Filed under: commissie zorgvuldig bestuur onderwijs, financiën, freinetpedagogiek, ouderparticipatie | Tags: ongelijkheid, ouderparticipatie, sociale druk
Wellicht zullen er nu een heel aantal flessen biocava ontkurkt worden, als ik aankondig dat ik geen officiële klacht tegen de school zal indienen bij de commissie zorgvuldig bestuur in het onderwijs. Er is ondertussen een nieuw document verschenen dat de financiële politiek van de school -op z’n minst aan de oppervlakte- hertekent. Dit nieuwe document maakt duidelijk dat de school toch op z’n minst nu een probleem erkent (anders was het document niet nodig). De vraag is echter of dit, zoals de school blijkbaar denkt, enkel een probleem van formulering is. Het is ook de vraag of, indien het tot een veroordeling was gekomen, de school een andere reactie zou getoond hebben dan de huidige.
De bedoeling van dit blog is altijd geweest om ouders te informeren hoe het eraan toe gaat in de freinetschool. Dat kan enkel exemplarisch, maar het gaat over het stramien dat de vlag allerminst de lading dekt. Er is, gezien de recente explosie, dringend degelijk onderzoek nodig naar de pedagogische praktijk die, hoe kan het anders, niet dezelfde is als 50 jaar geleden, maar vreemd genoeg haaks staat op de principes van gelijkheid, toegankelijk en kosteloosheid die het gemeenschapsonderwijs hoog in het vaandel draagt.
Er zijn zeker freinetscholen in Vlaanderen die anders te werk gaan en de principes van de stichter meer eer aandoen. De vraag is alleen: hoe kom het dat freinetscholen onderling nog eens “zo sterk” verschillen? Sommigen scholen zijn heel duidelijk over de ouderbijdrage en andere steun aan de school, zoals het eigenlijk zou moeten. Hoe weet je nu als ouder in wat voor freinetschool je terecht komt? Hoe weet je waar je je aan te verwachten hebt in zo’n school?
Ik stel hierbij alleen de volgende hypothetische vraag: hoe kun je in een school waar er zoveel van de ouders verwacht wordt (financieel en organisatorisch), toch beweren dat favoritisme uitgesloten is? In een gewone school hebben leerkrachten soms ‘schrik’ van ouders die voor hun kinderen pleiten, vooral in geval van deliberatiebetwisting. In de Tinteltuin is dit niet aan de orde, iedereen is sowieso altijd geslaagd. De schrik die hier heerst, is die van de moeder die vindt dat zij niet zoveel kan bijdragen als anderen, en vreest dat haar kind wordt achtergesteld omdat een andere moeder elke week de klas overneemt, pizza’s bakt voor je leerkracht of regelmatig helpt met het vervoer.
Je dacht dat je met enkele honderden euro’s per kind, een helpende hand bij het poetsen, een paar verplaatsingen en begeleiding op het kamp je steentje wel had bijgedragen… en dat is wel zo, maar er altijd een paar die nog veel meer doen en het laken naar zich toetrekken.
Filed under: ouderparticipatie | Tags: klasouder, ongelijkheid, ouderparticipatie, sociale druk, uren tekort, werkwinkel
Daarvoor kies je, als je voor freinet kiest, wordt wel eens gezegd. Het is toch wel duidelijk voor iedereen dat de school de ouders tot niets kan verplichten, maar tezelfdertijd wordt er een sociale druk gecreëerd. Je moet niet alleen het lidmaatschap kunnen betalen, je moet je ook nog kunnen vrijmaken tijdens de schooluren. Is dat niet zo, dan kun je je wel inschrijven voor de poetsploeg, maar dan heeft natuurlijk niemand je bijdrage gezien. Zij die wel bijdragen kunnen leveren in de klas, hebben natuurlijk een streepje voor bij de meester. Dat het zelfs zo ver gaat dat ouders onbegeleid zelf lesuren (werkwinkels) overnemen is in principe absurd.
