tinteltand


Het bewust vage onderscheid tussen school en oudervereniging

In de grond zijn er in België twee soorten scholen: staatsscholen en vrije scholen. In de eerste is de Vlaamse overheid die het onderwijs ‘inricht,’ in de tweede soort zijn dat alle ‘anderen’. Alle katholieke scholen behoren tot de laatste groep en alle GO!-scholen tot de eerste, maar er zijn nog andere ‘vrije scholen’ dan de katholieke. Zo zijn er ook protestantse en joodse scholen, maar bij de vrije scholen horen ook de steinerscholen een een groep ‘methodescholen’ (vooral freinetscholen) die zich verzameld hebben onder de naam FOPEM: Federatie voor Onafhankelijke, Pluralistische en Emancipatorische Methodescholen. Bij deze scholen is de oudervereniging de inrichtende macht, de instantie die het onderwijs organiseert. Bij scholen van het gemeenschapsonderwijs is de scholengroep de inrichtende macht, met alle privileges vandien.

Het is precies de inrichtende macht die over kwesties zoals de schoolcultuur en de locatie kunnen beslissen, maar dus ook zelf voor een schoolgebouw moet zorgen. Een GO!-school kan beroep doen op de scholengroep voor de financiering van een schoolgebouw, maar de keuze van de schoolinfrastructuur is dan ook niet een recht van de oudervereniging. Vreemd genoeg werd binnen de oudervereniging wel gedaan alsof de locatie iets was waar zij zelf kon over beslissen of tenminste eisen stellen aan het gemeenschapsonderwijs.  Dat is duidelijk niet het geval. Beide groepen (staatsonderwijs en vrij ‘gesubsidieerd’ onderwijs) krijgen werkingsmiddelen om het pedagogisch project te realiseren, maar de vrije scholen hebben de bijkomende last van de huisvestiging. Om dit te financieren, doen ze beroep op hun inrichtende macht, namelijk de oudervereniging. Zonder bijdragen van ouders of sympathisanten, kan zulk een school niet van start gaan.

De reden van het GO! om de laatste jaren freinetscholen onder haar vleugels te nemen moet niet misbegrepen worden: door extra financiële middelen voor huisvesting te voorzien, kunnen er meer eisen gesteld worden aan de school. Controleren door te subsidiëren – het is een contract, als het ware. Ik heb in andere stukken al proberen aan te tonen dat de houding tegen het GO! (en elke ‘externe’ vorm van inmenging) in de school ronduit negatief is. De teneur is altijd: het GO! voorziet te weinig middelen, geen goede locatie en te weinig geld. Dat het gemeenschapsonderwijs een gelijke verplichting heeft naar alle scholen van de scholengroep en niet zomaar de Tinteltuin kan bevoordelen, lijkt aan de leiding van de school geheel voorbij te gaan. In persoonlijke communicatie, hoorde ik van de initiatiefnemers van de Tinteltuin dat ze geheel voor het FOPEM model te vinden zijn, maar dat dit nu eenmaal geen werkbare piste is (dwz. geen geld). Ook de feitelijk opheffing van de schoolraad (d.i. ze gelijkstellen met het bestuur van de oudervereniging) holt de democratische bedoelingen van dit orgaan uit wordt het vergelijkbaar met het equivalent van de schoolraad in het vrij gesubsidieerd onderwijs.

Waarom er niet voor een FOPEM-model gekozen werd wordt nogmaals duidelijk in het filmpje van de voorzitter van FOPEM, Kris Denys, voor het Groen!-partijcongres van 2010:

http://www.youtube.com/watch?v=0WFnkikPtQU

Terwijl de christendemocraten de belangen van de de vrije katholieke scholen behartigen en het staatonderwijs veeleer politiek rood gekleurd is, lijkt of het alternatieve onderwijsveld van FOPEM de partij Groen! als politieke spreekbuis probeert te gebruiken. Opmerkelijk is dat het enkel over het gebouwenbeleid gaat en heel complex geformuleerd is. Het is een genadebede voor de vrije scholen die hun gebouwen zelf moeten betalen, maar -en dat is belangrijk om de boodschap te begrijpen- enkel de niet-katholieke vrije scholen. De katholieke scholen zijn de laatsten die hun gebouwen zouden willen overdragen aan de overheid. Het gaat hier over de kleine alternatieve schooltjes.

Wat men dus eigenlijk wil, is de schoolgebouwen die in de laatste jaren door ouderverenigingen (en inrichtende machten) van de (niet-katholieke!) vrije scholen, verkopen aan de staat. De Vlaamse regering zou dan eigenaar worden van een aantal gebouwen die zij zelf moet onderhouden en die als school gekozen zijn zonder inspraak van de Vlaamse regering zelf. Sommige scholen hebben zich misschien een groen paradijsje gekocht en verwachten dat de staat daar nu voor opdraait. Hoe kan de Vlaamse regering het maken ten aanzien van bestaande scholen (die strikte oppervlakte- en andere quota hebben) te benadelen? Dan staat het onderwijsveld (terecht!) op z’n kop.

