



Waar is de €10.000 die in 2009-10 onbesteed bleef?

Op Lievens uitnodiging op in de eerste week van de vakantie de kwestie van kosteloos onderwijs, recht op inschrijving enzoverder te bespreken, heb ik onderstaand antwoord gestuurd. Het probeert nogmaals uit te leggen dat dit geen persoonlijke vraag is uit nieuwsgierigheid, maar een aanmanen op open communicatie naar de hele oudervereniging.

Met een ouderverening waar de nabijheid tussen ouders onderling, ouders en leerkrachten en ouders onderling zo groot is, is het uiterest belangrijk eerlijk naar iedereen te communiceren. Het is overduidelijk dat het team en de centrale groep ouders (die ook van andere freinetscholen komen) zich terdege bewust zijn van de problematiek en zien hun reddersrol binnen de school als “helpen het geheim te bewaren dat de ouderbijdrage niet verplicht is, want dan is de school kapot”. De ouders die hun kinderen al in andere freinetscholen hebben gehad, kennen de problematiek. De vroeger school van de stichtende leerkrachten, heeft dezelfde discussie gekend – dit werd zelfs in het inspectieverslag vastgesteld, maar is ondertussen naar verluidt, bijgesteld.

From: Johan B

To: Lieven C

Cc: Phillipe D, Bart I, Peter V, Lieve N, Gert VA, JF VM, Joel VDW, Helga H

Sent: Tuesday, June 21, 2011 10:02 AM

Subject: Re: ouderbijdrage tinteltuin: een vergelijkbaar geval in Hasselt

Beste Lieven,

Hartelijk dank voor je antwoord. Ik vind dit echter geen goed idee: in mondelinge gesprekken kan ieder zeggen wat hij wil zonder daar achteraf verantwoording voor moeten af te leggen. Het gaat niet over mij of over jou: het betreft de hele tinteltuin. Telkens weer worden ‘gevoelige gesprekken’ verwezen naar de achterkamer. Dit is niet mijn idee van open, eerlijke communicatie.

Het antwoord op mijn vragen is niet enkel voor mij bedoeld, maar ook voor alle ouders.

Verder is er nog een deontologisch probleem: jij, Philippe noch Peter hebben in deze aansprakelijkheid. Ik bedoel hiermee: jullie zorgen voor een overtreding die enkel gevolgen zal hebben voor de school als instituut, niet voor jullie als rechtspersoon. Als er bij de school een overtreding van het principe van kosteloos onderwijs wordt vastgesteld, zullen gelden die de school van de overheid gekregen heeft in bepaalde mate teruggevorderd worden. De kinderen en de school zijn hier de dupe, niet de ouders.

Dat is de enige reden dat ik nog geen klacht heb neergelegd en dit niet zou doen zonder eerst directeur Lavigne te hebben ingelicht. Jullie starheid om in deze kwestie positie in te nemen en de neiging om te discussie telkens uit te stellen en uit de publieke arena te houden, geven mij echter weinig hoop dat jullie beseffen hoe serieus dit werkelijk is.

En alsof dit niet genoeg was, stuitte ik gisteren op de vraag:

Wat is er met de 10.000 EUR die vorig jaar onbesteed bleef, gebeurd?Ongetwijfeld is het feit dat dit niet duidelijk is te wijten aan mijn povere wiskundetalent. Als financiële transparantie een bezorgdheid zou zijn, zouden de jaarverslagen toch gewoon op de website gepubliceerd worden, maar dat is bij de Tinteltuin niet het geval.

Wat ik vraag is toch duidelijk: maak schoon schip in de vzw, als volgt:

  • Communiceer duidelijk aan de ouders dat de bijdrage een gift is en verontschuldig je voor de onduidelijkheid.

  • Stel de inschrijvingen open voor alle kinderen (voor zover er plaats & accommodatie is)

Célestin Freinet werkte heel zijn leven voor een groot deel met kansarme, plaatselijke kinderen en met amper middelen – ze deden alles zelf. Dàt is Freinet.

Later ontving ik deze nogal verwarde mail van Philippe D, die doet alsof ik nog steeds geen duidelijke vragen gesteld heb en enkel schijnt te begrijpen dat er ‘problemen met de werking’ zijn. Dat ik de integriteit van bestuursleden in twijfel trek, schijnt hij als een belediging op te nemen, terwijl dit eigenlijk een reactie is op de vraag wat er met de  ruim 10.000 EUR overschot in ouderbijdrage van 2009-10 gebeurd is. Ik verwijs daarbij naar de volgende vermeldingen:

Er is nog een bedrag van 11.612 € over, of ongeveer 50% van de ouderbijdrage. Zoals hoger aangegeven zal dit vermoedelijk herleid worden tot ongeveer 10.000 € nadat de kosten van de maand juni zijn binnengebracht.