Omdat we ‘freinetwerking’ willen garanderen maken we kleine klassen, daardoor hebben we teweinig leerkrachtenuren, daardoor moeten ouders lessen overnemen. Vreemd genoeg staan er dan soms ouders alleen voor een heterogene groep van 20 leerlingen. Er mag toch een beetje steun komen op het vlak van ideeën, aanpak, materiaal enzoverder. Ik dacht dat leerkracht toch ook een beetje een vak is wat je met vallen en opstaan leert, dus er mogen zeker geen mirakelen verwacht worden en er moet ondersteuning zijn opdat het voor de ouder in kwestie geen nare ervaring is wordt.
Ouderparticipatie kan een enorme verrijking zijn als het vrijwillig en gekaderd is. Met gekaderd bedoel ik hier: er moet een lesonderwerp zijn. Het draait niet om de persoon, maar om wat we van die persoon kunnen opsteken. Iemand die brandweerman, verpleegster of ijzersmid kan de kinderen een diepe leerervaring bijbrengen. Het kan ik de beroeps- of hobbycontext zijn, iedereen heeft talenten. Meestal heeft de huisvrouw er meer dan alle bovengenoemden, maar beseft ze dat te weinig door een ontoereikende naam voor haar functie… De deelname van de ouders in de klas moet in een andere hoedanigheid zijn dan als papa/mama van … Want het perspectief van het kind is hier belangrijk en mag niet zijn: waarom is Jans mama elke week in de klas en mijn mama nooit?
Sommigen ouders werken zich werkelijk uit de naad en lijken daardoor verantwoordelijkheid binnen de vzw te winnen. Het lijkt alsof de stichtende leerkrachten heel de oudervereniging domineren en ouders elkaar verdringen om hun goeddunken. Dat doen ze door kritiekloos hun standpunten te volgen, zelfs al zijn ze soms echt niet te volgen of zelfs in strijd met de wet. Hoe ver dat gaat heb ik met de kwestie van de bijscholingsbudgetten proberen aantonen.
Meerdere malen heb ik de leerkrachten proberen wijzen op de problemen die kunnen volgen uit ongekaderde ouderpartcipatie in de klas en de school: a) discriminatie van ouders met minder tijd; b) delegeren van leerkrachtentaken sommige ouders; c) logistieke problemen: ouders doen beloftes maar komen ze niet na; d) beïnvloeding van het inschrijvingsbeleid; e) door ouders gegeven lesuren die weinig pedagogische relevantie hebben; f) sollicitatiebeleid is er niet, er wordt voornamelijk uit eigen rangen geput. Maar de aansprakelijkheid van de ouders is beperkt, zij hebben geen verantwoording af te leggen wanneer zij officieus ageren in naam van de school. Zowel in het bedenkelijke inschrijvingsbeleid als met betrekking tot de ouderbijdrage, zijn het nooit personeelsleden van de school zijn die deze ‘fouten’ maken (maar ouders, leden van de vzw) en zelfs zij hebben geen persoonlijke aansprakelijkheid binnen de vzw, laat staan binnen de school.
Het is mij tot mijn teleurstelling meer en meer duidelijk geworden dat dit een bewuste strategie is, en dat niet zomaar elke ouder mag bijdragen. Ouders met verantwoordelijkheid binnen de school, worden, net zoals de gezinnen, zorgvuldig uitgekozen. Zo kun je je bijvoorbeeld niet kandidaat stellen om klasouder te worden, daar moet je voor gevraagd worden. In augustus 2009, nog voor het eerste jaar Tinteltuin van start was gegaan en er een schooldag voorbij was, kunnen we lezen hoe de leerkrachten klasouders zelf moeten kiezen.
Klasouder(s)
Team: Elke leerkracht spreekt zelf een ouder aan. Relatie tussen leerkracht en die klasouder is prioritair. Er wordt maw niet naar vrijwilligers gevraagd
uit: verslag vergadering werkgroep pedagogie, augustus 2009