Sterk is ook dat Denys zich in het filmpje nogal laatdunkend uitlaat over het geld dat wel wordt besteed aan gebouwen en zelfs losweg speculerend de vraag stelt of daar misschien geld mee verdiend is. Wij hebben ook recht op een deel van de koek, lijkt hij te roepen,  maar begrijpt niet dat ze het maar te vragen hebben, als zij volgens de regels willen spelen. En dit is, bij uitstek het probleem van FOPEM – het is vrijwel onmogelijk om een onafhankelijjke vrije methodeschool in leven te houden. Kopen of huren, de infrastrucuur is de grootste last bij het starten van een school. Dat het gemeenschaponderwijs zich de laaste jaren profileert als een bevoorrechte partner voor iedereen die een (methode)school wil oprichten, in dan ook niet verwonderlijk. Waarom bij FOPEM, als het gemeenschapsonderwijs je een gebouw ter beschikking wil stellen? Het was bijna exact wat ik van de stichter van de Tinteltuin te horen kreeg: hij was 100% voorstander van FOPEM, maar zei ook dat het geen optie was. Men wil wel de onafhankelijkheid, maar niet de financiële last van de schoolinfrastructuur. Ja, dat wil iedereen wel…

De vraag wat FOPEM voor die onafhankelijke school doet, behalve zo’n €1.000 lidgeld per jaar innen, blijft voor mij onbeantwoord. In de huidige politieke situatie (en in eendere welke andere bij nader inzien) lijkt het weinig waarschijnlijk dat deze plannen verwezenlijkt kunnen worden. Denys weet dit blijkbaar en is al tevreden met een proefproject – wat is dat dan: een proefverkoop aan de staat? Let wel, deze scholen worden op pedagogische vlak net op dezelfde manier financieel ondersteunt als het gemeenschapsonderwijs.

Over FOPEM zelf komen op de website van de Vlaamse regering meer te weten dat op hun eigen webstek. Deze organisatie is lid van

OKO:

  • FOPEM: vrije gesubsidieerde methodenscholen
  • Steinerscholen
  • IPCO: vrije gesubsidieerde protestantse scholen
  • VOOP: 40 andere vrije gesubsidieerde scholen

Wie de website goed bekijkt, lees daar heel duidelijk dat de directrice van de Leuvense steinerschool ook voorzitster is van de federatie van steinerscholen en zelfs voorzitster is van OKO. Om maar te zeggen: wie behartigt de belangen van de freinetscholen die niet bij het gemeenschapsonderwijs aansluiten in de Vlaamse onderwijsraad? Inderdaad, de steinerfederatie zelf. Natuurlijk zitten niet alleen de onafhankelijke freinetscholen om een nieuwe gebouwenpolitiek te wachten, ook de steinervereniging staat hierom te springen.

En eigenlijk is de Tinteltuin een school die, hoewel binnen het GO!, zich volledig gedraagt als een onafhankelijke (gesubsidieerde) school, steiner of freinet. Want in zulke scholen…

  • moeten en echt fondsenwerving gebeuren om de infrastructuur te huren, afbetalen en te onderhouden;
  • is de oudervereniging ook effectief de inrichtende macht die beslist over locatie, schoolcultuur en andere belangrijke kwesties;
  • heerst er binnen de school (misschien deel terecht) het idee: wij betalen hier alles, de staat heeft zich niet te bemoeien.

In BSGO De Tinteltuin daarentegen,

  • wordt de infrastructuur volledig betaalt en onderhouden door het gemeenschapsonderwijs;
  • is de scholengroep de inrichtende macht die beslist over locatie, schoolcultuur en andere kwesties;
  • worden de ouders wijsgemaakt dat het GO! het project tegenwerkt terwijl er geen project zou zijn zonder het GO! en dat het pedagogisch project niet mogelijk is zonder hun ouderbijdrage, terwijl al het materiaal dat nodig is om de eindtermen te halen door het GO! betaalt wordt.