(uit: Financieel Verslag Tinteltuin 2009-2010 – juni 2010 – niet gepubliceerd op de website)

Verder vinden we dit bedrag niet meer terug tot een half jaar later, wanneer de lopende kosten van het eerste trimester ermee betaald zijn. Maar deze kosten worden later niet meer afgeboekt tegen de inkomsten van dit jaar, wat eigenlijk zou moeten. In januari is het geld wel op en dat vormt ook de aanloop naar het agressief innen van ouderbijdragen in februari 2011.

*Hoe staat het met onze rekening? 1 september was er euro 6 146 over. Kosten omvatten budget WG, klasbudget en schoolbudget (zwemmen, busvervoer en circus) Een dikke euro 5 000 kosten zijn er sinds september gedaan. Alles leek er op dat we negatief zitten, maar dit lijkt momenteel niet. (De exacte stand van de rekening is consulteerbaar op de zetel van de vzw)

(uit: Verslag van de Tintelraad van 17 januari 2011)

Los van de vraag waaraan tijdens de vakantiemaanden €4.000 werd besteed, lijkt het alsof de ruim 23.107€ (eind mei 2010) ruim voldoende ingeschat is. Als we het financieel verslag van 2010-2011 bekijken, blijkt dat er nog iets anders niet vermeld wordt in de boekhouding van het eerste jaar:

Het vorige schooljaar 2009-2010 werd afgesloten met een netto toegoed van 8.813,89 € op 1/9/2010. Echter, in de loop van dit schooljaar is gebleken dat hierin een toelage van 3.000 € vervat zit die eind vorig schooljaar door de stad Tienen werd gestort als subsidie voor het organiseren van een TinTelRock evenement dat evenwel niet is doorgegaan. Deze subsidie is dit schooljaar teruggestort. Bovendien werd beslist om 18€ af te schrijven voor niet betaalde facturen van vorig schooljaar voor opvang. Na het herhaaldelijk aandringen op betaling, bleek de kostprijs om aangetekende brieven hiervoor te versturen groter dan het afboeken van dit bedrag. In de conclusies achteraan dit document willen we hieruit lessen trekken voor het volgend schooljaar. Per saldo bleef er dus een bedrag van 5.795,89€ over om te investeren.  Hiervan werd dit schooljaar 1.349 € daadwerkelijk geïnvesteerd door de werkgroepen, en blijft er dus nog een bedrag van 4.446,89€ over.

uit: Financieel Verslag 2010-2011, p.8

Niet alleen werd de Tintelrocksubsidie nergens anders in de boekhouding vermeld, het tegoed in september komt niet overeen wat in het verslag van de Tintelraad vermeld werd. Verder is de onbestede ouderbijdrage in mei 2010 ruim €11.000 zonder de subsidie voor het illustere rockevenement. Hoe kan die afgeboekt worden tegen de ouderbijdragen? Een aandachtige lectuur van de twee financieel verslagen naast elkaar maakt deze en andere vragen overduidelijk. De reactie van P op deze simpele vragen was dan ook zeer kwaad maar wederom uiterest vaag.

—– Originele e-mail —–
Van: Philippe D
Aan: Johan B, Lieven C
Cc: Bart I, Peter V, Lieve N, Joel VDW, Helga H, Joost VDB, Elisabeth F
Verzonden: Dinsdag 21 juni 2011 12:28:45 GMT +01:00
Onderwerp: Re: ouderbijdrage tinteltuin: een vergelijkbaar geval in Hasselt

Beste Johan, allen,

Ik wil Lieven danken voor zijn antwoord en het heruitnodigen van Johan om op serene wijze te kunnen debatteren over de aangehaalde punten.

Maar aangezien Johan op de AV en schriftelijk, los van de inhoudelijke punten, de transparantie van onze werking en de integriteit van teamleden en ouders in vraag stelt, voel ik mij verplicht mijn reeds voorbereidend schrijven alsnog door te mailen.

Over verschillende punten kunnen wij openlijk debatteren maar enige sereniteit en respect dwingt zich-op.