Hoe diep de (bewuste?) verwarring van de school met de oudervereniging verankerd zit, mocht ik nogmaals ervaren in het recentste schrijven aan de directeur van de school:

Sent: Saturday, August 13, 2011 12:10 AM

Subject: Uitnodiging voor de Tintelraad

Beste directeur Henckens,

U weet, of behoort te weten, dat de Tinteltuin al twee jaar lang in overtreding is met decreten over het onderwijs die democratisch werden beslist door de Vlaamse regering. Het gaat hier in het bijzonder over:

  • de scherpe maximumfactuur
  • de minder scherpe maximumfactuur
  • het principe van kosteloos onderwijs
  • het recht op inschrijving
  • ondermijning van het recht op inspraak en informatie d.m.v. het de jure afschaffen van de schoolraad

Verder neigt de oudervereniging zich te gedragen alsof zij de inrichtende macht is en ten onrechte zich de daarbijhorende rechten en verantwoordelijkheden naar zich toe te trekken. Dit is niet onbelangrijk, omdat de wantoestanden binnen de vzw (qua democratisch bestuur en geldbeheer), die in principe civiele zaken zijn, ingrijpen op het onderwijsproces.

Er was mij gevraagd mijn vragen nogmaals tegen 15 augustus op papier te zetten voor de tintelraad. Volgens mijn lectuur van de statuten is de tintelraad echter een adviserend orgaan van de oudervereniging. Maar ik wil gerust mijn vragen daar beantwoord weten.

Wanneer is deze tintelraad?

Gaat het dan enkel over de wantoestanden binnen de oudervereniging, of ook de overtredingen van het decreet op het onderwijs hierboven vermeld?

Zijn er bepaalde vormvereisten voor de vragen?

met beleefde groet,

Johan

Hierop kwam van de directeur enkel de beleefde belofte van een spoedig antwoord, het echte ‘antwoord’ kwam van de voorzitter van de oudervereniging, Philippe Denys:

Dag Johan,

Wij als school zijn eveneens door het bestuur van het GO! op de hoogte gebracht van uw schrijven, en het wantrouwen wat [sic] u daarin uitspreekt. Zowel het feit dat U dit zonder wederzijds overleg doet, alsook de boodschap zelf, maakt duidelijk dat er een vertrouwenskwestie speelt van dusdanige aard dat wij met U per direct het gesprek wensen aan te gaan tussen uzelf, de coordinator en de voorzitters van de school om te zien wat hiervan de consequenties zijn voor het komende schooljaar. Wij wensen dit gesprek te voeren vooraleer er ook maar enige verdere communicatie de school en zijn functioneren verder schaadt.

Inmiddels

Betreffende : uw vragen tav de TintelRaad, tevens schoolraad van de TintelTuin.

Tot heden hebben we geen vragen mogen ontvangen.

Gelieve deze te richten ter attentie van Helga, Lieven en mezelf.

Graag duidelijke afzonderlijke gestelde vragen formuleren. Daarbij nodig ik je uit om zoals andere TT leden eventuele info, argumentatie en een oplossing voor te stellen.

1. Vraag.

2. Info , reden v/d vraag

3. Mogelijke oplossing(en)

In samenspraak met het GO! zal u een antwoord geformuleerd worden.

Op 19 augustus ’11 houden wij onze eerste TR van het jaar, agendapunten voor de volgende bijéénkomst worden er bepaald. Wij houden u op de hoogte.

Groeten,

Philippe

Hier zie je hoe de voorzitter van de oudervereniging in naam van de school spreekt, zelfs met goedkeuren van de directeur (die zelf niet reageert). De oudervereniging is niet verantwoordelijk voor het schoolbeleid en zelfs al laat de directeur het beleid wel door ouders bepalen dat zijn deze nog niet aansprakelijk voor de politiek van de school. Dit merk je ook in de communicatie: de directeur (die door het GO! zelf en de doorlichting zo wordt genoemd), heet in de school ‘coördinator’. Een coördinator is per definitie ondersteunend, terwijl directeur altijd de leider, dirigent is. En natuurlijk kan die beslissen om de macht de delegeren, maar de verantwoordelijkheid voor het gevoerde beleid, kun je niet aan de oudervereniging delegeren. Verderop wordt ook de Tintelraad (een delegatie van de algemene vergadering van ouders) gelijkgesteld aan de schoolraad, terwijl er heel duidelijk toch aparte verkiezingen geweest zijn voor de schoolraad. De enige twee conclusies kunnen zijn dat a) de voorzitter niet weet wat de schoolraad is; b) bewust liegt in de hoop dat genoegen zou worden genomen met antwoorden van de Tintelraad.

Ook de inhoud van de eerste paragraaf is eigenlijk vreemd. Je verwacht een zin als: omdat er een zodanige vertrouwensbreuk is, publiceren wij nu een publiek antwoord op de kwestie zodat alle onduidelijkheden voor iedereen de kop in gedrukt worden. Maar er staat: omdat er een vertrouwensbreuk is, willen wij u privé spreken.

De bewering dat ik het GO! contacteer zonder wederzijds overleg, is eigenlijk te gek om los te lopen: het is het bestuur en de school zelf die al maanden geen overleg wensen te plegen over hoe de school moet omgaan met de decreten over kosteloosheid, maximumfacturen en inschrijvingsrecht. Nooit was er een goed moment voor, was de vraag goed gesteld, of was het relevant. Dat ik de vragen al herhaaldelijk schriftelijk heb gesteld. “Je hebt nu eenmaal voor dit systeem gekozen” – “Ga naar een andere school als je geen bijdrage wilt betalen.” –

De publieke communicatie van een aantal beschouwingen op een blog is blijkbaar zelfs ‘schadelijk’ voor de school – hoe kan het een school schaden om de onderwijsdecreten te citeren? Zijn die gemaakt om de scholen het leven zuur te maken?

In deze hele geschiedenis is mij ondertussen wel duidelijk: daar waar steinerscholen en vrije gesubsidieerde scholen met reden een ouderbijdrage vragen (de kost van de infrastructuur), vragen sommige freinetscholen (de Tinteltuin is hierin zeker niet alleen) een gelijkaardige bijdrage terwijl de hele kost van de infrastructuur door het gemeenschapsonderwijs wordt gedragen. De Tinteltuin anticipeerde de problemen van de FOPEM-scholen, door zich in het project van het gemeenschapsonderwijs in te schrijven. Dit heeft tot gevolg dat deze kleine school meer geld genereert dat de meeste vrije gesubsidieerde scholen: €20.000 – €25.000 op minder dan 100 leerlingen. Daarbij komt nog de winst van de feestactiviteiten. Dit zijn al bedragen die de moeite lonen om een vzw op te richten. Wel wil ik nog eens benadrukken dat hoewel er geld te veel is in deze school, het tekort aan leerkrachturen schrijnend begint te worden.

Het kan bijna niet anders of deze problemen spelen of hebben ook bij andere freinetscholen van het gemeenschapsonderwijs gespeeld. De interessante vraag is: waar komt dit model vandaan? Hoe komt het dat freinetscholen zo sterk op elkaar lijken qua schoolorganisatie en dan nog op vlakken die bij de stichter Célestin Freinet helemaal niet aan de orde waren: ouderparticipatie, duurder dan gewone scholen en exclusiviteit. Er is in Vlaanderen geen freinetbeweging die naam waard en ze is al zeker niet in staat om bepaalde organisatiestructuren op te leggen aan ‘hun’ scholen.

Het lijkt alsof de freinetscholen gewoon steinerscholen zijn die de naam en de vage esoterie hebben afgeworpen en zich zo ‘commerciëler’ voordoen aan het grote publiek. Dit mag contradictorisch klinken, maar vergeet niet dat een parlementaire commissie heeft vastgesteld dat de steinerbeweging een sekte is (weliswaar kon men niet bewijzen dat ze gevaarlijk is) en dat het doel van een sekte nooit ‘de waarheid openbaren’ is, maar je zakken leeg te roven. De leer is een schil, een excuus…



Waarom geen officiële klacht?

Wellicht zullen er nu een heel aantal flessen biocava ontkurkt worden, als ik aankondig dat ik geen officiële klacht tegen de school zal indienen bij de commissie zorgvuldig bestuur in het onderwijs. Er is ondertussen een nieuw document verschenen dat de financiële politiek van de school -op z’n minst aan de oppervlakte- hertekent. Dit nieuwe document maakt duidelijk dat de school toch op z’n minst nu een probleem erkent (anders was het document niet nodig). De vraag is echter of dit, zoals de school blijkbaar denkt, enkel een probleem van formulering is. Het is ook de vraag of, indien het tot een veroordeling was gekomen, de school een andere reactie zou getoond hebben dan de huidige.

De bedoeling van dit blog is altijd geweest om ouders te informeren hoe het eraan toe gaat in de freinetschool. Dat kan enkel exemplarisch, maar het gaat over het stramien dat de vlag allerminst de lading dekt. Er is, gezien de recente explosie, dringend degelijk onderzoek nodig naar de pedagogische praktijk die, hoe kan het anders, niet dezelfde is als 50 jaar geleden, maar vreemd genoeg haaks staat op de principes van gelijkheid, toegankelijk en kosteloosheid die het gemeenschapsonderwijs hoog in het vaandel draagt.

Er zijn zeker freinetscholen in Vlaanderen die anders te werk gaan en de principes van de stichter meer eer aandoen. De vraag is alleen: hoe kom het dat freinetscholen onderling nog eens “zo sterk” verschillen? Sommigen scholen zijn heel duidelijk over de ouderbijdrage en andere steun aan de school, zoals het eigenlijk zou moeten. Hoe weet je nu als ouder in wat voor freinetschool je terecht komt? Hoe weet je waar je je aan te verwachten hebt in zo’n school?