Johan, vermits je niet zou weten wie te contacteren van de Tintelraad  geeft ik jou in cc mailadressen van Tintelraadleden met betrekking tot de aangehaalde themapunten.

Tegen 15 augustus verwacht ik van jou vragen ter attentie van de TR/Schoolraad.

Hopelijk kan nu de rust terugkeren om zo positief te starten met het nieuwe schooljaar in het vooruitzicht.

Mvg,

Philippe


Dag Johan,

Betreffende :

Jouw kandidatuur voor de schoolraad.

Zoals alle leden van de Tintelraad heb ik jouw kandidatuur vernomen via Helga, onze coördinator.  Jouw motivatie en argumentatie ontvingen wij echter niet. Deze werd dan ook niet gestuurd naar mij of andere TR-leden. De uitslag van de schoolraadverkiezing werd  tijdens de AV gecommuniceerd en zal opgenomen worden in het verslag.

Ouderbijdrage : ‘geen antwoord omtrent je persoonlijke vraag ivm

-jou bijdrage

-ouder bijdrage in het algemeen’

Je ontving wel degelijk antwoord. In eerste instantie van mezelf en Peter, daarna meermaals van Lieven. Omdat je desondanks alle voorgelegde antwoorden steeds geen genoegen kon nemen met de vrije ouderbijdrage van onze school, hebben wij in belang van de school en je eigen bekommernissen, aangeraden om je concrete vragen , voor te leggen aan de Tintelraad en/of aan de WG financiën. Het liefst zoals alle ouders doen, dwz een vraag- of probleem-stelling gekoppeld aan de nodige info of voorstellen.

Dit hebben wij nooit mogen verkrijgen. ( mijn mailbox uitgepluisd)

Ik betreur ten zeerste dat je tal van elementen door elkaar mixt en een hoogst persoonlijke visie aanhoudt ivm de werking en transparantie van onze school. Deze jonge school krioelt van het diverse en talrijke werk. Je helpt iedereen door de school duidelijke vragen te stellen waarop de TR/Schoolraad even duidelijk zal antwoorden. Spijtig is dan ook dat je naast je wederkerende klachten, zinnige opmerkingen aan bod brengt die de school ten goede zouden komen. Zo onthoud ik je bekommernis om in eerste instantie de GO! gelden te benutten, wat ook gebeurd trouwens, maar misschien moeten wij dat gewoonweg duidelijker communiceren, toonbaar maken tijdens de AV.

Dit geldt ook voor je vragen en opmerkingen rond het inschrijvingsbeleid v/d TinteltTuin en het door jou benoemd elitair karakter.

Wat betreft open communicatie en wandelgang -communicatie hebben wij idd nog allemaal een weg af te leggen.

Er zijn veel communicatiemiddelen aanwezig binnen onze school, coördinator en teamleden die je kan aanspreken voor een persoonlijk gesprek, ouders via WG’pen, klasouders en tenslotte TintelRaadleden.. Desalniettemin loopt het nog niet zoals iedereen het wenst en zijn we daarvoor binnen de TR/schoolraad, alert voor.

Een AV, al is dat niet de initiële bedoeling, kan een moment worden waar overlegd of gediscussieerd wordt. De TT schuwt geen enkel onderwerp, dus ook niet de “wandelgang problematiek”. Binnen de AV werd daarvoor ruimte genomen. Ik betreur ten zeerste het feit dat jij je verplicht voelde om je “discour” hard te maken, mensen te kwetsen door zeer persoonlijke boodschappen te verkondigen die niets toevoegen aan het lopende gesprek dat dan ook hierdoor werd stilgezet.

Alle vragen kunnen in alle openheid gesteld worden én hoe moeilijk deze ook mogen wezen worden deze altijd beantwoord en gepubliceerd in een AV of TR verslag. Dat helpt de school vooruit maar aan insinuatie, (on) rechtstreekse beschuldigingen t.o.v van teamleden of ouders hebben wij niets. Ik wou dit ten persoonlijke titel melden.

Rest mij u aan te sporen om nogmaals onze statuten, HR en Tintelraad verslagen verder te lezen, veel van je bekommernissen en vragen worden daar sowieso beantwoordt.

In geval van twijfel of ontevredenheid blijft de TR het aanspreekpunt dat je best, voortaan schriftelijk, bevraagt/aanspreekt.

Steeds ter beschikking binnen het kader van de TintelRaad,

Philippe