Ik stel hierbij alleen de volgende hypothetische vraag: hoe kun je in een school waar er zoveel van de ouders verwacht wordt (financieel en organisatorisch), toch beweren dat favoritisme uitgesloten is? In een gewone school hebben leerkrachten soms ‘schrik’ van ouders die voor hun kinderen pleiten, vooral in geval van deliberatiebetwisting. In de Tinteltuin is dit niet aan de orde, iedereen is sowieso altijd geslaagd. De schrik die hier heerst, is die van de moeder die vindt dat zij niet zoveel kan bijdragen als anderen, en vreest dat haar kind wordt achtergesteld omdat een andere moeder elke week de klas overneemt, pizza’s bakt voor je leerkracht of regelmatig helpt met het vervoer.

Je dacht dat je met enkele honderden euro’s per kind, een helpende hand bij het poetsen, een paar verplaatsingen en begeleiding op het kamp je steentje wel had bijgedragen… en dat is wel zo, maar er altijd een paar die nog veel meer doen en het laken naar zich toetrekken.



Verplichte, vrijwillige, welomlijnde ouderparticipatie

Daarvoor kies je, als je voor freinet kiest, wordt wel eens gezegd. Het is toch wel duidelijk voor iedereen dat de school de ouders tot niets kan verplichten, maar tezelfdertijd wordt er een sociale druk gecreëerd. Je moet niet alleen het lidmaatschap kunnen betalen, je moet je ook nog kunnen vrijmaken tijdens de schooluren. Is dat niet zo, dan kun je je wel inschrijven voor de poetsploeg, maar dan heeft natuurlijk niemand je bijdrage gezien. Zij die wel bijdragen kunnen leveren in de klas, hebben natuurlijk een streepje voor bij de meester. Dat het zelfs zo ver gaat dat ouders onbegeleid zelf lesuren (werkwinkels) overnemen is in principe absurd.

Omdat we ‘freinetwerking’ willen garanderen maken we kleine klassen, daardoor hebben we teweinig leerkrachtenuren, daardoor moeten ouders lessen overnemen. Vreemd genoeg staan er dan soms ouders alleen voor een heterogene groep van 20 leerlingen. Er mag toch een beetje steun komen op het vlak van ideeën, aanpak, materiaal enzoverder. Ik dacht dat leerkracht toch ook een beetje een vak is wat je met vallen en opstaan leert, dus er mogen zeker geen mirakelen verwacht worden en er moet ondersteuning zijn opdat het voor de ouder in kwestie geen nare ervaring is wordt.

Ouderparticipatie kan een enorme verrijking zijn als het vrijwillig en gekaderd is. Met gekaderd bedoel ik hier: er moet een lesonderwerp zijn. Het draait niet om de persoon, maar om wat we van die persoon kunnen opsteken. Iemand die brandweerman, verpleegster of ijzersmid kan de kinderen een diepe leerervaring bijbrengen. Het kan ik de beroeps- of hobbycontext zijn, iedereen heeft talenten. Meestal heeft de huisvrouw er meer dan alle bovengenoemden, maar beseft ze dat te weinig door een ontoereikende naam voor haar functie… De deelname van de ouders in de klas moet in een andere hoedanigheid zijn dan als papa/mama van … Want het perspectief van het kind is hier belangrijk en mag niet zijn: waarom is Jans mama elke week in de klas en mijn mama nooit?

Sommigen ouders werken zich werkelijk uit de naad en lijken daardoor verantwoordelijkheid binnen de vzw te winnen. Het lijkt alsof de stichtende leerkrachten heel de oudervereniging domineren en ouders elkaar verdringen om hun goeddunken. Dat doen ze door kritiekloos hun standpunten te volgen, zelfs al zijn ze soms echt niet te volgen of zelfs in strijd met de wet. Hoe ver dat gaat heb ik met de kwestie van de bijscholingsbudgetten proberen aantonen.

Meerdere malen heb ik de leerkrachten proberen wijzen op de problemen die kunnen volgen uit ongekaderde ouderpartcipatie in de klas en de school: a) discriminatie van ouders met minder tijd; b) delegeren van leerkrachtentaken sommige ouders; c) logistieke problemen: ouders doen beloftes maar komen ze niet na; d) beïnvloeding van het inschrijvingsbeleid; e) door ouders gegeven lesuren die weinig pedagogische relevantie hebben; f) sollicitatiebeleid is er niet, er wordt voornamelijk uit eigen rangen geput. Maar de aansprakelijkheid van de ouders is beperkt, zij hebben geen verantwoording af te leggen wanneer zij officieus ageren in naam van de school. Zowel in het bedenkelijke inschrijvingsbeleid als met betrekking tot de ouderbijdrage, zijn het nooit personeelsleden van de school zijn die deze ‘fouten’ maken (maar ouders, leden van de vzw) en zelfs zij hebben geen persoonlijke aansprakelijkheid binnen de vzw,  laat staan binnen de school.

Het is mij tot mijn teleurstelling meer en meer duidelijk geworden dat dit een bewuste strategie is, en dat niet zomaar elke ouder mag bijdragen. Ouders met verantwoordelijkheid binnen de school, worden, net zoals de gezinnen, zorgvuldig uitgekozen. Zo kun je je bijvoorbeeld niet kandidaat stellen om klasouder te worden, daar moet je voor gevraagd worden. In augustus 2009, nog voor het eerste jaar Tinteltuin van start was gegaan en er een schooldag voorbij was, kunnen we lezen hoe de leerkrachten klasouders zelf moeten kiezen.

Klasouder(s)

Team: Elke leerkracht spreekt zelf een ouder aan. Relatie tussen leerkracht en die klasouder is prioritair. Er wordt maw niet naar vrijwilligers gevraagd

uit: verslag vergadering werkgroep pedagogie, augustus 2009



Visie voor een brede, open school

Omdat de voorzitters veinsden niet te begrijpen wat mijn bedoeling was om zo op de kosteloosheid van het basisonderwijs te hameren, heb ik in een mail van 16 maart 2011 nogmaals het probleem in het breed uitgelegd.

Hoi Lieven,

Bedankt voor je antwoord. Het is niet mijn bedoeling eender wie persoonlijk aan te vallen, of de bekritiseren: enkel ideeën, redeneringen en bestuursstructuren. Ik beoog ook geen positie in de Tintelraad of het bestuur.

in alle eerlijkheid, ik wil graag steunen in wat je nodig hebt, maar ik weet echt niet

wat dat is en hoe dat eruit zou kunnen zien. Ik hoor je vaak principes, en ook

waardevolle uitgangspunten, formuleren, maar ik snap niet welke eisen of

doelstellingen er achter zitten.

…een concrete toekomst voor de Tinteltuin als een waarlijk origineel pedagogische project waar onze kinderen leren leren. D.w.z. geen dooie feitjes uit boekjes memoriseren, maar echte, levenslange kennis opbouwen door zelf te doen en te ervaren, te mislukken en opnieuw te proberen, mening te vormen, jezelf te bevragen, je mening bij te stellen… En dit moet op een positieve, opbouwende manier gebeuren, zodat het vertrouwen van ELK kind kan groeien. Dat is bijna het allerbelangrijkste in het basisonderwijs: zonder een flinke basis zelfvertrouwen wordt je middelbaar een brokkenparcours, hoe “slim of dom” je ook bent.

Maar eigenlijk ben zeer tevreden over de eigenlijke klaspraktijk, dat heb ik ook herhaaldelijk gezegd. Enkel de omkadering is zo’n zootje geworden dat de school als geheel bijna op het spel staat, of er toch zwaar nadeel van ondervindt. Men is in het begin te veel bezig geweest met het realiseren van dromen en te weinig met het stellen van concrete doelen en strategieën. Voor een deel is dat, in het enthousiasme van het nieuwe project, volkomen begrijpelijk. Wat ik wel weet is dat er nooit een echt pedagogisch project is geweest: “we gaan de meest leerrijke omgeving maken die we met de middelen die er zijn kunnen en we denken dat zus en zo te bereiken.”

Het woord freinet is een joker geworden die je kunt inzetten om eender wat te justifiëren. Je hebt dat woord zelfs niet nodig als je een echt concreet pedagogisch project kunt opstellen, al neem je nog zoveel van Freinet over als je wilt. Elke leerkracht heeft best een zo groot mogelijke bundel technieken en leerkracht die ook de goede elementen van Freinet toevoegt, is een betere leerkracht. Maar het kan toch niet zijn dat omdat je in een freinetschool staat alle andere technieken taboe zijn? Ook is ouderparticipatie helemaal niet Freinet, de meeste kinderen waren bij Freinet intern in de school. Daarom waren het ook de kinderen die veel verantwoordelijkheid kregen. Als er een hekje te schilderen zou het toch leuker zijn dat de kinderen het doen dan de papa’s. het is misschien niet zo supernetjes en perfect, maar de kinderen zien elke dag apetrots hun echt zelf geschilderde hekje.

Na het debacle van vorig jaar is er geen tijd meer om te talmen, we moeten echt van start gaan nu. Tijd om eindelijk te stoppen met zeuren en het ook eens te hebben over de talrijke voordelen van Zoutleeuw en gewoon te trachten er het beste van te maken.

Het probleem zit in de vzw en haar volgens mij deontologisch foutieve voet in de school via de schoolraad. Als de samenstelling zo gestemd is, is het wettelijk in orde, maar dat maakt de school blijkbaar stuurloos. Ik maak mij ernstig zorgen over de toekomst van de Tinteltuin de mensen aan het roer nog altijd de locatie van de school niet willen consolideren zonder met alternatieven te komen. We moeten nu er het beste van maken op deze locatie en ons blazoen oppoetsen door de school echt te laten draaien (te consolideren) en ik pleit daar al lang voor.

Mijn verrassing was groot toen Bart tijdens de Task Force zelf dat zei. Dat we eigenlijk infrastructureel niet anders kunnen. Ik heb de indruk dat ‘ouders’ op die manier de school kunnen verlammen. Die parallelle samenstelling van vzw bestuur en schoolraad moet ophouden. Geen cumul van schoolraad en bestuurspositie of tintelraad. De vertegenwoordiging verbreden, dat is democratie.

Ook WG-coördinatoren zouden moeten verkozen worden en zouden hun visie op de werkgroep kunnen gebruiken om stemmen te winnen. Zij hebben toch redelijk wat inspraak wat behoren automatisch tot de Tintelraad. Dit alles zal, ik zeg het nogmaals, ook een ander groot probleem kunnen aanpakken: de ouderparticipatie. Er zal weer een leuk speechje zijn om iedereen op te roepen mee te helpen zijn vrijdag en het zal weer geen verschil maken. Vele mensen zijn het beu, ook de houding van sommige WG-coördinatoren, of het tekort aan erkenning. Het is omdat ze zich niet betrokken voelen, er zoveel fundamentele onduidelijkheid blijft en zoveel vergaderd wordt en weinig gebeurt. De participatie wordt opgelegd, als verplicht afgeschilderd en door een select groepje delegerenden zo netjes voorgekauwd dat bijna niemand nog zin heeft om bij te dragen. Men moet ophouden het ouderengagement als verplichtend voor te stellen en van bovenaf vorm te geven – het moet organisch ontstaan, een afspiegeling van de talenten en persoonlijkheden van de groep. Daar zit ook de kwestie van betrokkenheid. Op dit moment is er op dit vlak echt crisismanagement te doen en mijn vrees is dat het nu al een titanenwerk zou zijn om dit om te turnen. Ik kan op dat vlak concrete voorstellen doen, past helaas niet binnen bestek van deze al te lange mail.

De kwestie over de bijdrage is een serieuze vraag die elke ouder aangaat en ik ook duidelijk heb gesteld. De school kan niemand bij de inschrijvingen weigeren en in het ultieme geval kan de vzw geen ouder verplichten geld bij te dragen en hun daar enkel voor straffen door lidmaatschap van de vzw op te zeggen. Geen stemrecht dus. En dan mag ik misschien ook niet meer meedoen aan de werkgroepen? Er klopt toch iets niet als je de lijn doortrekt.

Mijn factuur die het nummer 1 draagt gaat over lidgeld. Eigenlijk zijn alle betalingen van de ouders zonder factuur (vrijwillige) bijdragen en kan niemand daar iets van zeggen.

Als ik helemaal fout ben en de ouderbijdragen inderdaad absoluut verplicht zijn op straffe van uitsluiting van de school, dan had ik graag geweten hoe het zit met het inschrijvingsrecht en belofte van kosteloos onderwijs. Die commissie waar ik aan refereerde is er niet alleen voor klachten, maar ook voor vragen.

Je kunt er toch niets op tegen hebben dat we die vraag gewoon voorleggen? De bijdrage is zeer hoog en duidelijkheid over waar het geld exact voor dient is er al zeker niet. Als klasbudget dreigt het al gauw voor pedagogische doeleinden gebruikt te worden, en eigenlijk zou dat door GO betaald moeten zijn. Als het gaat om grondstoffen, bouwmaterialen, materiaal om iedereen zelf mee te laten werken, dan is het klasbudget zeer goed besteed.

 

En nogmaals: hoe kun je het argument maken tegen Zoutleeuw zonder een alternatief? Of is dat er wel: waarom zit de Tinteltuin niet in Koningsmolen (King’s Mill Learning Village) aan een vriendenprijsje? Ik verwacht mij toch weer aan ‘op die manier wordt niet gecommuniceerd’ enzo, hopelijk kun je respect opbrengen voor mijn eerlijkheid. Misschien is dit in de taskforce wel al ter sprake gekomen, maar als je kandidaat bent voor een bestuursfunctie binnen vzw, mag je daar toch open over communiceren.

Een huurcontract met de Tinteltuin gaat over een boel centen en voor een buitenstaander die alleen die oppervlakkigheden weten kan dit wel belangenvermenging lijken. Niemand durft dat blijkbaar te zeggen? Ik zal er waarschijnlijk wel naast zijn, maar het is niet vergezocht en de enige manier waarop ik zin kan geven aan wat op die task force vergadering gebeurde.

mijn verontschuldigingen alvast,

met oprechte groeten,

Johan

 

Hierop kwam het volgende antwoord:

 

—– Originele e-mail —–

Van: “Lieven C

Aan: Johan B

Cc: Philippe D, Peter V

Verzonden: Donderdag 17 maart 2011 06:05:43 GMT

Onderwerp: Re: kosteloos onderwijs

Dag Johan,

Dit is een heel lang antwoord, en terug met zeer waardevolle zaken. Wat moeilijk is eraan zijn twee zaken:

Vooreerst de essentie: je/jullie eigen gedrag: woorden, hoe wijs ook (cf. aantal paragrafen in deze mail) hebben maar betekenis als ze ook gedragen worden door de manier waarop je ze beleeft. Gedurende de voorbije maanden, en neem dit als persoonlijke feedback van mij uit, en niet als een standpunt van “een orgaan in de school” heb je zelf die geloofwaardigheid ondermijnt [sic] door, vooral omtrent het financiële, andere zaken te zeggen dan te doen. Er is ontelbare keren door jouw of je partner gezegd dat er is betaald, wat nu nog altijd niet het geval is. Ik kan met deze woorden van jou dus geen zinvol gesprek voeren, als ik vervolgens er niet op kan vertrouwen dat je er ook naar handelt.

Dit is ook mijn hoofdreden om dit soort gesprekken te bannen uit “publieke fora” als de av en de oudergroep, omdat het alleen maar schaadt. Je zult jezelf terug kracht geven en geloofwaardig maken door hier in rust een antwoord op te geven hoe je dit zult oplossen; en zoals je ook in je mail hebt gekopieerd, wil ik eerst daarover een gesprek vooraleer ik de rest serieus kan nemen die hieronder staat. En dat wil ik graag, want er staan zinvolle dingen in; het ligt dus in grote mate bij jou nu of er iets mee kan gebeuren of niet.

Een hartelijke groet, en indien je me je telefoonnummer door kunt sturen via sms naar mijn gsm (0477/32.72.09) bel ik je deze middag tussen 1730 en 1800 op om het hierover te hebben,

Lieven C

De boodschap was dus eerst betalen, dan praten en ook geen enkel woord in de richting van een reactie op mijn vragenen bemerkingen. In dat telefonische gesprek had ik echt geen zin, en heb daarvoor dan ook gepast. Ik verwachtte duidelijkheid over de kwesties voor mij en heel de oudergroep. Dezelfde avond nog kwam deze, dreigende mail met ultimatum.

Van: Philippe D

Aan: Johan B, Isabel B

Cc: Helga H, Joel VDW, Peter V

Verzonden: Donderdag 17 maart 2011 23:02:10

Onderwerp: achterstallige ouderbijdrage vzw de tinteltuin

Goedenavond Isabel, Johan,

Gelieve ons te laten weten of aan te tonen dat de beloofde betalingen ( ref ouderbijdrage vzw Tinteltuin) gebeurd zijn.

Tot op heden ontvingen wij geen bewijs van volledige of gedeeltelijke betaling.

Los van het inhoudelijk gesprek rond kosteloos onderwijs wil ik jullie een laatste maal vragen om de regels van onze vzw, die jullie ondertekend hebben, te respecteren. Indien niet zullen secretaris, penningmeester en co-voorzitters van de vzw de teksten van ons HR volgen en de school daarvan verwittigen.

Laat ons dit in orde brengen tegen morgen 12u.

Steeds ter uwe beschikking,

Philippe

co-voorzitter vzw De Tinteltuin

Mijn vriendin is dan, uit schrik voor de gevolgen voor de kinderen, gezwicht en we hebben een ons billijke bijdrage gedaan, maar niet ten bedrage van €518. Ik heb dan het betalingsbewijs doorgestuurd.

Van Lieven C volgt nog een verzoek om deze kwesties toch maar niet aan te kaarten op de vergadering van later die avond, 18 maart – ik heb dat dan ook niet gedaan.

wil je vragen om de Algemene Vergadering met deze thema’s niet te belasten, maar achteraf persoonlijk met mij even het gesprek aan te gaan, of ik zie je straks niet, dan heb ik je nummer en beloof ik je in de loop van zondag te bellen!

Omdat rond deze periode (de enkele verslagen getuigen dat) op de algemene vergaderingen nog amper gewone ouders aanwezig waren, enkel de harde kern van bestuursleden en leerkrachten. Voor de aanpassing van de statuten en de installatie van het nieuwe bestuursorgaan de Tintelraad (weer dezelfde centrale mensen) was er zelfs niet de helft van de leden, zodat die op een volgende vergadering door een minderheid van ouders (dezelfden) werd goedgekeurd.